Orgaan­perfusie kan leiden tot groter aanbod donor­organen

17 december 2016
In 2016 kwam in België voor 99 mensen een nieuw orgaan te laat. Orgaan­perfusie, een techniek om organen buiten het lichaam in een machine leefbaar te houden, kan ertoe leiden dat er meer en betere donor­organen ter beschikking komen.

Eind 2016 wachtten in ons land 1.217 mensen op een nieuw orgaan (742 nier, 113 hart, 120 long, 151 lever, 33 pancreas en 58 gecombineerde organen). In 2016 kwam dat orgaan voor 99 mensen in België te laat.

Door orgaan­perfusie kan het aantal sterf­gevallen op de wacht­lijst dalen. Het aantal long­trans­plantaties zou bij­voorbeeld met naar schatting 10 procent kunnen stijgen. De bewaar­techniek is voorlopig niet terug­betaald.

Bij perfusie wordt het orgaan in afwachting van een trans­plantatie in een machine geplaatst die de omstandigheden van het menselijk lichaam nabootst.

Bewaar­methode organen

Koeling op ijs is de standaard­bewaar­methode voor donor­organen. Wordt een orgaan echter te lang op die manier bewaard, dan kan er schade ontstaan: het orgaan zit dan te lang zonder zuurstof.

Bij perfusie wordt het orgaan in afwachting van een trans­plantatie in een machine geplaatst die de omstandigheden van het menselijk lichaam nabootst. Het orgaan kan dan via kleine leidingen constant zuurstof en voedings­elementen toe­gediend krijgen.

Nier­perfusie is in ons land al enkele jaren in gebruik. UZ Leuven past als enig Belgische zieken­huis in studie­verband ook long- en lever­perfusie toe. In de nabije toekomst start UZ Leuven ook een studie op voor perfusie van harten die worden weg­genomen bij patiënten die overleden zijn aan de gevolgen van hart­stil­stand. Door deze nieuwe techniek kan het hart buiten het lichaam terug op gang worden gebracht en nadien getrans­planteerd op voor­waarde dat het voldoet aan de strikte aanvaardings­criteria.

Organen die je vroeger niet getrans­planteerd zou hebben omdat ze wat beschadigd zijn, kunnen dankzij perfusie toch bruikbaar worden.

Kwaliteit

Orgaan­perfusie biedt grote voordelen ten opzichte van de standaard­bewaar­methode op ijs. Zo kun je organen beter beoordelen en verbeteren in kwaliteit. Prof. dr. Dirk Van Raemdonck, long­chirurg in UZ Leuven en voorzitter van de Raad van Trans­plantatie, legt uit: “Als iemand sterft, kan het long­weefsel bijvoorbeeld vocht opstapelen. Met perfusie kun je dat vocht terug aan de longen onttrekken en ze toch trans­planteren – als ze natuurlijk vol­doen aan de nodige kwaliteits­eisen.”

“Sinds kort kan men ook een hart dat na het overlijden stil­gevallen is, in gecontroleerde omstandigheden weer op gang brengen. Met andere woorden: organen die je vroeger niet getrans­planteerd zou hebben omdat ze wat beschadigd zijn, kunnen dankzij perfusie toch bruikbaar worden.”

Tijds­winst

Ook kun je organen door perfusie langer bewaren. Op ijs blijven donorlongen een 8-tal uur goed, in het toestel zijn er al longen 12 uur bewaard, zónder kwaliteits­vermindering. Professor Van Raemdonck: “Een trans­plantatie met een orgaan op ijs is altijd een urgente ingreep, omdat je een beperkte bewarings­tijd hebt. Duurt het te lang, dan kan het orgaan verloren gaan en kan het leven van de getrans­planteerde patiënt in gevaar komen.”

“Door de langere bewaar­tijd geeft orgaan­perfusie ons de kans om trans­plantaties overdag in te plannen in het ‘gewone’ operatie­programma van het ziekenhuis. Voordeel is dat we daardoor kunnen rekenen op een optimale aanwezig­heid en ondersteuning van alle gespecialiseerde medische en verpleegkundige medewerkers, die nodig zijn om de beste zorg toe te dienen.”

Toekomst: minder sterfte

Hoewel orgaan­perfusie uitstekende resultaten geeft, is het voorlopig toch moeilijk om van die bewaar­techniek de standaard­methode te maken. Professor Van Raemdonck: “Het is een dure techniek die het ziekenhuis per ingreep enkele duizenden euro’s kost. Maar orgaan­perfusie kan ook kosten­besparend zijn, dat heeft een kosten-baten­analyse voor nieren al aangetoond. Want meer en betere donor­organen ter beschikking hebben kan ertoe leiden dat patiënten minder lang moeten wachten op een nieuw orgaan en dus minder lang behandeld moeten worden met dure technieken zoals nier­dialyse. Ook kan hun ziekenhuis­verblijf korter worden.”

Meer en betere donor­organen kunnen ertoe leiden dat patiënten minder lang moeten wachten op een nieuw orgaan en dus minder lang behandeld moeten worden met dure technieken zoals nier­dialyse.

Professor Van Raemdonck: “We hopen dat de overheid in de toekomst terug­betaling van orgaan­perfusie goed­keurt, zodat we de methode verder kunnen uitbreiden, en voor nog meer patiënten. Orgaan­perfusie kan de wereld van trans­plantatie sterk veranderen: het kan leiding tot een groter aanbod aan donor­organen van betere kwaliteit en bijgevolg tot een betere over­levings­kans na trans­plantatie en minder sterfte op de wacht­lijst. Zo zou het aantal long­trans­plan­taties met naar schatting 10 procent kunnen stijgen. Men is nog volop bezig met de kosten-baten­analyse voor longen, maar we zijn er bijna zeker van dat orgaan­perfusie ook daarvoor kosten­besparend kan zijn.”

Gerelateerd

Laatste aanpassing: 16 maart 2023