Vijf fabels over epilepsie

12 februari 2024

Bij epilepsie denk je misschien aan iemand die al schokkend neervalt, maar wist je dat een epilepsieaanval zich op tientallen manieren kan uiten? En dat in ons land meer dan 60.000 mensen met epilepsie leven? Op deze internationale Epilepsiedag helpt kinderneuroloog prof. dr. Katrien Jansen vijf fabels over epilepsie mee de wereld uit.

Fabel 1 - Epilepsie is een zeldzame aandoening

Epilepsie komt voor bij 1 op de 200 volwassenen en ongeveer 1 op de 150 kinderen wereldwijd. Zeldzaam is het dus zeker niet. Epilepsie is dan ook de tweede meest voorkomende hersenaandoening, na migraine. In ons eigen land zijn er meer dan 60.000 mensen met een vorm van epilepsie.

De oorzaak van epilepsie situeert zich in onze hersenen. Bij mensen met epilepsie gebeurt er herhaaldelijk een soort ‘kortsluiting’ in de hersenen: een plotse abnormale ontlading in een groep zenuwcellen. Die ontlading veroorzaakt een reactie of aanval.  

Fabel 2 - Een epilepsieaanval gaat steeds gepaard met een verlies van bewustzijn en grote schokken

Epilepsieaanvallen kunnen verschillende vormen aannemen. Zo onderscheiden we twee soorten van aanvallen, naargelang waar de storing in de hersenen begint: focale en gegeneraliseerde aanvallen.

Focale aanvallen beginnen in een bepaald hersengebied. Bij sommige focale aanvallen blijf je bij bewustzijn en kun je de aanval zelf waarnemen, bijvoorbeeld in de vorm van emotionele reacties (bv. angst), fysieke reacties (bv. zweten) of zintuiglijke prikkels (bv. lichtflitsen zien). Een focale aanval kan ook een vermindering of verlies van het bewustzijn veroorzaken, zoals niet meer reageren op een aanspreking of onbewust handelingen uitvoeren.

"Als de storing van een focale aanval zich uitbreidt, kan de aanval evolueren naar een bilateraal tonisch-clonische aanval waarbij je bewusteloos geraakt en schokkende bewegingen maakt", zegt professor Jansen. "Het is deze ‘grote aanval’ die veel mensen associëren met epilepsie, al zijn er dus heel wat meer types."

Gegeneraliseerde aanvallen beginnen verspreid over de beide hersenhelften. Ook binnen deze groep zijn er nog zo’n zes types aanvallen, waaronder sommigen met bewustzijnsverlies.  

Fabel 3 - Epilepsie heeft weinig invloed op het functioneren op school

De impact van epilepsie op het naar school gaan, is voor elk kind anders. Een aantal factoren spelen daarin een rol, zoals het aantal en de ernst van de epileptische aanvallen. Kinderen met epilepsie hebben vaker moeite met aandachtstaken en taken die het werkgeheugen testen, maar ook bepaalde anti-epileptische medicatie kan een negatieve invloed hebben op de cognitieve functies. De precieze impact van al die dingen varieert sterk van kind tot kind.

Kinderen met epilepsie kunnen gewoon naar school gaan, al is het super belangrijk dat de school en het leerkrachtenteam goed geïnformeerd zijn.
prof. dr. Katrien Jansen

Professor Jansen: "Kinderen met epilepsie kunnen gewoon naar school gaan. Al is het wel super belangrijk dat de school en het leerkrachtenteam goed op de hoogte zijn, bijvoorbeeld over wat epilepsie precies is en hoe er gereageerd moet worden op de mogelijke aanvallen. Voor hen bundelden we recent heel wat informatie op onze webpagina 'Een kind met epilepsie op school'. Naast heel wat achtergrondinfo, vind je er ook tips over hoe je een leerling met epilepsie kunt ondersteunen en handige invuldocumenten." 

Als de epilepsie traag of moeilijk onder controle te houden is, dan kan extra ondersteuning in het reguliere onderwijs of een traject in het bijzonder onderwijs een goede optie zijn. Dat heeft soms onterecht een negatieve bijklank: door de aangepaste onderwijsstructuur, multidisciplinaire teams en kleinere groepen, zijn er in het bijzonder onderwijs vaak meer mogelijkheden om een kind met epilepsie op het eigen tempo te laten leren.

Fabel 4 - Sporten met epilepsie is gevaarlijk

Sporten is voor iedereen gezond, ook als je epilepsie hebt. De kans op een aanval tijdens het sporten is eerder klein: activiteit en inspanning onderdrukken vaak de aanvallen. Je zal eerder vlak na het sporten een aanval krijgen, door de overgang van inspanning naar ontspanning.

"Sowieso is het belangrijk dat je sport met de juiste omkadering en in goede omstandigheden, omdat een aanval nooit kan uitgesloten worden", aldus professor Jansen. "Zorg bijvoorbeeld dat er andere mensen in de buurt zijn en voorzie voldoende tijd om op te warmen en af te koelen."

De ene sport houdt ook meer risico’s in dan de andere, naargelang wat er kan gebeuren bij een eventuele aanval.  Bespreek dit zeker met je arts, afhankelijk van jouw type epilepsie en de aanvalscontrole.

Fabel 5 - Met epilepsie kun je geen rijbewijs halen

Als je een bepaalde periode aanvalsvrij bent en voldoet aan de nodige voorwaarden, kun je ook met epilepsie rijgeschikt verklaard worden en een tijdelijk rijbewijs krijgen. De eerste keer is dit rijbewijs maximum één jaar geldig. Daarna krijg je in de meeste gevallen een rijgeschiktheidsattest tot vijf jaar na de laatste aanval, op voorwaarde van goede controles.

Vanaf het moment dat iemand een epileptische aanval heeft, mag die echter geen gemotoriseerd voertuig meer besturen tot er opnieuw een medische keuring is geweest. Het is de arts die steeds beslist of je al dan niet geschikt bent om met de auto rijden. Het is ook mogelijk dat je een rijbewijs met beperkingen krijgt, bijvoorbeeld enkel overdag rijden, binnen een bepaalde afstand rijden, niet op de autosnelweg rijden …

Goed om weten: je moet niet telkens opnieuw je rijexamen af te leggen om een nieuw tijdelijk rijbewijs te halen. 

Meer weten?

Op de website van de Epilepsie Liga Vlaanderen vind je meer info over alles wat met epilepsie te maken heeft. 

Epilepsie Liga Vlaanderen
Laatste aanpassing: 12 februari 2024