Een cochleair implantaat bestaat uit een inwendig en een uitwendig deel. Het inwendige deel omvat een chip onder de huid achter het oor en een reeks fijne elektroden die via een operatie in het slakkenhuis van het binnenoor worden ingebracht.
Het uitwendige deel is het afneembare toestel dat geluid opvangt, verwerkt en draadloos doorstuurt naar het implantaat. Het wordt magnetisch op het hoofd bevestigd, boven het inwendige deel, en blijft zo op zijn plaats. De afstelling van beide onderdelen gebeurt op maat van de patiënt: iedere gebruiker heeft immers eigen hoorinstellingen, ook wel ‘MAP’s’ genoemd.
Instellingen bewaard op de chip
Bij het nieuwe implantaat worden die persoonlijke instellingen en programma’s niet enkel meer bewaard in het uitwendige apparaat, maar ook op de onderhuidse chip. “Dat is een grote stap vooruit,” zegt Ann Dierckx, audioloog in UZ Leuven. “Als het uitwendige apparaat niet meer werkt of verloren gaat, kan een nieuw toestel makkelijk contact maken met het inwendige deel. Het implantaat herkent het toestel dat erop gezet wordt en de instellingen en parameters worden automatisch overgezet. Zo kan een patiënt snel opnieuw horen, zonder dat het implantaat helemaal opnieuw afgesteld moet worden in het ziekenhuis. De spraakprocessor kunnen wij of de firma immers gewoon opsturen.”

Opvolging via meldingen
Het implantaat voert ook dagelijks controles uit op zichzelf. Bij vroegere implantaten werden kleine technische problemen vaak pas ontdekt tijdens een controle in het ziekenhuis. Nu worden ze sneller opgespoord. Patiënten en zorgverleners krijgen in dat geval een melding via de app op hun smartphone. “Vooral voor jonge kindjes en hun ouders is dat geruststellend,” zegt Ann. “Zij kunnen moeilijk aangeven wanneer iets niet goed werkt. Via de meldingen kunnen we sneller ingrijpen, vaak zelfs zonder dat een ziekenhuisbezoek nodig is.”
De opvolging via smartphone is niet nieuw, maar wordt met dit nieuwe systeem verder uitgebreid. “Patiënten konden al zaken als volume en bepaalde programma’s aanpassen via hun app. Nieuw is dat het systeem nu ook proactief meldt als er iets afwijkt – zelfs als we daar vanuit het ziekenhuis geen aanvraag voor hebben gedaan.”
De geluidsprocessor gaat nu een volledige dag mee, en dat met een kleinere oplaadbare batterij.
Ann Dierckx
Lichter gewicht en langere batterijduur
Ook het uitwendige deel van het implantaat is vernieuwd. De geluidsprocessor gaat nu een volledige dag mee, en dat met een kleinere oplaadbare batterij. Zeker voor kinderen of volwassenen met kleinere oren is dat een meerwaarde: “Met kleine oren is een zwaardere batterij lastig. Nu kunnen ze hun toestel comfortabel dragen zonder zich zorgen te maken dat het al na enkele uren uitvalt.”
Geen nieuwe operatie nodig
De chip is ontworpen om ook later nog updates te kunnen ontvangen – vergelijkbaar met software-updates op een smartphone. Zo kunnen toekomstige verbeteringen automatisch worden toegevoegd. Er is ruimte vrijgemaakt op de chip voor toekomstige ontwikkelingen.
“Dit type implantaat zal in België het nieuwe normaal worden. Maar wie nog een ouder model cochleair implantaat heeft dat goed werkt, hoeft dat inwendige deel niet te laten vervangen”, benadrukt Ann. “Bij bestaande implantaten blijven we dus gewoon het uitwendige toestel opvolgen. Enkel als er echt een probleem is, zoals een ontsteking, overwegen we vervanging via een ingreep.”
Tips
Ook als omgeving kun je veel doen om het gesprek met iemand die minder goed hoort vlotter te laten verlopen.
- Praat duidelijk en rustig, zonder te roepen of te fluisteren.
- Zorg voor oogcontact en spreek met je gezicht naar de ander.
- Vermijd achtergrondlawaai, zoals tv of muziek.
- Herformuleer als iets niet begrepen wordt.
- Wees geduldig en geef tijd om te reageren.
De eerste patiënt is begin juli in UZ Leuven als eerste in Vlaanderen geopereerd met het nieuwe implantaat van Cochlear en stelt het goed.
Het implantaat is bedoeld voor kinderen en volwassenen bij wie een klassiek hoorapparaat onvoldoende helpt. Sinds 1 juli 2025 is het nieuwe Nucleus Nexa-implantaat opgenomen op de lijst van terugbetaalde gehoorimplantaten in België. Om terugbetaling te krijgen, moet het gehoorverlies minstens 70 decibel bedragen aan het beste oor. Voor kinderen onder de acht jaar wordt het uitwendige toestel om de drie jaar terugbetaald, voor oudere kinderen en volwassenen om de vijf jaar.