Kromme feiten over dupuytren

9 mei 2025
Krijgen we kromme vingers door onze Viking-voorouders? En moet je handknobbels zo snel mogelijk opereren? Hoewel de ziekte van Dupuytren al sinds de 19e eeuw bekend is, bestaan er nog veel misverstanden over. Onze handchirurg legt uit.

Het begin van veel ellende?

Je ziet het vaak bij oudere mensen: hun handen zijn wat krommer en hun vingers raken niet meer gestrekt. Bij de ziekte van Dupuytren ontstaan er onderhuids knobbels in de handpalm door ophopingen van het eiwit collageen. Die knobbels ontwikkelen zich soms verder tot bindweefselstrengen die stilaan samentrekken. Daardoor plooien de vingers en kunnen ze op den duur niet meer volledig strekken. Dat is meestal niet pijnlijk, maar kan wel een grote impact hebben op je handfunctie. Minder grip, beperkte mobiliteit: heel vervelend, want onze handen gebruiken we constant. 

Het draait niet om esthetische perfectie

Veel mensen vrezen dat een knobbel in de hand onvermijdelijk leidt tot ernstige klachten en vergroeiingen. Of ze denken zelfs dat het om een tumor gaat. Professor Ilse Degreef, orthopedisch chirurg in UZ Leuven, nuanceert: “Bij ongeveer 70 procent van de mensen met een milde vorm verergeren de symptomen na acht jaar niet meer. Soms trekken ze zelfs weg. Lang niet iedereen krijgt ernstige functionele beperkingen. We vermijden dus het best onnodige ongerustheid of overbehandeling. Het is wel zinvol om de evolutie op te volgen.”

Is dupuytren een Vikingziekte?

Het idee leeft dat de Vikingen de aandoening verspreidden via hun veroveringstochten. Door hun kromme vingers zouden ze ook beter kunnen roeien. Daardoor wordt vaak aangenomen dat de ziekte uit Scandinavië komt. “Hoewel dupuytren vaker lijkt voor te komen bij mensen van Noord-Europese afkomst, is er geen genetisch bewijs voor een vikingoorsprong. Er zou eerder een historische link zijn met de neanderthaler. De aandoening komt wereldwijd voor.”

Het is dus een veelvoorkomende ziekte: een op de drie vijftigplussers heeft knobbeltjes, waarvan een op de tien kromstand van de vingers ontwikkelt. “Die meer uitgesproken vorm komt vier keer vaker voor bij mannen dan bij vrouwen en is vermoedelijk erfelijk. Al kun je dupuytren ook zonder genetische oorzaak krijgen.” 

Is een operatie mislukt als de vinger niet recht is?

Een behandeling is zinvol als dupuytren de mobiliteit van je hand beperkt en als je last ondervindt in het dagelijks leven. De meest effectieve aanpak is om de strengen door te snijden, zodat de vingers beweeglijker worden en weer rechter komen. Meestal gebeurt dat chirurgisch.

Sommige patiënten denken dat een operatie alleen succesvol is als de vinger opnieuw helemaal rechtstaat. “Maar dupuytren is complex. Zelfs na een ingreep kan de aangetaste vinger niet helemaal recht zijn. Dat betekent niet dat de behandeling mislukt is. Het doel is altijd om de handfunctie te verbeteren. En dat kan ook zonder een perfect rechte vinger. Het draait dus niet om esthetische perfectie.” Belangrijk om te weten: de ziekte verdwijnt niet, ze kan altijd opflakkeren of opnieuw verergeren. Ook kan je hand stijf blijven na een ingreep.

Kun je zonder pink?

“We horen vaak: snij die kromme vinger maar gewoon weg. Zeker als het om een pink gaat. Omdat hij klein is, denken mensen vaak dat hij makkelijk gemist kan worden. Maar de pink speelt een cruciale rol bij grip en bij het vasthouden van objecten. Zonder pink kan de functionaliteit van je hele hand ernstig verminderen.”

De wijsvinger is de enige vinger die je relatief gemakkelijk kan missen, omdat de middenvinger zijn functie vlot overneemt. Maar je wijsvinger is zelden aangetast door dupuytren. De ziekte komt het vaakst voor in de pink en ringvinger. “Soms is een amputatie onvermijdelijk, maar dat is altijd een ingrijpende beslissing.” 

Tast dupuytren je pezen aan?

Omdat onze pezen ook uit bindweefsel bestaan, denkt men soms dat het de pezen zijn die bij dupuytren worden aangetast en dus bij een operatie worden ingesneden. Maar dat is een misvatting. “Dupuytren heeft geen rechtstreeks effect op de pezen. Pezen verbinden de spieren en de botten en zorgen er mee voor dat je kan bewegen. Als we die zouden doorsnijden, zou je je vingers helemaal niet meer kunnen buigen en dat willen we natuurlijk niet.”

Microchirurgie

Jaarlijks doet UZ Leuven meer dan 250 chirurgische ingrepen om de ziekte van Dupuytren te behandelen. Onderzoek op de dienst orthopedie toont aan dat de ingrepen het best zo eenvoudig mogelijk zijn, omdat dat lichter is voor de patiënt en de revalidatie vlotter loopt. 

Professor Degreef: “Sinds enkele jaren zetten we bij grotere ingrepen microchirurgie in om het zieke weefsel minutieus te verwijderen. We doen daar ook bijkomend onderzoek naar. Met microchirurgie sparen we zenuwen en bloedvaten maximaal, verkleinen we de kans op herval en kunnen we grenzen verleggen bij uitdagende vergroeiingen.”

(Tekst: Evelien Heeren)

Gerelateerd

Laatste aanpassing: 9 mei 2025