Afspraken
-
+32 16 34 42 48 - werkdagen van 8 tot 17 uur
Symptomen
- U voelt uw hart niet kloppen, tenzij u gespannen bent of u een zware inspanning levert.
- Bij voorkamerfibrillatie klopt het hart onregelmatig en soms te snel in rust (>110 slagen per minuut).
De voornaamste kenmerken van voorkamerfibrillatie zijn:
- Hartkloppingen
- Kortademigheid
- Pijn op de borstkas
- Flauwvallen
- Duizeligheid
- Ongewone vermoeidheid
Bij 1 op 3 mensen geeft voorkamerfibrillatie helaas geen klachten en wordt het soms te laat ontdekt.
Risicofactoren
Volgende factoren verhogen het risico op voorkamerdefibrillatie.
- Ouder dan 40 jaar
- Verhoogde bloeddruk (of u neemt medicatie voor uw bloeddruk)
- Diabetes
- Voorgeschiedenis van:
- Trombose of beroertes
- Hartinfarct
- Lijden aan hartfalen
- Slaapapneu
- Overgewicht.
- Schildklier die te snel werkt.
- Alcoholgebruik
- Duursport
- Familiale voorgeschiedenis van voorkamerfibrillatie
Contacteer uw huisarts
Contacteer uw huisarts bij volgende symptomen:
- Polsslag in rust is trager dan 40 slagen per minuut of sneller dan 120 per minuut.
- Onregelmatige polsslag: soms snelle en soms trage slagen.
- Hartkloppingen gaan gepaard met andere klachten:
- Duizeligheid
- Ademhalingsmoeilijkheden
- Pijn in de borst
- Kortademigheid
- Flauwvallen
- Ongewone vermoeidheid
Meet zelf uw hartritme
Omdat voorkamerfibrillatie bij sommigen slechts af en toe opkomt, kan het nuttig zijn om zelf uw hartritme te controleren door uw polsslag te nemen.
- Plaats 3 vingers op de gestrekte pols van de andere hand.
- Aan de basis van de duim, tussen de pees en de duim en de zijkant van het polsbeen.
- Voelt u de polsslag niet?
- Verhoogd de druk.
- Verplaats uw vingers wat.
- Tel het aantal slagen gedurende 30 seconden.
- Verdubbel het aantal om het aantal slagen per minuut te krijgen.
Het normale ritme ligt tussen 50 en 100 slagen per minuut. Wijkt uw ritme hiervan af? Contacteer uw huisarts.
Behandeling
U vindt hier een aantal mogelijke behandelingen voor deze aandoening. Na de diagnose kiest uw arts, samen met u en de andere artsen van het team, de beste oplossing voor u. Uw behandeling kan dus afwijken van de hieronder voorgestelde therapie(ën).
Prof. Dr. H. Heidbuchel:
Mede in naam van het ganse team hartritmespecialisten in dit ziekenhuis, willen wij in het kort uw aandacht trekken op voorkamerfibrillatie. Voorkamerfibrillatie (VKF) is de meest voorkomende ritmestoornis, en ze treedt vooral op in de tweede helft van het leven.
Bij voorkamerfibrillatie wordt de normale elektrische activiteit van het hart vervangen door chaotische elektrische activiteit in de voorkamers. Dat leidt tot een snel en onregelmatig hartritme.
Voorkamerfibrillatie is, zoals ik al zei, de meest voorkomende ritmestoornis. Wanneer u 40 jaar of ouder bent, heeft u 1 kans op 4 om daar ergens in uw leven mee geconfronteerd te worden. Mits goede detectie en correcte behandeling hoeft u dat echter geen angst in te boezemen. Er zijn goede oplossingen, die een normaal leven mogelijk maken.
Prof. Dr. R. Willems:
Voorkamerfibrillatie kan aanleiding geven tot een hele waaier van klachten. Door het snel aanvuren van de benedenkamers en het onregelmatig aanvuren van de benedenkamers, geeft het voornamelijk klachten van hartkloppingen. Daarnaast kan het echter ook klachten geven van vermoeidheid, kortademigheid en pijn op de borstkas. Maar heel belangrijk is om te weten dat 1/3 van de patiënten met voorkamerfibrillatie eigenlijk helemaal geen klachten hebben. Daarom is het belangrijk om vanaf een bepaalde leeftijd je pols na te kijken om eventuele onregelmatigheid vast te stellen die je niet zou voelen.
Prof. Dr. D. Nuyens:
Voorkamerfibrillatie is een relatief goedaardige ritmestoornis. Wanneer deze aandoening goed wordt behandeld, kent zij een zeer goede prognose. Het probleem stelt zich echter wanneer deze ritmestoornis niet wordt gediagnosticeerd, of niet goed wordt behandeld. Dan kunnen er zich bepaalde complicaties stellen, zoals het verlies van bewustzijn met een val, vermoeidheid, of eventueel een beroerte.
Dit laatste is een beruchte complicatie, en het gevolg van een klonter die in het hart wordt gevormd tijdens de voorkamerfibrillatie, dewelke dan kan loskomen met de bloedstroom en in de hersenen komt vast te zitten, en een infarct veroorzaakt.
