Psychologische ondersteuning bij een niet-aangeboren hersenletsel

Het oplopen van een niet-aangeboren hersenletsel (NAH) is een erg ingrijpende gebeurtenis, zowel voor de persoon zelf als zijn naaste omgeving. Heel wat moeilijkheden, zowel zichtbare als minder zichtbare, kunnen voorkomen. Aan de hand van gesprekken en een neuropsychologisch onderzoek kan men een beter inzicht krijgen in de eventuele ‘minder zichtbare’ gevolgen van een NAH zoals cognitieve stoornissen, vermoeidheid, emotionele en/of gedragsmatige veranderingen. De neuropsycholoog zal vervolgens informatie en adviezen kunnen geven aangaande de cognitieve mogelijkheden en problemen, de emotionele gevolgen en de eventuele gedragsveranderingen.

Cognitieve stoornissen na een NAH zijn meestal moeilijker op te merken. Aan de hand van een specifiek onderzoek, dat bestaat uit een aantal uitgezochte en betrouwbare tests, worden verschillende cognitieve functies (bijvoorbeeld aandacht, geheugen, ruimtelijk inzicht, planningsvermogen of probleemoplossend denkvermogen) geëvalueerd. Tijdens het onderzoek wordt bijvoorbeeld gevraagd zoveel mogelijk gegevens te onthouden of meervoudige opdrachten uit te voeren.

Op grond van de resultaten van dit onderzoek zal worden aangegeven waar voldoende mogelijkheden en waar beperkingen zijn. Een individueel behandelingsprogramma, specifiek gericht op de aard en de ernst van de weerhouden problemen bij de revalidant, wordt uitgevoerd door de leden van het multidisciplinair team. Een patiënt met geheugenproblemen zal bijvoorbeeld een agenda leren gebruiken om beter afspraken te onthouden.

Ook op emotioneel vlak kunnen mensen moeilijkheden of veranderingen opmerken. Het oplopen van een NAH vergt een belangrijk aanpassingsproces en gaandeweg het revalidatietraject groeit vaak het besef dat er restbeperkingen zullen overblijven. De revalidant doorloopt een verwerkingsproces, waarbij in het begin verdriet erg intens aanwezig kan zijn. De neuropsycholoog biedt begeleiding en ondersteuning aan gedurende het revalidatietraject. Soms lijkt het alsof men vastloopt of in de put geraakt, waardoor depressie of angst op de voorgrond komen te staan. Ook kan er na een NAH sprake zijn van een verminderde of een verhoogde emotionaliteit door het hersenletsel.

De neuropsycholoog zal met de revalidatieartsen overleggen of psychiatrisch advies aangewezen is en of de behandeling met specifieke medicatie moet worden ondersteund. Als dit het geval is, zal u ook door de psychiater worden gevolgd.

Ook voor de direct(e) betrokkenen is de revalidatie vaak een zware periode. Zij maken eveneens een verwerkingsproces door. Vaak vinden zij voldoende steun bij familie en/of vrienden of gaan ze te rade bij hun huisarts, maar indien gewenst kunnen ook zij bij de neuropsycholoog terecht voor ondersteuning. Indien intensievere begeleiding aangewezen is, kan de neuropsycholoog mee zoeken naar een doorverwijzing naar externe psycholoog of psychiater.

Gedragsveranderingen die na een NAH kunnen optreden, zijn uiteenlopend van aard. Het betreft vaak een verhoogde gevoeligheid voor drukte, lawaai en fel licht, waarop u met prikkelbaarheid reageert. Een andere gedragsverandering is bijvoorbeeld interesse- of initiatiefverlies. Daartegenover kan ook (ongeremdheid) ontremd gedrag ontstaan. U reageert dan wat impulsief en ondoordacht. Deze personen hebben, omwille van hun NAH, nood aan afspraken en structuur, om zo de situatie draaglijk te houden voor zichzelf en hun omgeving.

Laatste aanpassing: 8 juni 2021