Indicaties voor een foetale echocardiografie
Een doorverwijzing naar foetale cardiologie is aangewezen wanneer er tijdens de zwangerschap indicaties zijn dat het hart van de baby extra aandacht nodig heeft.
De meeste ernstige hartafwijkingen worden vastgesteld tijdens een routine echografie van de foetus – rond de 20ste week of soms al eerder tijdens een uitgebreide 1e trimester echografie. Bij vermoeden van een structurele hartafwijking, een afwijkend hartritme, afwijkende ligging of grootte van het hart, verstoorde bloedstroom in het hart en de grote bloedvaten, zal de gynaecoloog u doorverwijzen.
Wanneer er in de familie een aangeboren hartafwijking voorkomt – vb. een eerder kind of ouders met een hartafwijking – is een bijkomende cardiale screening van de baby soms aangewezen voor de geboorte.
Bij moeders met reeds bestaande aandoeningen zoals type 1 diabetes of auto-immuunziekten, bij gebruik van bepaalde medicatie of infecties tijdens de zwangerschap (vb. CMV), is verder onderzoek aangewezen.
- Afwijkende resultaten van de NIPT of genetische screening
- Tweelingzwangerschap met complicaties (vb. twin-to-twin transfusiesyndroom)
- Onverklaarde groeivertraging van de foetus
- Verdikte nekplooimeting in het eerste trimester
Diagnose en counseling
Om de diagnose van een aangeboren hartafwijking voor de geboorte te stellen, voeren gespecialiseerde verloskundigen (al dan niet samen met een kindercardioloog) een gerichte echografie uit van de baby in de buik. Dit is een pijnloos en onschadelijk onderzoek op basis van geluidsgolven. Zowel structurele hartafwijkingen als hartritmestoornissen kunnen zo opgespoord worden. Aanvullend kan ook genetisch onderzoek of een foetale MRI-scan worden voorgesteld.
Na de echografie, zal een kindercardioloog de diagnose uitgebreid toelichten. Er wordt steeds stilgestaan bij de implicaties van eventuele behandelingen en de langetermijnprognose.
Opvolging tijdens uw zwangerschap
Tijdens uw zwangerschap wordt u van dichtbij opgevolgd. Het team foetale cardiologie in UZ Leuven werkt nauw samen met uw eigen gynaecoloog, die gedurende de hele zwangerschap het overzicht behoudt. Het team foetale cardiologie richt zich op het hart van de baby en eventuele andere afwijkingen, terwijl uw verwijzende gynaecoloog alle andere aspecten van de zwangerschap — zoals bloeddrukcontrole en screening op zwangerschapsdiabetes — verder opvolgt.
Soms is het nodig om de groei en ontwikkeling van het hart van uw baby extra te volgen tijdens opvolgafspraken in UZ Leuven. Dit helpt ons om de diagnose en prognose nauwkeuriger in te schatten.
Onze perinatale zorg gebeurt in nauwe samenwerking tussen gynaecologie, neonatologie en kindercardiologie. Indien mogelijk kan ook een prenatale behandeling worden overwogen.
Bevalling en neonatale hartzorg
Tijdens het gesprek met de kindercardioloog wordt een verder zorgplan voor uw baby afgesproken. In functie van de ernst van de hartafwijking zal dit plan variëren.
Bij minder ernstige hartafwijkingen is het soms mogelijk onder begeleiding van uw eigen gynaecoloog in een ziekenhuis bij u in de buurt te bevallen. Het hart van de baby wordt dan enkele dagen of weken na de geboorte gecontroleerd.
Bij ernstigere hartafwijkingen is het aangewezen om te bevallen in een centrum gespecialiseerd in neonatale hartzorg, zoals UZ Leuven. Zo nodig kan uw baby, direct na de geboorte, worden opgenomen op de dienst neonatologie om gerichte behandelingen te starten. Een gespecialiseerd team van neonatologen, kindercardiologen en soms hartchirurgen staat dan klaar om zorg op maat te bieden.
Wanneer de bevalling in UZ Leuven wordt gepland, kunt u aan het einde van de zwangerschap al een bezoek brengen aan de afdeling neonatologie en kennis maken met het team.
Specialisten