Anatomie van het hart: uit welke delen bestaat het?
Hoe werkt het hart van een foetus?
Het hart van een foetus (baby in de buik van de moeder) begint al vroeg tijdens de zwangerschap te kloppen. Omdat de foetus nog niet zelf kan ademen, werkt het hart anders dan bij een pasgeboren baby. De zuurstof die de foetus nodig heeft, komt via de navelstreng vanuit de placenta van de moeder. Omdat de longen van de foetus nog niet worden gebruikt, stroomt er weinig bloed naartoe. Dit is mogelijk dankzij slimme omwegen. In het hart is er een opening (foramen ovale) en een verbinding (ductus arteriosus) die ervoor zorgen dat het bloed op een andere manier door het lichaam stroomt en de longen overslaat.
Bron afbeelding: https://www.congenital-heart-disease.ch/heart-disease/2
De ductus arteriosus of ductus van Botalli (1) is een verbinding tussen de longslagader en de aorta. Het foramen ovale (2) is een opening tussen de linker- en de rechtervoorkamer van het hart.
Hoe werkt het hart van een pasgeboren baby?
Kort na de geboorte, wanneer de baby ademt, gaan de longen aan het werk. De omwegen in het hart die er waren als foetus - het foramen ovale en de ductus arteriosus – sluiten spontaan. Het hart en de bloedsomloop functioneren nu zoals bij een kind of volwassene.
Zuurstofarm bloed stroomt naar de longen om zuurstof op te halen en zuurstofrijk bloed stroomt naar de rest van het lichaam om onze organen van zuurstof te voorzien.
Hoe werkt het hart van een kind of volwassene?
Het hart bestaat uit een rechter- en een linkerhelft, die elk zijn onderverdeeld in een voorkamer (atrium) en een kamer (ventrikel). Deze helften worden gescheiden door een tussenschot of septum (13). Zo onderscheiden we vier kamers: een linkerkamer of -ventrikel (1), een rechterkamer of -ventrikel (2), een linkervoorkamer of -atrium (3) en een rechtervoorkamer of -atrium (4).
Er zijn vier hartkleppen die de bloedstroom regelen: de aortaklep (5), de longslagader- of pulmonalisklep (6), de mitralisklep (7) en de tricuspidalisklep (8).
De hartkamers zijn verbonden met grote bloedvaten waarlangs bloed in en uit het hart stroomt. We onderscheiden de longaders (9), de bovenste en onderste holle ader of vena cava superior en vena cava inferior (10), de aorta (11) en de longslagader of arteria pulmonalis (12).
Bron afbeelding: https://www.congenital-heart-disease.ch/heart-disease/3
Op de afbeelding ziet u de verschillende onderdelen van het hart.
De hartpomp: hoe stroomt het bloed?
Het hart is een krachtige pomp die onafgebroken bloed door het lichaam stuwt.
Hoe gaat dat in zijn werk?
- Zuurstofarm bloed komt vanuit het lichaam de rechtervoorkamer binnen en stroomt naar de rechterkamer.
- Van daaruit wordt het bloed via de longslagader naar de longen gepompt, waar het zuurstof opneemt en afvalstoffen afgeeft.
- Het zuurstofrijke bloed stroomt via de vier longaders naar de linkervoorkamer en vervolgens naar de linkerkamer.
- De linkerkamer, met zijn stevige spierwand, pompt het bloed krachtig via de aorta (grote lichaamsslagader) naar het hele lichaam. Zuurstof en voedingsstoffen worden afgegeven aan organen en weefsels, terwijl afvalstoffen er worden afgevoerd.
- Het bloed keert daarna via de bovenste en onderste holle ader terug naar het hart, waarna de cyclus zich herhaalt.
De hartspier zelf ontvangt zuurstof via de kransslagaders (coronairen), die ontspringen aan het begin van de aorta en rondom het hart liggen.
Om het bloed in de juiste richting te doen stromen, heeft het hart vier kleppen. De tricuspidalisklep en mitralisklep bevinden zich tussen de voorkamers en kamers. Ze openen zich wanneer de voorkamers samentrekken en het bloed naar de kamers stroomt. De pulmonalisklep en aortaklep regelen de uitstroom van het bloed naar respectievelijk de longen en het lichaam, waarbij de kleppen zich openen telkens de kamers samentrekken.
Wist je dat ...
-
... het hart van een gezonde volwassene gemiddeld 70 milliliter bloed per hartslag pompt en ongeveer 70 keer per minuut slaat? Dit betekent dat het hart dagelijks ongeveer 7.200 liter bloed rondpompt, met zo’n 100.000 samentrekkingen. Zowel de hartslag als het volume rondgepompt bloed kunnen variëren, afhankelijk van de noden van het lichaam.
De elektrische geleiding: het ritme van het hart
Het hart heeft een elektrisch systeem dat het hartritme of de pompsnelheid regelt. Bij elke hartslag zorgen elektrische prikkels ervoor dat het hart gecoördineerd samentrekt en ontspant.
Elke elektrische prikkel vertrekt vanuit de sinusknoop, de natuurlijke pacemaker in de rechtervoorkamer van het hart. Dit signaal verplaatst zich verder naar beide voorkamers waardoor deze samentrekken. Hierna bereikt de elektrische prikkel de AV-knoop, een schakelstation tussen de voorkamers en de kamers, waar het signaal kort vertraagd wordt. Zo krijgen de voorkamers voldoende tijd om samen te trekken voordat de kamers aan de beurt zijn. Daarna wordt het signaal via speciale geleidingsbanen, de bundel van His met een rechter- en linkerbundeltak, naar de hartkamers gestuurd. Hierdoor trekken beide hartkamers gecoördineerd samen en pompen ze het bloed efficiënt naar de longen en het lichaam.