Ligamentum arcuatumsyndroom

Median arcuate ligament syndrome, MALS, Syndroom van Dunbar, Dunbar, syndroom van

Bij het ligamentum arcuatumsyndroom, ook wel MALS (median arcuate ligament syndrome) of het syndroom van Dunbar genoemd, drukt het mediaan ligamentum arcuatum ter hoogte van het middenrif op de truncus coeliacus of ingewandsslagader en de plexus coeliacus.

De bundel van zenuwen (plexus coeliacus) wordt dichtgeknepen tussen het mediaan ligamentum arcuatum en de truncus coeliacus, met voornamelijk pijn in de buik na de maaltijd (angor abdominalis).

Deze aandoening is zeer zeldzaam en komt vooral voor bij jonge, tengere vrouwen.

Afspraken

Vaatheelkunde

Oorzaak en risicofactoren

Bij patiënten met het ligamentum arcuatumsyndroom worden twee mogelijke oorzaken beschreven.

De zenuwbundel (plexus coeliacus) kan dichtgeknepen worden tussen het mediaan ligamentum arcuatum en de ingewandsslagader (truncus coeliacus).

Een andere oorzaak houdt in dat zowel de plexus coeliacus en de ingewandsslagader beide worden dichtgeknepen door het mediaan ligamentum arcuatum. Bij die laatste theorie zou er ook minder bloedtoevoer zijn naar de lever, maag en milt. Hoewel er nog geen zekerheid bestaat over de exacte oorzaak, is de eerste theorie aannemelijker dan de tweede.

Deze abnormale, anatomische variant kan aangeboren zijn, maar kan ook veroorzaakt worden door een operatie aan de rug of aan de buik, door een trauma ter hoogte van de buik. De aandoening is zeer zeldzaam en komt voornamelijk voor bij jonge, tengere vrouwen.

Symptomen

De meest voorkomende symptomen van het ligamentum arcuatumsyndroom zijn:

  • Angor abdominalis of krampachtige buikpijn 20 tot 50 minuten na de maaltijd
  • Diarree
  • Braken
  • Misselijkheid
  • Vermagering, omdat men niet meer durft eten uit angst voor de pijn

De eerste klacht die optreedt bij patiënten met deze aandoening, is angor abdominalis.

Diagnose

Het ligamentum arcuatumsyndroom wordt vaak pas laattijdig gediagnosticeerd, omdat het zeer zeldzaam is. Een andere reden hiervoor is dat de afwijking die wordt gezien op beeldvorming, ook voorkomt bij veel asymptomatische patiënten en sterk wordt beïnvloed door de positie van de patiënt en de mate van het in- en uitademen tijdens dat onderzoek. Bij (een vermoeden van) deze aandoening voeren we volgende onderzoeken uit:

Voor een screening of bevestiging van diagnose zal een duplexscan (echo) uitgevoerd worden. Om uitgebreide beeldvorming te hebben wanneer beslist wordt dat operatief ingrijpen aangewezen is, zal een CT-angiografie of MR-angiografie uitgevoerd worden.

Behandeling

U vindt hieronder de mogelijke behandelingen voor deze aandoening. Na de diagnose kiest uw arts, samen met u en de andere artsen van het team, de beste oplossing voor u. Uw behandeling kan dus afwijken van de hieronder voorgestelde therapieën.

  • Plexus coeliacus block waarbij de zenuwbundel wordt geblokkeerd door een verdovende inspuiting via de rug. Deze ingreep is tijdelijk en moet herhaald worden.
  • Laparoscopisch of open operatie waarbij de druk op de plexus coeliacus en de ingewandsslagader wordt verminderd door het ligament door te snijden.
Laatste aanpassing: 10 maart 2021