Hulp na seksueel geweld

12 mei 2023
Sinds juni 2022 heeft UZ Leuven een Zorgcentrum na Seksueel Geweld. Kim, een jonge studente, is een van de mensen die het voorbije half jaar hulp zocht in het nieuwe centrum. Dit is haar verhaal.

Kim had het prima naar haar zin, die eerste maand dat ze in Leuven op kot zat. Ze volgde een kunstopleiding, maakte vrienden in het studentenhuis en op school. Tot die avond in oktober, toen ze met haar klas naar een theatervoorstelling ging. Kim: “Na de voorstelling gingen we iets drinken. Toen ik naar het toilet ging, kwam een klasgenoot me achterna. Hij kwam mee het toilet in en daar heeft hij me verkracht."

"Ik zei steeds maar dat ik het niet wilde, maar hij trok mijn broek naar beneden en penetreerde me. Ik probeerde hem van me af te duwen, maar hij duwde me steeds weer tegen de muur aan. Nadat ik hem voor de derde keer van me af duwde, zei hij: ‘Oké, we maken het een andere keer af, lieverd’. En toen ging hij gewoon weer het café in, waar de rest van mijn klasgenoten zaten.”

Verdoofd

Kim vertelt hoe ze op dat moment totaal verdoofd was. “Ik was heel erg geschrokken en had totaal nog niet door wat er eigenlijk gebeurd was. Ik ging gewoon op het toilet zitten en probeerde na te denken. Terwijl ik het in mijn hoofd kleiner probeerde te maken, begon ik heel hard te huilen. Ik kon niet meer stoppen met huilen.”

Twee klasgenoten kwamen aankloppen en vroegen wat er aan de hand was. Kim vertelde hen het hele verhaal, nog in shock. “Toen ik uiteindelijk uit het toilet kwam, zat die jongen daar nog steeds. Ik vertelde een andere vriendin wat er gebeurd was. Zij is naar de barman gegaan en die heeft de jongen gezegd dat hij weg moest gaan. Hij heeft daar eerst nog ruzie over gemaakt. Hij zei dat hij het niet eerlijk vond, dat het niet zijn schuld was.”

Er zijn dagen dat ik er niet in slaag mijn bed uit te komen
Kim

Kim ging samen met klasgenoten weer naar huis. “Ik voelde me heel slecht, maar had nog altijd niet door wat er gebeurd was. Pas toen iedereen vertrokken was, besefte ik hoe erg het met me gesteld was. Ik heb toen een andere huisgenote wakkergemaakt en haar alles verteld. En heel veel gehuild. Zij heeft ervoor gezorgd dat ik naar bed ging en is bij mij komen liggen tot ik in slaap viel.”

Het was die huisgenote die de volgende ochtend zei: “Ik denk dat je naar de politie moet gaan.” Kim: “Ik wilde dat eerst niet, maar zij had vroeger ook iets heftigs meegemaakt en kreeg er later spijt van dat ze geen aangifte had gedaan.” Terwijl Kim doodmoe op de bank lag, vond haar huisgenote online informatie over het Leuvense Zorgcentrum na Seksueel Geweld. “We leerden dat je daar aangifte kan doen als je dat wilt, maar als je het niet wilt, kunnen ze in ieder geval bewijsmateriaal van je lichaam afnemen. Dan heb je nog een half jaar om te beslissen of je wel of niet aangifte wil doen.”

Opluchting

“In het zorgcentrum werd ik heel vriendelijk ontvangen. Nadat ik de verpleegkundige mijn verhaal had gedaan, zei zij: ‘Ja, dat is een verkrachting.’ Op zich was dat misschien vrij duidelijk, maar tot dan had ik het woord nog niet durven gebruiken. Ik dacht: ik maak het misschien allemaal groter dan het is, misschien moet ik me niet zo aanstellen. Maar toen zij het woord verkrachting uitsprak, voelde ik een soort opluchting: ik mag voelen wat ik voel, want het is wel echt erg wat er gebeurd is.”

Die hele eerste dag bleef Kim redelijk kalm. Ze vulde formulieren in, beantwoordde vragen. “Het ene moment barstte ik in de wachtzaal in huilen uit, het andere moment at ik rustig een broodje alsof er niets gebeurd was.” Kim besloot om toch meteen aangifte te doen.

“De politie kwam in burger, om niet te veel aandacht te trekken. Ook tegen hen kon ik heel kalm mijn verhaal vertellen. Nu, een half jaar later, is dat heel anders. Als ik er nu over vertel, voel ik spanning in mijn hele lichaam en heb ik moeite met ademhalen. De politie nam de zaak meteen ernstig en dat was fijn. Ik ben blij dat ik de aangifte in het zorgcentrum kon doen. Als ik daarvoor naar het politiekantoor had moeten gaan, was me dat waarschijnlijk niet gelukt.”

