Nieuw medicijn tegen de ziekte van Crohn beschikbaar

1 september 2023

Goed nieuws voor patiënten met de ziekte van Crohn: sinds vandaag wordt het nieuwe, veelbelovende medicijn risankizumab terugbetaald. Nog twee andere nieuwe middelen komen binnenkort op de markt: een voor de ziekte van Crohn en een voor colitis ulcerosa, die andere chronische inflammatoire darmziekte. Artsen in UZ Leuven speelden een belangrijke rol in de grote internationale klinische studies die de werkzaamheid van deze nieuwe middelen aantoonden.

Prof. dr. Marc Ferrante, gastro-enteroloog in UZ Leuven en (mede)hoofdonderzoeker van de risankizumab studies: “De nieuwe middelen kunnen echte game-changers zijn, want ze lijken veel krachtiger dan de meeste oudere medicijnen."

Naar schatting lijdt 1 op de 200 Belgen aan een chronische darmontsteking, waaronder de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa. Zij moeten langdurig medicatie nemen om hun ziekte onder controle te houden en de typische symptomen zoals buikpijn, diarree en algemene malaise tegen te gaan. De afgelopen twintig jaar is er grote vooruitgang geboekt in de ontwikkeling van biologische therapieën op basis van antistoffen, maar helaas werken die niet bij alle patiënten en worden ze vaak na verloop van tijd minder effectief.

Helft van de patiënten volledig klachtenvrij

De afgelopen twee jaar werden grote internationale fase 3-studies met risankizumab, mirikizumab en upadacitinib succesvol afgerond en werden deze middelen goedgekeurd door het Europese (EMA) en Amerikaanse (FDA) geneesmiddelenagentschap voor gebruik in de klinische praktijk. Sinds vandaag wordt risankizumab bovendien terugbetaald door de ziekteverzekering in Belgie en is het dus echt breed beschikbaar voor patiënten met de ziekte van Crohn.

De nieuwe middelen kunnen echte 'game changers' zijn, want ze lijken veel krachtiger dan de meeste oudere medicijnen. Bovendien hebben ze minder bijwerkingen
Prof. dr. Marc Ferrante, gastro-enteroloog in UZ Leuven

Prof. dr. Marc Ferrante, gastro-enteroloog in UZ Leuven en (mede)hoofdonderzoeker van de risankizumab studies: “De nieuwe middelen kunnen echte game changers zijn, want ze lijken veel krachtiger dan de meeste oudere medicijnen. Zo’n 65% van de studiepatiënten die risankizumab kregen, voelden zich na 1 jaar duidelijk beter met de behandeling, en ruim de helft werd zelfs volledig klachtenvrij. Bovendien hebben de nieuwe behandelingen risankizumab en mirikizumab opvallend minder nevenwerkingen – de veiligheid is hoger dan we ooit hebben gezien. Omdat onze patiënten vaak levenslang ontstekingsremming nodig hebben, is het cruciaal dat een behandeling zo weinig mogelijk bijwerkingen heeft.”

Objectieve afname van de darmontsteking

Behalve metingen van de (subjectieve) ervaringen van de patiënten (zoals buikpijn en diarree), werden voor het eerst ook endoscopische beelden van de darmontsteking bij de ziekte van Crohn in rekening gebracht. Ook daar zagen de artsen een zeer gunstige evolutie met een duidelijke afname in de ernst van de zweren ter hoogte van het darmslijmvlies bij patiënten die de nieuwe behandeling kregen.

Significante uitbreiding aanbod

In de komende maanden wordt ook de terugbetaling van upadacitinib voor de ziekte van Crohn en van mirikizumab voor colitis ulcerosa verwacht. Daardoor breidt het aanbod aan behandelingen significant uit.

Prof. dr. Ferrante: “Dat is heel positief nieuws voor onze patiënten, maar brengt bijkomende vragen met zich mee. Hoe gaan we kiezen welk middel we bij wie inzetten? Werkt de ene behandeling misschien beter dan de andere bij een bepaald type patiënt? Daarvoor zijn bijkomende studies nodig die de behandelingen rechtstreeks met elkaar vergelijken, en ook toegepast op verschillende patiëntenprofielen.” De onderzoeksgroep voor chronische inflammatoire darmziekte (inflammatory bowel disease, IBD) van KU Leuven en UZ Leuven – waar zo’n 4000 patiënten worden opgevolgd – neemt al jaren een voortrekkersrol op in dit onderzoek.

“We hechten veel belang aan shared decision making: de keuze voor een bepaalde behandeling gebeurt quasi altijd in overleg met de patiënt. Samen bespreken we de voor- en nadelen van elk medicijn, zoals hoe snel het werkt, de mogelijke bijwerkingen en de manier van toediening, en peilen we naar die aspecten die belangrijk zijn voor de patiënt zelf.”

Belangrijke kanttekening: omdat de nieuwe middelen duurder zijn, mogen ze voorlopig pas als tweedelijnsbehandeling worden ingezet, wanneer een eerste behandeling niet (langer) aanslaat.

Meer informatie

Langs deze weg wensen de onderzoekers hun Belgische collega’s, de studieteams en alle patiënten te bedanken die meewerkten aan deze baanbrekende klinische studies.

De artsen van het Leuvense IBD-team: prof. dr. Bram Verstockt, prof. dr. João Pedro Guedelha Sabino, prof. dr. Séverine Vermeire en prof. dr. Marc Ferrante (© UZ Leuven)

Gerelateerd

Laatste aanpassing: 7 februari 2024