Afspraken
-
+32 16 34 42 35 - werkdagen van 8 tot 12 uur en van 13 tot 16.30 uur
Vormen van kleplijden
Klepstenose
Als een hartklep niet opent zoals het hoort, wordt de bloedstroom bemoeilijkt. In dit geval spreken we van een klepstenose. De kleppen zijn verhard, vergroeid of vernauwd.
Klepinsufficiëntie
Als een klep niet goed meer afsluit, stroomt het bloed in de verkeerde richting terug. Het hart wordt zo overbelast en zet langzaam uit. Deze aandoening noemen we een klepinsufficiëntie (‘lekkende’ klep).
Stenose en insufficiëntie
We spreken van gemengd kleplijden als een stenose en insufficiëntie bij eenzelfde klep tegelijk optreden.
Symptomen
Als een hartklep niet goed functioneert, kunnen er klachten optreden zoals benauwdheid, vermoeidheid, kortademigheid, duizeligheid, … gezien er onvoldoende bloed in het lichaam rondgepompt wordt.
Er zijn een aantal symptomen die mogelijk kunnen wijzen op kleplijden. De ernstgraad ervan kan variëren naargelang het type kleplijden (mild tot geen symptomen) en zal verschillen van patiënt tot patiënt.
- Verminderd inspanningsvermogen
- Kortademigheid (vooral bij inspanning of bij neerliggen)
- Pijn of drukkend gevoel op de borst
- Zwelling van de enkels, voeten, benen
- Plotse gewichtstoename
- Hartkloppingen
- Duizeligheid
- Bewustzijnsverlies
Oorzaken
- Aangeboren klepafwijkingen ontwikkelen zich reeds vóór de geboorte.
- Verworven klepafwijkingen ontwikkelt u tijdens uw leven. Blootstelling aan risicofactoren verhoogt het risico op het ontwikkelen van kleplijden.
- Soms is de onderliggende oorzaak onbekend.
Risicofactoren
- Familiale geschiedenis van kleplijden
- Aangeboren klepafwijkingen
- Acuut gewrichtsreuma als kind
- Leeftijd
- Verhoogd cholesterol
- Verhoogde bloeddruk
- Diabetes mellitus
- Infectie
- Bestraling
Onderzoeken en diagnose
Bij vermoeden van kleplijden, zal u een of meerdere onderzoeken moeten ondergaan om de aard en ernst van uw klepaandoening vast te stellen.
Behandeling
Afhankelijk van de aard en ernst van uw kleplijden, zijn verschillende behandelingsopties mogelijk. Na de diagnose beslist uw arts samen met u en het multidisciplinaire hartteam, welke behandeling het meest aangewezen is. Uw behandelingstraject kan dus afwijken van de hieronder voorgestelde therapie(ën).