Verloop van anesthesie bij kinderen

Wie dient de anesthesie toe? Hoe wordt mijn kind in slaap gebracht? Hoelang duurt de anesthesie en wat gebeurt er op het einde? Hoe gebeurt de pijncontrole na de anesthesie? Mag ik als ouder bij de anesthesie aanwezig zijn?

Wie brengt uw kind in slaap?

De anesthesist

De arts die de anesthesie toedient, is de anesthesist. In België is dit steeds een arts-specialist met een erkenning in de anesthesie en reanimatie, die na zijn opleiding geneeskunde nog een 5 jaar durende opleiding heeft doorlopen om zich te specialiseren in de anesthesie. 

UZ Leuven is een opleidingsziekenhuis waar assistenten in opleiding samenwerken met een arts-specialist met een erkenning in de anesthesie en reanimatie om zich verder te bekwamen in de specialiteit. Naarmate zij zich verder in de opleiding bevinden, zullen zij meer verantwoordelijkheid krijgen en ook moeilijkere procedures mogen uitvoeren, maar nooit zonder begeleiding van een staflid arts-specialist in de anesthesie.

Het prosateam

Voor de begeleiding van sedatie van kinderen buiten het operatiekwartier, werd het prosateam opgericht. Dat team bestaat uit verpleegkundigen die speciaal opgeleid zijn voor sedatie. Zij evalueren de kinderen voor de sedatie, dienen de medicatie toe en bewaken ze ook tijdens de sedatie. Zij gebruiken een sedatieschaal waarmee ze controleren dat kinderen nooit zo diep gaan slapen dat ze een volledige narcose krijgen.

De verpleegkundigen van het prosateam werken steeds in overleg met de kinderartsen en/of anesthesisten die het dossier van het kind mee overlopen en de medicatie voor de sedatie bepalen en doseren. Er is altijd een arts-specialist met een erkenning in de anesthesie en reanimatie beschikbaar die kan geroepen worden en bijstand kan bieden indien er zich problemen voordoen met de sedatie. Het prosateam zal niet alle sedatieprocedures uitvoeren: bepaalde sedaties zullen ook door de anesthesist zelf gebeuren. Welke dat zijn, wordt bepaald door het type procedure en de gezondheidstoestand van uw kind. Voor de procedure wordt u meegedeeld voor welke optie er zal gekozen worden. 

Hoe wordt uw kind in slaap gebracht?

Er zijn twee manieren om kinderen onder anesthesie te brengen: met een masker of via een infuus.

Kleine en weinig coöperatieve kinderen worden meestal met een masker in slaap gebracht. Vanaf 5 à 6 jaar kan u samen met uw kind beslissen wat jullie voorkeur geniet. Dat gebeurt het best op voorhand zodat de verdovende pleister tijdig kan worden aangebracht. Bij gehospitaliseerde kinderen die in het grote operatiekwartier in slaap gaan, kan u uw keuze vermelden bij aankomst op het operatiekwartier. Bij kinderen op het dagziekenhuis, geeft u dit het best bij aankomst op het dagziekenhuis al aan. 

Masker 

Een masker is een soort kapje dat over de mond en de neus van het kind wordt aangebracht. Uit dit masker komt zuurstof, vermengd met een slaapdamp. Door het inademen van het mengsel, zal uw kind duizelig worden en in slaap vallen. De slaapdamp heeft een speciale geur, wat voor de meeste kinderen geen probleem is, maar door anderen als onaangenaam ervaren wordt. Dat zorgt er voor dat kinderen niet altijd coöperatief zijn of blijven tijdens het in slaap brengen. Toch is het belangrijk dat de anesthesist het masker relatief kort over de mond en de neus houdt omdat anders de inslaaptijd alleen maar wordt verlengd. Als ouder kan u uw kind het best helpen door met een rustige stem tegen uw kind te praten tot het in slaap valt.

Bij het in slaap vallen kan het zijn dat uw kind zwaar gaat ademen, begint te snurken of nog even begint te bewegen. Dit kan voor u als ouder even schrikken zijn. Het is belangrijk om te weten dat uw kind op dat moment eigenlijk al in een lichte slaap is en zich hier niks meer van zal herinneren. Dat is op zich ook geen probleem. Eens uw kind dieper slaapt, gaat dit over.

Infuus

Naast een masker, kan uw kind ook via een infuus in slaap worden gebracht. Het voordeel daarvan is dat uw kind geen masker voor zijn of haar gezicht krijgt. Er moet wel een infuus worden geprikt. Vooraf kan een pleister op de prikplaats worden aangebracht dat een lokaal verdovend product bevat. Dat moet minstens een half uur inwerken. Het plaatsen van het infuus doet dan weinig of geen pijn meer. De angst voor de prik is dan veel erger dan de prik zelf, al kan uw kind wel even een druk op de huid of een gevoel van aanraking hebben tijdens het prikken. Ook hier kan u het best uw kind geruststellen door rustig met uw kind te praten. Eens uw kind een infuus heeft, zal langs daar de slaapmedicatie worden toegediend.

Wanneer en hoe eindigt de anesthesie?

De anesthesist zorgt voor ervoor dat uw kind blijft slapen zolang de procedure duurt. Op het einde wordt uw kind wakker gemaakt door het staken of het neutraliseren van de anesthesiemedicatie. Uw kind wordt naar de PAZA (postanesthesie-zorgafdeling) of uitslaapkamer gebracht. Daar wordt uw kind gecontroleerd door een team van gespecialiseerde verpleegkundigen onder leiding van een anesthesist tot het voldoende hersteld is: goed wakker, wonde in orde, niet misselijk, pijn onder controle…

Wanneer uw kind naar de ontwaakkamer gaat, zal u worden verwittigd. Een van de ouders mag in de ontwaakkamer aanwezig zijn tot uw kind voldoende wakker is om terug naar de kamer te gaan

Bij zwaar zieke kinderen of grote operaties kan het zijn dat uw kind, al dan niet al slapend, naar een afdeling van intensieve zorg (of neonatologie voor baby's) overgebracht wordt. Meestal wordt u reeds voor de ingreep daarvan op de hoogte gebracht. Uitzonderlijk kan dit ook beslist worden tijdens de ingreep zelf.

