Algemene nevenwerkingen

De reacties van het lichaam hangen samen met het gebied dat bestraald wordt. Toch zijn er een aantal algemene reacties die meestal in de loop van de behandeling kunnen optreden.

Bijvoorbeeld:

  • Vermoeidheid
  • Meer behoefte aan slaap
  • Verminderde eetlust 

Uw arts zal u hierover vooraf inlichten en met u bespreken op welke manier deze reacties kunnen worden opgevangen.

Als u klachten heeft, is het best om er met uw arts of met de verpleegkundigen over te praten.

De uitwerking van de straling kan zich nog geruime tijd verderzetten en het totale effect wordt vaak pas na meerdere weken bereikt. Soms treden nevenwerkingen pas op in de week na de bestraling of nemen ze nog wat toe. Als u weinig of geen last heeft van de bestraling, hoeft dit u niet te verontrusten. Het effect van de bestraling hangt niet met of u weinig of veel nevenwerkingen heeft. Spreek hierover met uw arts zodat die u de juiste informatie kan geven.

Specifieke nevenwerkingen

Afhankelijk van het lichaamsdeel dat bestraald wordt, kunnen specifieke bijwerkingen optreden.

Bespreek uw klachten met de behandelende arts of verpleegkundige. Zij kunnen u advies geven over hoe u het best met de klachten kunt omgaan of wat u er aan kunt doen.

Huidreactie

Het is heel normaal dat uw huid reageert op de bestraling. De mate waarin u reageert, hangt af van een aantal factoren zoals de toegediende dosis en de plaats van bestraling.

Op de bestralingsplaats kan uw huid rood, erg droog en lichtjes opgezwollen zijn. Achteraf schilfert ze af. De huid op de bestraalde plaats jeukt en is gevoelig. In een aantal gevallen kan de huid donkerrood worden. Dan is ze ook glimmend en pijnlijk. Er kunnen zich blaasjes vormen, die opengaan en waaruit vocht kan komen. Ze komen het meest frequent voor in de huidplooien, bijvoorbeeld achter de oren, ter hoogte van de liezen of de bilnaad.

De huidreacties kunnen zich voordoen zowel tijdens de behandelingsreeks als na afloop ervan. De verpleegkundigen en uw behandelend arts volgen deze mee op tijdens de behandeling. Zij kunnen u ook advies geven over hoe u het best uw huid kan beschermen en verzorgen (vb. gebruik van hydraterende zalf, beschermende kledij…).

Verzorging tijdens de behandeling

Een behandeling kan veel van uw lichaam vragen. Om uw gewicht en conditie op peil te houden, is het nodig voldoende energie (calorieën), vocht en voedingsstoffen op te nemen. In een goede voedingstoestand kan u de behandeling meestal beter aan en heeft u minder kans op complicaties. De diëtist geeft u hierover graag advies. Afhankelijk van uw wensen en/of de ernst van uw klachten zal zij u blijven volgen gedurende de hele behandeling. U kan steeds een afspraak maken bij de diëtist via de verpleegkundige van het protontherapieteam, het secretariaat of uw behandelende radiotherapeut-oncoloog.

Op de bestralingsplaats kan uw huid rood, erg droog en lichtjes opgezwollen zijn. Achteraf schilfert ze af. De huid op de bestraalde plaats jeukt en is gevoelig. In een aantal gevallen kan de huid donkerrood worden. Dan is ze ook glimmend en pijnlijk. Er kunnen zich blaasjes vormen, die opengaan en waaruit vocht kan komen. Ze komen het meest frequent voor in de huidplooien, bijvoorbeeld achter de oren, ter hoogte van de liezen of in de bilnaad.

De huidreacties kunnen zich zowel voordoen tijdens de behandelingsreeks als na afloop ervan. De verpleegkundigen en uw behandelende arts volgen ze mee op tijdens de behandeling. Zij kunnen u ook advies geven over hoe u het best uw huid kan beschermen en verzorgen (bv. door middel van hydraterende zalf of beschermende kledij).

Aanbevelingen

Onderstaande aanbevelingen gelden alleen voor de plaatsen waar u bestraald wordt. Het is niet nodig dat u de huid op de rest van uw lichaam op dezelfde manier verzorgt.

