Glucosesensor met alarm heeft grote meerwaarde bij diabetes type 1

3 juni 2021

De meeste patiënten met diabetes type 1 dragen een toestelletje met een onderhuidse sensor om hun bloedsuikerwaarde op te volgen. Een studie van zes Belgische diabetescentra bij 254 patiënten met diabetes type 1 vergeleek twee types van die toestellen: met en zonder alarmfunctie. De onderzoekers tonen onomstotelijk aan dat gebruik van het type mét alarm tot een betere bloedsuikercontrole leidt en de patiënten meer gemoedsrust biedt. De resultaten werden zopas gepubliceerd in het toonaangevende internationale vakblad The Lancet.

Belgische studie toont dat sensor die waarschuwt voor te hoge of te lage waarden leidt tot betere regeling van bloedsuiker en hogere levenskwaliteit

Mensen met diabetes type 1, een vorm van suikerziekte, moeten de hoeveelheid suiker in hun bloed regelmatig meten om te kunnen bijsturen wanneer nodig. Vroeger gebeurde dat met vingerprikken, maar vandaag dragen de meeste patiënten een toestelletje met een onderhuidse sensor. Dat is verbonden met een app op de smartphone of smartwatch van de patiënt, die zo gemakkelijk zijn waardes kan aflezen en opvolgen. 

Er bestaan twee soorten van die toestellen. Het ene type geeft enkel de bloedsuikerwaarde weer op vraag van de patiënt, wanneer hij beslist om de sensor te scannen. Het andere type meet de waarde doorlopend en geeft ook een alarmsignaal wanneer er te weinig of te veel glucose in het bloed zit. Voorlopig wordt het type met alarm beperkter terugbetaald in België.

Vergelijkende studie bij 254 patiënten 

Om te onderzoeken of de alarmfunctie veel meerwaarde biedt, voerde een team Belgische onderzoekers een prospectieve, vergelijkende studie uit. In totaal namen 254 volwassenen met diabetes type 1 aan de studie deel, verspreid over zes Belgische diabetescentra. Alle patiënten hadden al ervaring met het type sensor zonder alarm. Tijdens de studieperiode bleef de ene helft van de mensen hun vertrouwde sensor gebruiken, de andere helft kreeg van de onderzoekers het type met de alarmfunctie. Beide groepen werden gedurende zes maanden opgevolgd.

De groep patiënten die de sensor mét alarm gebruikte, kon de bloedsuikerwaardes beter onder controle houden en ervaarde minder angst voor hypoglycemie.
Dr. Margaretha Visser, endocrinoloog

Dr. Margaretha Visser, endocrinologe en doctoraatsstudente: “De groep patiënten die de sensor mét alarm gebruikte, bleek in het algemeen hun bloedsuikerwaardes beter onder controle te kunnen houden. Hun metingen bleven gemiddeld langer tussen de streefwaardes. Zij hadden dus minder vaak een hypo- of hyperglycemie – een te lage of te hoge bloedsuikerspiegel – dan de patiënten die de sensor zonder alarm gebruikten. Uit vragenlijsten bleek bovendien dat ze minder angst voor hypoglycemie ervaarden en meer tevreden waren over de behandeling. De sensor met alarm zorgt dus voor een betere bloedsuikercontrole en een verhoogde levenskwaliteit.” 

Onze resultaten zullen samen met de terugbetalingscriteria een grote impact hebben op het type sensor dat iemand met diabetes type 1 kiest.
Prof. dr. Pieter Gillard, endocrinoloog

Prof. dr. Pieter Gillard, endocrinoloog en diabetesspecialist in UZ Leuven en hoofdonderzoeker van de studie: “De meerwaarde van de alarmfunctie was lange tijd onduidelijk. Oudere studies waren vaak beperkt in grootte en opzet. Omdat ons vergelijkend onderzoek een grote groep mensen langdurig heeft gevolgd, zijn de conclusies betrouwbaar. Onze resultaten zullen samen met de terugbetalingscriteria een grote impact hebben op het type sensor dat iemand met diabetes type 1 kiest, in samenspraak met het behandelende team.”

Meer informatie over diabetes type 1

Diabetes mellitus type 1 is een vorm van suikerziekte gekenmerkt door een tekort aan het hormoon insuline, doordat het eigen afweersysteem de insulineproducerende cellen van de alvleesklier vernietigt. Daardoor kan suiker (glucose) uit het bloed niet meer opgenomen worden in de lichaamscellen en stijgt de bloedsuikerwaarde (glycemie). 

Insulinetherapie is van vitaal belang om de bloedsuikerwaarde op peil te houden en allerlei acute en chronische problemen te voorkomen. Een acuut te lage (hypo-) of te hoge (hyper-) glycemie kan levensbedreigend zijn. Op lange termijn kunnen ze ook onomkeerbare schade aan de ogen, nieren of zenuwen veroorzaken.

Gerelateerd

Laatste aanpassing: 16 maart 2023