De veiligheid van uw kind heeft in deze beslissing steeds de prioriteit. Een team verpleegkundigen en artsen van intensieve zorgen neemt de bewaking van uw kind over van de anesthesist. De bezoekafspraken op deze afdeling worden met u gecommuniceerd.

 

Pijncontrole na de anesthesie 

Vooraleer uw kind ontwaakt, zal de anesthesist al pijnstillers toedienen via het infuus en/of via regionale anesthesie. In de uitslaapkamer zal de verpleegkundige controleren of de pijn voldoende onder controle is. Als dat niet het geval is, kunnen bijkomende pijnstillers worden toegediend.

Wanneer uw kind een regionale anesthesie heeft gekregen, zal de verdoofde plaats stilaan wakker worden. Afhankelijk van de plaats van de verdoving en het toegediende product kan dit tot enkele uren duren.

Op een bepaald moment kan uw kind pijn beginnen krijgen.

  • Als uw kind opgenomen is, kan u om pijnstillers vragen.
  • Als uw kind thuis is, zal u een pijnstiller moeten toedienen. Voor u naar huis gaat, zal u uitleg krijgen over wat in u dit geval kan en mag toedienen.

Pijnpomp

Soms kan het zijn dat de anesthesist beslist om uw kind een pijnpomp te geven voor de controle van de postoperatieve pijn. Dat gebeurt enkel bij grote ingrepen en zal vooraf met u worden besproken. Deze pijnpomp kan op verschillende plaatsen inwerken. Afhankelijke daarvan spreken we van:

  • een PCEA (epidurale pijnpomp: ter hoogte van de rug)
  • een PCRA (regionale pijnpomp: werkt in op een zenuw die de pijn richting het ruggenmerg geleidt)
  • een PCIA (intraveneuze pijnpomp: wordt aangeschakeld op het infuus).

Bij het plaatsen van een regionale anesthesie bij uw kind kan de anesthesist een fijn plastic buisje achterlaten ter hoogte van de zenuwen die hij of zij wil verdoven. Door dat buisje kan er tijdens de operatie een extra lokaal verdovend middel worden toegediend. Na de procedure kan een pijnpomp worden aangeschakeld, die een (kleinere) hoeveelheid lokaal verdovend product toedient. Uw kind zal terug meer kracht krijgen in zijn spieren, maar de pijn zal in de meeste gevallen voldoende of volledig onderdrukt worden.

Soms heeft de pomp een drukknop: als de toegediende hoeveelheid lokaal verdovend middel onvoldoende is en uw kind nog lichte pijn voelt, kan u of uw kind op de knop duwen en geeft dit een extra dosis lokaal verdovend middel. Veiligheidshalve stellen we een beperking in op de hoeveelheid die er op die manier kan worden bij gevraagd. Als u of uw kind te veel drukt, zal de pijnpomp dus niks meer bijgeven. Afhankelijk van de plaats waar de pijnpomp medicatie toedient, spreken we van PCEA (epidurale pijnpomp) of PCRA (regionale pijnpomp).

Soms krijgt uw kind een PCIA (intraveneuze pijnpomp), dat is een pijnpomp die op het infuus wordt aangeschakeld. Uw kind zal dan continu een krachtige pijnstiller via het infuus toegediend krijgen. Ook hier kan de pomp een drukknop hebben. Als uw kind toch nog pijn zou voelen kan u of uw kind op die manier een extra dosis pijnstiller bijvragen.

Tijdens het gebruik van de pijnpomp zal anesthesie dagelijks de pijn mee evalueren via een pijnteam van gespecialiseerde pijnverpleegkundigen. Na één tot meerdere dagen wordt de pijnpomp gestopt en uitgehaald. Uw kind zal dan klassieke pijnstillers krijgen tot de pijn voldoende onder controle is zodat ook deze kunnen worden afgebouwd en gestopt.

Mag ik als ouder aanwezig zijn bij de anesthesie? 

Het antwoord daarop is genuanceerd:

  • Beide ouders mogen aanwezig zijn bij uw kind in de aankomstzone van het operatiekwartier.
  • Eén ouder (of vertrouwenspersoon) mag aanwezig zijn bij de start van de anesthesie. Wanneer uw kind slaapt, zal u onder begeleiding de zaal verlaten.

Uitzondering

In sommige gevallen kan u gevraagd worden om als ouder niet mee met uw kind naar de operatiezaal mee te komen. Dat is steeds om de veiligheidstoestand van uw kind te garanderen. Bij sommige kinderen is de start van de anesthesie één van de meest kritische momenten waarbij de anesthesist zijn volledige aandacht wil richten op uw kind. Op dat moment primeert de zorg van uw kind en is het belangrijk dat al het personeel in de zaal blijft in plaats van u naar buiten te moeten begeleiden. U krijgt dan vanzelfsprekend in de aankomstzone van het operatiekwartier voldoende tijd om rustig uw kind over te dragen aan de verpleegkundige die hem of haar zal meenemen naar de operatiezaal.

 

Kinderen die van een intensieve zorgafdeling of van neonatologie komen, nemen afscheid van hun ouders op de afdeling waarna het kind onder medische begeleiding meteen naar de operatiezaal wordt gebracht.

Laatste aanpassing: 24 februari 2021