VKF verpleegkundige D. Berti:
De meest correcte manier om voorkamerfibrillatie de kunnen diagnosticeren is aan de hand van een electrocardiogram, of een hartfilmpje, zoals dat genoemd wordt. Bij het nemen van een electrocardiogram worden er enerzijds vier kleine electroden geplaatst ter hoogte van de armen en benen, en anderzijds worden er zes kleine electroden geplaats op de borstkas. Hiermee kan de elektrische activiteit van het hart geregistreerd worden.
Aan de hand van deze registratie kan men zien of voorkamerfibrillatie al dan niet aanwezig is. Voorkamerfibrillatie is niet altijd aanwezig, vandaar kan het heel belangrijk zijn om regelmatig de pols zelf te meten. Als de pols onregelmatig is, kan dat wijzen op voorkamerfibrillatie.
Hoe kan u nu zelf de pols meten? Hierbij kan u drie vingers op de pols leggen, in het verlengde van de duim. U voelt daar zelf een groeve, waar u de polsslag of de hartslag kan voelen. U gaat gedurende 15 seconden de slagen tellen, en deze slagen gaat u vermenigvuldigen met 4 om tot uw hartslag te komen. Terwijl u de pols voelt, moet u voelen of deze regelmatig of onregelmatig is.
Prof. Dr. J. Ector:
Het is zo dat niet elke onregelmatigheid in het hartritme te wijten is aan voorkamerfibrillatie. Vaak is dit ook te wijten aan goedaardige overslagen, die volstrekt ongevaarlijk zijn voor de patiënt.
In bepaalde patiëntengroepen denken we iets sneller aan voorkamerfibrillatie bij het vaststellen van een onregelmatig hartritme. Bijvoorbeeld bij oudere patiënten, patiënten met zwaarlijvigheid, patiënten met een hoge bloeddruk of een aangetoonde hartziekte in het verleden, patiënten met schildklierproblemen, en ook ten slotte bij duursporters. Indien we bij hen een onregelmatig hartritme vaststellen, loont het de moeite om dit eens verder te laten nakijken bij de huisarts.
Prof. Dr. H. Heidbuchel:
Het is dus belangrijk om voorkamerfibrillatie goed te diagnosticeren. De behandeling van de ritmestoornis bestaat uit drie aspecten.Bij het eerste aspect zal de arts proberen om de ritmestoornis te stoppen, en te voorkomen dat ze opnieuw optreedt. Het tweede aspect richt zich op een zo goed mogelijke controle van het levenscomfort wanneer de ritmestoornis toch doorkomt. Het derde aspect behelst een optimale preventie van beroertes door ontstollingstherapie.
Wanneer een episode van voorkamerfibrillatie optreedt, zal de arts die stoppen door toediening van een geneesmiddel, of soms door het afleveren van een elektrische stroomstoot.
We spreken dan van cardioversie. De patiënt wordt daarbij heel kortdurend in slaap gedaan. Na een episode zullen we door geneesmiddelen trachten het heroptreden te voorkomen.
Nochtans is geen enkel geneesmiddel 100% doeltreffend, en kan men recidieven verwachten.
Prof. Dr. R. Willems:
De controle van levenscomfort is een belangrijk doel bij de behandeling van voorkamerfibrillatie. Hiervoor moeten we de snelheid van de benedenkamers tijdens voorkamerfibrillatie controleren.
In medische termen noemen we dit de controle van het ventriculaire antwoord. De ventrikels zijn de benedenkamers. Dit gebeurt met medicatie, die zonder problemen langdurig kan genomen worden en geen echte aanleiding geeft tot bijzondere complicaties.
Soms belanden we echter in een vicieuze cirkel: de medicatie geeft aanleiding tot wat te trage hartritmes, terwijl voorkamerfibrillatie aanleiding geeft tot snelle hartritmes. Om uit deze vicieuze cirkel te geraken, is dan heel soms de implantatie van een pacemaker noodzakelijk.
Prof. Dr. J. Ector:
Het belangrijkste aspect bij bij de behandeling van voorkamerfibrillatie is het voorkomen van beroertes. Hiervoor dienen we aan de patiënten bloedverdunnende medicatie toe te dienen. Welk soort bloedverdunnende medicatie het best voor u in aanmerking komt, kan best besproken worden met de arts.
In het verleden was er maar één behandelingskeuze, waarbij regelmatige bloedcontroles noodzakelijk waren om de dikte van het bloed te controleren. Tegenwoordig beschikken we ook over nieuwere medicatie, waarbij dergelijke controles minder intensief noodzakelijk zijn.
VKF verpleegkundige D. Berti:
Om de verschillende aspecten van de behandeling op te volgen, kan u bij uw huisarts terecht.Ook hier in UZ Gasthuisberg hebben we een speciale VKF-kliniek, waar sommige patiënten voor een behandeling ook opgevolgd kunnen worden. Speciaal opgeleide verpleegkundigen, zoals ik, spelen hierbij een belangrijke rol.
Prof. Dr. D. Nuyens:
Een andere behandelingsmogelijkheid van voorkamerfibrillatie is katheterablatie. Door middel van kleine katheters via de lies, kan er door middel van radiofreqûentie-energie op welbepaalde plaatsen...
Brochures
-
PDFVoorkamerfibrillatie (VKF)PDF - 1.07 Mb