Tijdens de bestraling

  • Bescherm de bestraalde huid tegen bijkomende irritatie, verwondingen en ontstekingen zolang de bestraling duurt en tot uw huid volledig genezen is.
  • Was uw huid op de bestralingsplaats met een neutrale, niet-geparfumeerde zeep.
  • Gebruik bij voorkeur lauw water.
  • Was uzelf heel voorzichtig. Gebruik uw handen in plaats van een washandje.
  • Droog de huid heel voorzichtig en deppend. U mag er zeker niet over wrijven. Houd de huidplooien heel droog, want op die plaatsen gaat de huid gemakkelijker open.
  • Plaats een zacht doekje in huidplooien.
  • U mag gerust een douche of bad nemen. Breng nooit zelf opnieuw aantekeningen aan als ze minder duidelijk geworden zijn.
  • Bescherm uw huid op de bestraalde plaats tegen te hoge en te lage temperaturen. Gebruik nooit een warmwaterkruik of een elektrisch kussen.
  • Scheer u niet op de bestralingsplaats, bv. in de oksels.
  • Als u in het gezicht wordt bestraald, gebruik dan een elektrisch scheerapparaat zonder scheerproducten of aftershave, want ze kunnen de huid irriteren.
  • Bij jeuk, branderig gevoel of droge huid:
    • Gebruik tweemaal per dag een vochtinbrengende crème.
    • Koel de huid af met een koud en vochtig washandje of met een ‘coldpack’ dat u in de koelkast bewaart (niet in de diepvries).
    • Niet krabben; zachtjes wrijven met de vlakke hand helpt.
    • Er zijn speciale siliconen schuimverbanden die jeuk en pijn verlichten. Vraag ernaar bij de verpleegkundigen van het bestralingstoestel; zij kunnen u hierbij helpen.
  • Vermijd kleding die over de bestraalde huid schuurt:
    • Draag bij voorkeur 100 procent katoenen kleding als uw kleding rechtstreeks in aanraking komt met de bestraalde huid.
    • Zorg ervoor dat uw kleding zacht aanvoelt. Gebruik in geen geval stijfsel of harde wasproducten, want die zouden de huid kunnen irriteren.
    • Draag over de behandelde huid losse kleren om wrijving te vermijden.
    • Vermijd strak zittende hemden, nauw aansluitende kragen, riemen enzovoort.
    • Bij halsbestraling voorkomt een zijden sjaaltje wrijving.
    • Dames dragen best geen strak zittende beha of een korset. Als u toch een beha draagt, kunt u uw huid met een zacht doekje beschermen. Soms is het aangewezen dat u onder uw beha een katoenen hemdje draagt.
  • Bescherm de bestraalde huid tegen rechtstreekse zon, koude, wind en regen. Zonneproducten houden de zon niet volledig tegen en bovendien kunnen ze irritatie veroorzaken. Bedek liever de bestraalde huid.
  • Tijdens de bestraling zullen zowel de arts als de verpleegkundige uw huid regelmatig goed bekijken. Bij problemen kunt u ook terecht bij de wondzorgverpleegkundige.

Na de bestraling

Blijf uw bestraalde huid beschermen, ook na de behandeling, zelfs als uw huid genezen lijkt.

Tijdens de eerste weken na de bestraling

  • Volg de verzorgingsinstructies die u kreeg, zoals het smeren van vochtinbrengende crème of het aanbrengen van speciale verbanden.
  • Vermijd verwondingen, wrijving of druk.
  • Vermijd zo veel mogelijk producten die huidirritatie kunnen veroorzaken, zoals scheerproducten en aftershaves.
  • Mocht uw huid toch opengaan na het einde van uw bestraling, neem dan onmiddellijk contact op voor een afspraak met de wondzorgverpleegkundige.

Tot 1 jaar na de bestraling

  • Bescherm uw bestraalde huid tegen direct zonlicht. Gebruik bijvoorbeeld een zonneproduct met factor 50 of hoger wanneer de bestraalde huid toch wordt blootgesteld aan de zon.
  • Bescherm uw huid tegen de rechtstreekse inwerking van wind en koude.

Raadpleeg uw arts of verpleegkundige als de huid op de plaats van de bestraling:

  • hevig rood wordt,
  • blaasjes vertoont,
  • vochtig en kleverig wordt,
  • en/of erg pijnlijk is.
Laatste aanpassing: 17 februari 2023