Het Zorgcentrum na Seksueel Geweld (ZSG)

Slachtoffers van acuut seksueel geweld kunnen dag en nacht, zeven dagen op zeven, terecht in het ZSG. Speciaal opgeleide verpleegkundigen zorgen voor opvang en ondersteuning, samen met een team van spoedartsen, gynaecologen, pediaters en speciaal daartoe opgeleide psychologen. Het zorgcentrum biedt medische hulp, psychologische begeleiding en verdere medische en psychische begeleiding aan de slachtoffers. Ook vertrouwenspersonen van het slachtoffer kunnen er opvang en advies krijgen. Bovendien kan je er in alle discretie aangifte doen bij de politie.

Lees hier alle praktische info over het zorgcentrum

ZSG campus Gasthuisberg, Herestraat 49, 3000 Leuven, 
24 uur op 24 bereikbaar via tel. 016 34 11 11 en e-mail zsg@uzleuven.be
 

Gekmakende gedachten

Ook al twijfelde niemand in haar omgeving aan wat er gebeurd was, Kim bleef met vragen zitten. “In het begin denk je: heb ik dit misschien uitgelokt? Maar ik was net gaan sporten, had vormeloze kleren aan, helemaal niet sexy. En zelfs als ik een minirokje had aangehad, dan nog had ik hier natuurlijk niet om gevraagd."

"Ook: ik heb niet geschreeuwd in de wc. Mijn vader had me vroeger geleerd: als zoiets gebeurt, moet je krabben, bijten en schreeuwen. Maar dat heb ik allemaal niet gedaan. Ik ging ook heel erg in overdrive bij de gedachte: wat als ik die jongen opnieuw tegenkom? Wat moet ik dan doen? Dat maakte me helemaal gek.” Haar vader leerde haar die gedachten af te sluiten. Kim: “Ik leerde tegen mezelf zeggen: ik hoef dit niet te denken, ik kan ook aan leukere dingen denken. Een tijdlang ging dat goed.”

Toch merkte Kim dat het niet zo eenvoudig lag. “Er is me zoveel ontnomen. Zeker in het begin was ik echt aan het rouwen. Mijn vertrouwen is me afgenomen. Ik wil zonder angst over straat lopen en niet bang moeten zijn voor donkere steegjes. Alleen als ik omringd ben door mensen bij wie ik me veilig voel, ben ik niet bang. Op school ben ik goed in de theoretische vakken, maar alles wat met creativiteit te maken heeft, lukt niet, omdat dat creatieve deel van me helemaal in beslag genomen is door wat me is overkomen.”

Therapie

De hulp van het zorgcentrum bleef niet bij die ene dag. Kim werd medisch opgevolgd, bijvoorbeeld ook om te checken of ze geen soa had opgelopen. Maar ook emotioneel bood het centrum blijvende zorg: “De verpleegkundige belde me een tijdlang iedere week op om te horen hoe het met me ging. Ik kreeg ook begeleiding van een therapeut. We spraken over mijn jeugd, de relatie met mijn ouders, hoe ik omging met moeilijke dingen. Dat was belangrijk om emotioneel te kunnen herstellen."

"Op een gegeven moment hadden de therapeut en ik de indruk dat ik wel oké was en hebben we de therapie stopgezet. Maar na een tijdje merkte ik dat het helemaal niet goed met me ging. Er zijn dagen dat ik er niet in slaag mijn bed uit te komen. Binnenkort heb ik een afspraak met een andere therapeut in het centrum. Het fijne is dat ik me daarbij geen zorgen moet maken over geld. Voor alles wat binnen het zorgcentrum zelf gebeurt, hoef ik niet te betalen. Dat geeft rust.”

Wat Kim andere mensen in een gelijkaardige situatie zou aanraden? “Blijf er niet mee zitten, probeer het niet in je eentje op te lossen, want wat je is overkomen, is erg, dat mag zijn plek hebben. En denk niet te snel dat je weer verder kan omdat het een beetje beter met je gaat. Voor mezelf hoop ik dat ik weer gelukkig kan zijn, weer zin krijg om dingen te doen, om te leven. En ik hoop dat mensen beseffen wat je iemand anders kan aandoen. Toestemming vragen bij seks is echt nodig en heel gemakkelijk. Je moet gewoon vragen: is het oké?”.

(Tekst: Isabelle Rossaert)

Laatste aanpassing: 12 mei 2023