Het ABC van RSV

13 november 2025

Het is er elke winter opnieuw: RSV, ofwel respiratoir syncytieel virus, een van de belangrijkste oorzaken van luchtweginfecties. Wist je dat je pasgeboren baby daar voortaan antistoffen voor krijgt op de materniteit? Kinderarts prof. dr. Marijke Proesmans legt uit wat je zeker moet weten over dit vaak voorkomende virus bij baby's.

Alomtegenwoordig, soms levensgevaarlijk

Het RSV-virus is overal: bijna alle kinderen maken voor hun tweede verjaardag minstens één infectie met RSV door en 95 procent zelfs één of meerdere. Bij baby’s kan een eerste infectie, naast snottebellen, ­leiden tot bronchiolitis: een ontsteking van de kleine luchtwegtakjes, met een snelle en moeizame ademhaling, slijmhoest en soms een piepende ademhaling of zuurstoftekort. In België belanden jaarlijks meer dan twintig op de duizend kinderen jonger dan vijf jaar met RSV in het ziekenhuis, van wie vijftien procent op intensieve zorg. De gemiddelde opnameduur is drie tot vijf dagen. 

In ons land is de kans op overlijden bij gezonde baby’s gelukkig heel klein. “Dat danken we aan de goede toegang tot medische zorg”, vertelt professor Proesmans. “Maar in landen waar die niet beschikbaar is, kan RSV bij jonge kinderen wel een belangrijke doodsoorzaak zijn.” 

Beschermen kan: immunisatie

Jarenlang was voorkomen moeilijk, maar er zijn nu twee belangrijke innovaties. Voor risicobaby’s bestond al langer de mogelijkheid om beschermende antistoffen – ook wel immunisatie genoemd – te geven via maandelijkse injecties. Sinds de winter van 2024 is er een eenmalige prik, die alle baby’s in hun eerste RSV-seizoen (oktober-februari) krijgen en die wordt terugbetaald. 

Die prik beschermt vijf tot zes maanden tegen RSV A en B. In UZ Leuven krijgen baby’s geboren in het RSV-seizoen de injectie voortaan direct op de materniteit: zo ben je als kersverse mama zeker dat je baby alvast beschermd is voor de eerste winter. In andere gevallen kan je daarvoor terecht bij de kinderarts. Voor baby’s met een bij­komend risico wordt de prik ook het tweede RSV-seizoen terugbetaald.

Cruciale prik: vaccin voor mama's

Daarnaast is er een RSV-vaccin voor zwangere vrouwen. Door tijdens de zwangerschap te vaccineren, geeft de moeder via de placenta antistoffen door aan haar baby, zodat die in de eerste vijf tot zes levensmaanden beter beschermd is. Dat principe wordt ook toegepast tegen kinkhoest en griep. 

“Het zijn geen garanties dat je kind geen RSV krijgt”, benadrukt professor Proesmans. “Maar de kans op een ernstig ziektebeeld wordt aanzienlijk kleiner. Beide methodes verlagen het risico op een ziekenhuisopname tot tachtig procent.”

Ernstige RSV-infecties kunnen nu voorkomen worden
prof. dr. Marijke Proesmans

Derde leeftijd, dubbel risico

RSV is geen exclusief kinderprobleem: je kan er meerdere keren in je leven mee besmet raken. De ziektetekens en de ernst ervan hangen sterk af van je leeftijd en eventuele risicofactoren. Bij gezonde volwassenen blijft het meestal bij een stevige verkoudheid of milde bronchitis, maar bij kwetsbare groepen kan de ziekte veel ­ernstiger verlopen.

Dat geldt dus voor jonge kinderen, maar ook voor oudere mensen – vaak 75-plussers – en iedereen met een verminderde afweer. Ouderen en mensen met een verzwakt immuunsysteem lopen vooral risico op een ernstige longontsteking. Ook zij kunnen zich laten vaccineren. Bij ouderen, zeker met bijkomende gezondheidsproblemen, is de kans op complicaties en overlijden ­groter dan bij kinderen.

Echt wondermiddeltje bestaat niet

Hoewel RSV de meest voorkomende boosdoener is van bronchiolitis bij jonge kinderen, is het niet de enige. Andere virussen kunnen een gelijkaardig ziektebeeld geven. Omdat er geen specifieke antivirale geneesmiddelen bestaan, is de behandeling altijd ondersteunend: zuurstof toedienen, vocht via een infuus geven, koorts bestrijden en goed opvolgen. 

Een hardnekkig misverstand is dat aerosoltherapie of antibiotica standaard helpen. “In België is er nogal wat overgebruik van aerosol bij RSV-infecties. Maar voor de meeste baby’s heeft dat geen bewezen effect, tenzij er specifieke onderliggende aandoeningen zijn. Omdat RSV een virus is, werken antibiotica niet, tenzij er naast de virale infectie ook sprake is van een bacteriële besmetting.” 

Fenomeen van alle seizoenen

Veel mensen denken dat RSV alleen in de winter voorkomt. “Er is inderdaad een duidelijke piek van november tot februari. Maar RSV kan het hele jaar door circuleren”, verzekert professor Proesmans. Besmetting verloopt via druppeltjes bij hoesten of niezen en via contact met besmette oppervlakken. Volwassenen en oudere kinderen kunnen het virus ongemerkt doorgeven aan baby’s. Het circuleert gemakkelijk in crèches, scholen en gezinnen. 

Minder bekend is dat er twee types bestaan: RSV A en RSV B. “In theorie kan je zelfs twee keer in één winter ziek worden, als je beide types oploopt. Qua klachten zijn ze niet van elkaar te onderscheiden. Het is gewoon pech als je ze allebei krijgt.”

Gouden antistof: borstvoeding

Naast medische preventie blijven eenvoudige maatregelen belangrijk. “Borstvoeding geeft extra antistoffen en versterkt de afweer van de baby,” zegt dr. Proesmans. “Vermijd ook rook in huis en in de auto: dat verlaagt de kans op ernstige luchtweginfecties, niet alleen door RSV maar ook door andere virussen.” 

Hulp zoeken? Dit zijn de alarmsignalen

Een verkouden baby met wat snottebellen is meestal geen reden tot paniek. Toch zijn er signalen waarbij het belangrijk is om medische hulp te zoeken. Let vooral op de ademhaling: als je kindje snel of moeilijk ademt, soms zelfs piepend, is dat een alarmsignaal. Ook drinken kan een graadmeter zijn: krijgt je baby minder dan de helft tot driekwart van de normale hoeveelheid binnen, dan moet je alert zijn. Verder kan sufheid of minder reageren wijzen op een ernstiger probleem. Bij baby’s jonger dan zes weken is extra voorzichtigheid geboden: zelfs zonder veel hoest of snottebellen kunnen slecht drinken of korte adempauzes een reden zijn om onmiddellijk hulp in te roepen.

(Tekst: Evelien Heeren)

Laatste aanpassing: 13 november 2025