Opvolgingsraadplegingen bij zwangerschap

Na de intakeraadpleging komt u op regelmatige basis terug voor opvolgingsraadplegingen. Tijdens de opvolgraadpleging doen we een aantal metingen en controleren we onder andere de ligging en hartslag van de baby.

Frequentie

Hoe vaak u op controle komt, hangt af van hoe ver u bent in uw zwangerschap.

  • Tot 30 weken: om de 4 tot 6 weken
  • Vanaf 30 weken: om de 2 tot 3 weken
  • Na 36 weken: (twee)wekelijks

Verloop

Bij elke opvolgingsraadpleging controleren we volgende parameters.

Gewicht

Het gewicht geeft een idee over de groei van de baby, de hoeveelheid vruchtwater, eventuele vochtopstapeling (oedemen), ...

Bloeddruk en polsslag

Bloeddruk en polsslag worden gecontroleerd om een zwangerschapsvergiftiging (pre-eclampsie) vroegtijdig te ontdekken.

Urine

Uw urine wordt gecontroleerd op suiker (glucose) om diabetes op te sporen en op eiwit (albumine) om te kijken of er geen zwangerschapsvergiftiging of urineweginfecties zijn.

Grootte van de baarmoeder

Door te voelen of de baarmoeder zich goed ontwikkelt, krijgen we een idee van de groei van de baby.

We kunnen zo ook de ligging van de baby bepalen, evenals het indalen van het kindje in het kleine bekken.

Ligging van de baby

Door een onderzoek van de buik of met behulp van een echografie gaan we de ligging van de baby na.

Hartslag van de baby

Bij elke controle meten we de hartslag van de baby. Normaal klopt het hartje tussen de 120 en 160 keer per minuut.

Afspraken

Verloskunde
Laatste aanpassing: 13 oktober 2020