Klinische studies pre-stamceltransplantatie

Een piloot-studie om de haalbaarheid van ongerelateerde umbilicale navelstrengbloed transplantatie te beoordelen met infusie van mesenchymale stamcellen (afkomstig van 3de partij) na myeloablatieve of non-myeloablative conditionering in volwassen patiënten met hematologische maligniteiten (BHS-CORD 2009).

Belangrijkste criteria

  • 15 – 60 jaar
  • allogene stamceltransplantatie is de voorkeursbehandeling bij
    • hoog risico AML in eerste remissie
    • hoog risico ALL-IN eerste remissie
    • acute leukemie in tweede of derde remissie
    • hoog risico MDS
    • vergevorderde lymfoproliferatieve stoornissen
    • CML
    • Multipel myeloom

Praktisch

Derde partij mesenchymale stamcellen zullen aan de patiënt de dag van transplantatie eenmalig toegediend worden, na toediening van stamcellen uit navelstrengbloed.

Verantwoordelijke arts

Dr. Hélène Schoemans

Prospectieve studie naar de mogelijke invloed van geletterdheid, psychosociale en gedragsmatige aspecten op de morbiditeit, overleving en kwaliteit van leven na een allogene stamceltransplantatie (REST@RT= Recovery and Survival Team after Receiving an Allogeneic Stem Cell Transplantation).

Belangrijkste criteria

  • 18 jaar of ouder
  • Gepland voor of behandeld met een allogene stamceltransplantatie in UZ Leuven

Praktisch

Mondeling en schriftelijk vragenlijsten in het Nederlands overlopen, voor en op verschillende tijdstippen na een allogene stamceltransplantatie.

Verantwoordelijke arts

Dr. Hélène Schoemans

Een fase 3, gerandomiseerde, adaptieve studie ter vergelijking van de werkzaamheid en veiligheid van defibrotide vs. Beste ondersteunde verzorging bij de preventie van veno-occlusieve leverziekte bij volwassen en pediatrische patiënten die een hematopoëtische stamceltransplantatie ondergaan (VOD 15-007)

Belangrijkste criteria

Patiënten moeten gepland staan om  allogene of autologe (volwassen of pediatrische patiënten) of autologe HSCT (alleen pediatrische patiënten) te ondergaan en een hoog of erg hoog risico lopen op de ontwikkeling van VOD

Praktisch

Defibrotide intraveneus vs. beste ondersteunende behandeling

Verantwoordelijke arts

Prof. dr. Johan Maertens

Laatste aanpassing: 24 januari 2020