De weg van een staal

9 september 2022
Soms moet een arts of chirurg razendsnel weten wat het resultaat is van een biopsie. Volg mee de weg die een stukje weefsel aflegt vanuit de operatiezaal naar het onderzoekslabo.

Bij een biopsie neemt de arts een stukje weefsel uit het lichaam om te laten onderzoeken in het labo pathologische ontleedkunde. Normaal gezien is het resultaat van microscopisch onderzoek er na 1 of 2 dagen, maar soms moet het veel sneller gaan. Door het bliksemsnelle werk van de pathologen kent de chirurg het verdict al tijdens de operatie. Onze patholoog prof. dr. Thomas Tousseyn vertelt hoe dat in zijn werk gaat.

Uitzonderlijk vervoer

Kleine stukjes weefsel worden door de verpleegkundige vanuit het operatiekwartier opgestuurd via de buizenpost. Dat is een kilometerslang systeem van plastic buizen dat door het hele ziekenhuis slingert en waardoor wekelijks tot 50.000 bloed- en weefstelstalen verzonden worden. Grotere biopten, bijvoorbeeld een meterslange darm van een patiënt, brengen ze via het logistiek transport tot in het labo. In beide gevallen bereikt het weefsel het labo­ratorium binnen enkele minuten. 

Tumorvrij weefsel

Het snel onderzoeken van weefsel is nodig in een aantal specifieke situaties. Als een chirurg een tumor opereert, wordt er altijd een stukje normaal uitziend weefsel rond het kankergezwel mee weggenomen. De kanker kan namelijk dieper in het omliggende weefsel binnengedrongen zijn dan met het blote oog te zien is. Om zeker te zijn dat er geen kleine kankercellen achter­blijven in het lichaam, bekijkt de patholoog de snederanden onder de microscoop. Als hij kan bevestigen dat het weefsel volledig tumorvrij is, kan de chirurg de ingreep beëindigen. Is dat niet zo, dan moet er nog meer omliggend weefsel weggenomen worden. 

Het resultaat bepaalt hoe de operatie verder verloopt
prof. dr. Thomas Tousseyn

Op zoek naar uitzaaiingen 

Ook bij onderzoek van klieren moet het snel gaan. Om op zoek te gaan naar uitzaaiingen van bepaalde kankers wordt de sentinelprocedure gebruikt. De sentinelklier of schildwachtklier is de eerste lymfeklier die aangetast zou zijn in het geval van een uitzaaiing. Als die klier tumorvrij is, zullen de volgende klieren in de rij dat vermoedelijk ook zijn. Is de sentinelklier aangetast, dan wijst dat waarschijnlijk op een meer uitgebreide uitzaaiing en bepaalt dat het stadium van de kanker. Het wegnemen en onderzoeken van de klier zou tijdens twee verschillende ingrepen kunnen gebeuren, maar dat is een extra belasting voor de patiënt. Daarom overleggen patholoog en chirurg tijdens de ingreep zelf.

In het labo

De laboratoriumtechnologen ontvangen het weefselstaal en maken het klaar voor onderzoek. Dat gebeurt in de zogenoemde vriescoupestraat, een deel van het labo dat gereserveerd is voor dit snelle werk. Het weefsel wordt bevroren bij heel lage temperaturen, waardoor het de vereiste stevigheid krijgt om te kunnen snijden tot minuscuul kleine schijfjes, die onderzoekers bekijken onder de lichtmicroscoop. Voor een doorsnee biopsieonderzoek maakt men het weefsel hard met paraffine, maar de snellere vriesmethode vereist minder tussen­stappen. Eenmaal gesneden en gekleurd in de vriescoupestraat, gaan de weefselstalen richting microscoop.

Dan is het de beurt aan de pathologen om het onderzoek te doen. Zij leggen een fijn plakje van het weefselmateriaal op een glaasje onder een lichtmicroscoop. Dat beeld kan ook gedigitaliseerd worden én wordt soms live gestreamd naar het operatie­kwartier. Zo kan het chirurgisch team meekijken en is er direct overleg mogelijk, want het resultaat van de vriescoupe bepaalt hoe de operatie verder verloopt.

Haast en spoed hebben ook nadelen, want de vriesmethode maakt dat het weefsel minder goed leesbaar is. Omdat ons lichaam vol water zit, kunnen er bij het invriezen ijskristallen ontstaan die het weefsel een beetje kapotmaken. Ook andere testen zijn iets moeilijker uit te voeren op weefsel dat ingevroren is.

24 op 24 

Dringende biopsies houden geen rekening met de werkuren. Ook in het weekend en ’s nachts zijn er pathologen van wacht om in sneltempo weefsel te onderzoeken als dat nodig is. Komt er bijvoorbeeld een orgaan ter beschikking dat getransplanteerd kan worden bij een UZ Leuven-patiënt, dan wordt er ook via een stukje weefsel eerst gecheckt of de kwaliteit van de ontvangen lever of nier geschikt is voor transplantatie. Maar evengoed kan er tijdens eender welke ingreep op een bolletje gestoten worden waarvan de chirurg het liefst meteen weet of het goed- of kwaadaardig is.

In cijfers

  • 6.867
    Aantal vriescoupes dat in 2021 onder de microscoop ging. Dat zijn er gemiddeld zo’n 18 per dag.
  • 32
    Zoveel minuten bedraagt de gemiddelde doorlooptijd van de procedure van operatiekamer tot resultaat.
  • 28
    Het team bestaat uit 13 pathologen en 15 assistent-pathologen in opleiding.
  • (Tekst: Marthe Van Loy)

    Gerelateerd

    Laatste aanpassing: 16 maart 2023