Flexibele bronchoscopie bij kinderen

Onderzoek waarbij een kinderlongarts de luchtwegen bekijkt langs de binnenkant: het strottenhoofd, de stembanden, de luchtpijp en de vertakkingen van de luchtpijp. Dit gebeurt met een bronchoscoop, een dunne, flexibele buis met glasvezels, een videocamera en een lichtbron die via de neus worden ingebracht.

Afspraken

Contact

Doel

Met een bronchoscopie kan de arts:

  • structurele afwijkingen opsporen, zoals vernauwingen, een te slappe luchtpijp, etter of slijmen
  • een vreemd voorwerp (zoals een nootje of kraaltje) opsporen en zo nodig verwijderen
  • foto’s of video's maken van relevante bevindingen
  • slijmen opzuigen voor onderzoek
  • eventueel een spoeling uitvoeren met steriele vloeistof om cellen of kiemen te verzamelen
  • een trilhaarbiopsie in de neus of een biopt van de luchtwegen afnemen
     

Het onderzoek is niet pijnlijk, maar wel onaangenaam. Daarom wordt het bij kinderen altijd onder narcose uitgevoerd. Je kind slaapt en zal zich achteraf niets herinneren van het onderzoek. Je kind blijft tijdens het onderzoek spontaan ademen en hoeft het niet beademd te worden. 

Het afnemen van een trilhaarbiopsie in de neus of een biopt van de luchtwegen verloopt pijnloos, aangezien je kind onder narcose is. 

Voorbereiding

Praat met je kind op een eerlijke, leeftijdsgerichte manier over wat er gaat gebeuren. Jij kent je kind het best, maar we helpen je graag bij vragen.

Je kind moet nuchter zijn

  • Heldere dranken zoals water, thee of fruitsap zonder pulp zijn toegelaten tot 1 uur op voorhand.

  • Een lichte maaltijd, melk en fruitsap met pulp mag tot 6 uur voor op voorhand.

  • Baby’s tot 1 jaar mogen flesvoeding of borstvoeding krijgen tot 4 uur voor de procedure. Groeimelk valt hier niet onder, dit mag tot 6 uur voor het onderzoek gedronken worden.

Opgelet: als wordt afgeweken van deze richtlijnen, zal het onderzoek niet doorgaan omdat dit een reëel gevaar voor je kind kan betekenen. 

De arts bespreekt met jou of medicatie tijdelijk gestopt moet worden. Inhalatiemedicatie (zoals puffs of aerosol) mag je kind de dag van het onderzoek nog wel nemen.

Verdoving

Het onderzoek gebeurt onder volledige verdoving. De slaapmedicatie wordt toegediend via een katheter (infuus). Dit wordt via een prik geplaatst in een ader, meestal in de arm of hand. We raden het gebruik van een lokaal verdovende zalf (EMLA®) op de prikplaats sterk aan. Een voorschrift is beschikbaar via de identiteitskaart van je kind. 

Het aanbrengen van de zalf doe je de dag van het onderzoek, voor je naar het ziekenhuis vertrekt. Als je kind de avond voordien wordt opgenomen, zal de verdovende zalf in het ziekenhuis worden aangebracht door de verpleegkundige en hoef je dit niet op voorhand te halen bij de apotheek.

Hoe breng je EMLA®-zalf correct aan bij je kind?

Voor dit onderzoek gebruiken we geen anesthesie met gas (en wordt het infuus niet geprikt onder gasnarcose) om twee redenen: 

  • We streven naar een lichte narcose om bepaalde informatie tijdens de ademhaling en het hoesten niet te missen.
  • Het prikken van een infuus moet op voorhand worden gedaan, omdat anesthesie met gas niet mogelijk is in het onderzoekslokaal. 

Het is dus niet mogelijk om je kind eerst in slaap te brengen en daarna het infuus aan te prikken. 

Verloop

Naar de onderzoeksafdeling

Op het ogenblik dat je kind opgeroepen wordt voor de bronchoscopie zal het met het bed naar de onderzoeksafdeling gebracht worden.

Je kunt je kind tot daar begeleiden.

Het onderzoek

Via de katheter wordt slaapmedicatie toegediend. Je kind zal hierdoor niets van het onderzoek merken. Zodra je kind slaapt, word je gevraagd de onderzoekskamer te verlaten.

Een bronchoscopie duurt gemiddeld 15 tot 20 minuten.

  • De bronchoscoop wordt via de neus ingebracht (soms via de mond). De neus en het strottenhoofd worden lokaal verdoofd.
  • Indien via de mond gewerkt wordt, wordt een ring geplaatst tussen de tanden om ze te beschermen.
  • Een spoeling of het nemen van biopten (stukjes weefsel) kan onderdeel zijn van het onderzoek.
  • Als een trilhaaronderzoek nodig is, neemt de neus-keel-oorarts tijdens de narcose een klein stukje weefsel uit de neus. Dit kan een bloedneus veroorzaken.

Nazorg

Na het onderzoek wordt je kind overgebracht naar een ontwaakruimte. Je kunt je installeren naast het bed.

Zodra je kind voldoende wakker is, wordt het terug overgebracht naar de dienst kindergeneeskunde.

Eten en drinken

Eten en drinken mag na minstens 1 uur, en enkel als je kind goed wakker is en niet meer hoest of zich verslikt. Begin met een slokje water, in overleg met de verpleegkundige.

Klachten

Mogelijke tijdelijke klachten kunnen zijn: 

  • Heesheid, keelpijn of hoest zijn normaal en verdwijnen meestal binnen een dag.
  • Als er een spoeling werd uitgevoerd, kan je kind binnen 24 uur koorts krijgen of meer beginnen hoesten. Als de koorts langer dan 24 uur aanhoudt of je kind wordt kortademig, raadpleeg dan een arts.

Resultaten

De specialist zal je altijd mondeling een voorlopige resultaat geven van het onderzoek. Dit gebeurt ofwel onmiddellijk na het onderzoek, ofwel later op de patiëntenkamer.

De definitieve resultaten van het onderzoek worden opgestuurd naar je behandelende arts. De resultaten voor een spoeling of biopten mag je verwachten 7 tot 14 dagen na het onderzoek. Het resultaat van een trilhaarbiopsie kan tot 3 maanden duren. 

Specialisten

Laatste aanpassing: 2 december 2025