Thuisventilatie: praktische info over het aspiratietoestel, de tracheacanule en zuurstoftherapie

Patiënten die thuisbeademing nodig hebben, kunnen ook andere bijkomende moeilijkheden hebben. In sommige gevallen is er nood aan een extra aspiratietoestel, tracheacanule (buisje in de luchtpijp) of zuurstoftherapie.

Aspiratietoestel

Hoe installeer ik het aspiratietoestel? 

  • Sluit het toestel aan op een stopcontact. 
  • Het toestel heeft ook een inwendige batterij, dus kan ook buitenshuis gebruikt worden. 
  • U stelt de zuigkracht zelf in: max. 200 mm Hg. 

Aspiratiesondes en leidingen

  • U krijgt voldoende sondes van het ziekenhuis. 
    • Hebt u nieuwe sondes nodig? Als uw beademings- en aspiratietoestellen om de 6 maanden bij u thuis gecontroleerd worden door een medewerker van de biotechnische dienst, brengt die nieuwe sondes voor u mee. U kunt de sondes ook zelf ophalen in het slaapcentrum. 
  • U krijgt een leiding en een reserveleiding van het ziekenhuis. Deze leidingen hebben een diameter van 6,5 mm en zijn ook te verkrijgen in een doe-het-zelf-zaak. Het T-stukje tussen de leiding en de sonde krijgt u ook van het ziekenhuis. 

Hergebruik van sondes

U kunt sondes hergebruiken enkel en alleen als ze na elke aspiratie goed doorspoeld worden met een 3% HAC-oplossing (30 ml HAC op 1 liter water) en nadien droog in de verpakking bewaard worden. U gebruikt max. 1 sonde per dag.  

Aspiratietechniek

In het slaapcentrum leert u hoe u moet aspireren. Enkele praktische tips: 

  • Geen zuigkracht uitoefenen terwijl u de sonde inbrengt. 
  • Breng de sonde ongeveer 20 cm naar binnen. 
  • Hoe vaak u aspireert, hangt af van persoon tot persoon. 
  • Na de aspiratie moet de patiënt eens diep zuchten. 
  • Controleer de kleur van de slijmresten: raadpleeg de huisarts bij eventuele veranderingen in kleur of hoeveelheid. 
  • Als de slijmen te taai zijn, kunt u de stand van het bevochtigingsapparaat wat verhogen. Let er wel op dat er niet te veel condens (water) in het buizensysteem wordt gevormd. 

Handhygiëne bij het aspireren

  • U hoeft geen steriele handschoenen te dragen tijdens het aspireren thuis. 
  • Probeer wel het stuk van de aspiratieleiding dat u naar binnen brengt niet aan te raken
  • Was uw handen steeds voor en na het aspireren. 

Hoe onderhoud ik het aspiratietoestel?

  • De opvangbokaal voor slijmen dagelijks leegmaken en reinigen met een verdunde HAC-oplossing (bv. HAC 3% verkrijgbaar bij de apotheek).
  • De leiding, het T-stukje en de aspiratiesonde na elke aspiratie goed doorspoelen met deze verdunde HAC-oplossing. Dat doet u door een klein beetje van de oplossing op te zuigen uit een speciaal daarvoor voorziene bokaal.
  • Het elektrisch en mechanisch onderhoud van het toestel gebeurt door de biotechnische dienst van het ziekenhuis om de 6 of 12 maanden (samen met de controle van uw beademingstoestel).  

Wat te doen bij een defect? 

  • Kijk eerst goed na of:
    • de opvangbokaal goed is aangesloten. 
    • de leiding goed is aangesloten. 
    • er geen lek is in de opvangbokaal of in de leiding. 
  • Is de motor van het toestel stuk? Contacteer dan het slaapcentrum. 

Tracheacanule

Een tracheacanule bestaat uit drie delen: 

  • de buitencanule (die steeds in de luchtpijp blijft)
  • een mandrin (die gebruikt wordt om de buitencanule in te brengen)
  • de binnencanule 

Verzorging rond de canule 

  • Gebruik steriele, kleine kompressen en een ontsmettingsvloeistof (bv. HAC 3%, verkrijgbaar bij de apotheker). 
  • Breng minstens 1 keer per dag een proper kompresje aan rond de canule. 
  • Canulelint: dit lint koopt u zelf aan (1 à 2 cm breed). 
    • Vervang het canulelint als het vuil is. 
    • Knip het lint aan beide zijden door en hou intussen de canule goed vast. 
    • Breng het nieuwe lint aan en knoop het vast. 

Verzorging van de binnencanule 

  • Reinig 1 keer per dag de binnencanule. 
    • Ontsmet de binnencanule door die onder te dompelen in een inox kommetje gevuld met de HAC-oplossing (ongeveer 30 minuten lang). 
    • Plaats ondertussen een reserve binnencanule. 
    • Spoel de canule af onder stromend leidingwater.
    • Droog de buitenkant en binnenkant grondig door er met een pincet een droog, steriel kompres door te trekken. 
    • Bewaar de binnencanule in een droog inox kommetje (liefst met deksel) tot u het weer nodig hebt. 
    • Kook het inox kommetje en het pincet 1 keer per week af.

Zuurstoftherapie 

Zuurstof wordt enkel toegediend op voorschrift van de arts. 

Dat gebeurt bij patiënten die overdag niet worden beademd, maar die wel zuurstof nodig hebben via een zuurstofbril, -masker of -neusslangetje. 

De zuurstoftoediening gebeurt tijdens de beademing via een tussenconnectie op het buizensysteem of rechtstreeks op het beademingsapparaat. 

Drie mogelijke systemen en hun materiaal

  1. Zuurstofflessen

    • Zuurstoffles 
    • Manometer, drukverlager (ontspanner), debietmeter
    • Zuurstofbril, -masker of -neusslangetje 
  2. Zuurstofconcentrator 

    • Zuurstofconcentrator (elektrisch toestel)
    • Zuurstofbril, -masker of -neusslangetje 
  3. Vloeibare zuurstof 

    • Vloeibare zuurstof en zuurstofverdamper (makkelijk hanteerbaar, licht apparaat)
    • Zuurstofbril, -masker of -neusslangetje 

Zuurstofflessen 

Zuurstofflessen worden op voorschrift van de huisarts gehuurd bij de apotheek. Na afspraak met de firma worden deze flessen bij u thuis gebracht. De inhoud van de flessen (= samengeperste zuurstof) wordt terugbetaald. 

Zorg ervoor dat u steeds een volle reservefles in huis hebt. 

De bijhorende manometer, drukverlager en debietmeter kunnen geleend worden bij het ziekenfonds of de apotheek. U kunt het materiaal ook aankopen bij een medische firma. Vraag meer informatie aan uw zorgverlener of bij uw apotheek. 

Hoe werkt het? 

  • De zuurstof wordt in de fles samengeperst onder hoge druk. Bijvoorbeeld: een zuurstoffles met een inhoud van 10 liter kan 1.500 liter zuurstof bevatten. 
  • Op de fles wordt een drukverlager aangebracht zodat er een bruikbare zuurstofstroom ontstaat.
  • De hoeveelheid zuurstof die de patiënt nodig heeft tijdens de beademing, of tijdens de uren dat die niet beademd wordt, is voorgeschreven door de arts. U mag die hoeveelheid zelf niet verhogen zonder eerst de arts te raadplegen. 
  • Op de manometer kunt u de druk in de fles aflezen en aan de hand daarvan berekenen hoeveel liter zuurstof er nog in de fles aanwezig is. 
  • Met de debietmeter regelt u de hoeveelheid zuurstof die moet gegeven worden (= het aantal liter zuurstof per minuut).

Voorbeeld

  • Een zuurstoffles heeft een inhoud van 10 liter. 

    De druk waaronder de zuurstof in de fles is samengeperst is 150 Pa (bar). De volle fles bevat dus 1.500 (10 x 150) liter zuurstof. 

    Als een patiënt 2 liter zuurstof per minuut krijgt, komt u 750 minuten (1.500 liter / 2 liter) toe met deze fles. Dat zijn 12 keer 60 minuten, dus 12 uur. 

Let op

  • Als u moeite hebt met het koppelen van de drukverlager aan de zuurstoffles, gebruik dan géén olie of vet om dit makkelijker te maken. Als zuurstof onder hoge druk in aanraking komt met vet, kan dit brand veroorzaken.

  • Let op met roken: zuurstof zal elke kleine brandhaard aanwakkeren. Gebruik dan ook nooit zuurstof in de nabijheid van een open vuurtje. 

  • Zorg ervoor dat de zuurstoffles stabiel staat en niet kan omvallen. 

  • Draai eerst de kleine kraan van de debietmeter open vooraleer u de kraan van de zuurstoffles opendraait. Door een te hoge druk kan de druklverlager beschadigd worden. 

  • Ga nooit voor de zuurstofkraan staan als u deze opendraait. 

Zuurstofbril, -masker of -neusslangetje 

  • Deze materialen kunt u aankopen bij de apotheek. 
  • Zorg dat het materiaal goed past: anders kan dit de neus irriteren. 
  • Als zuurstoftherapie aangewezen is, wordt het beademingstoestel voorzien van een zuurstofreservoir met zuurstofaansluiting.

Zuurstofconcentrator of vloeibare zuurstof 

In overleg met de arts wordt beslist of er nood is aan het gebruik van een zuurstofconcentrator of vloeibare zuurstof. De patiënt moet hiervoor aan bepaalde strikte criteria voldoen. De aanvraag voor deze procedure wordt dan ook altijd gestart door de afdeling longfunctiemetingen van het ziekenhuis. 

Het gebruik van deze toestellen is gratis. 

Hoe werkt het? 

  • De werking van de zuurstofconcentrator is gebaseerd op de concentratie van zuurstof uit de omgevingslucht. 
  • Bij het gebruik van vloeibare zuurstof heeft de patiënt een klein draagbaar toestel dat wordt gevuld met vloeibare zuurstof. 
Laatste aanpassing: 19 juni 2025