Rol van bacterie pseudomonas aeruginosa bij mucoviscidose

Pseudomonas aeruginosa

Mucopatiënten kunnen ook luchtweginfecties hebben met de bacterie Pseudomonas aeruginosa. Bij gezonde personen veroorzaakt Pseudomonas aeruginosa geen infecties. Hoe ouder een mucopatiënt wordt, hoe groter het risico dat deze bacterie voor een infectie zal zorgen, maar ook bij heel jonge kinderen komen deze infecties voor.

Pseudomonas aeruginosa infectie is een onderdeel van het ziektebeeld mucoviscidose. Paniek is dus niet nodig wanneer de arts meldt dat Pseudomonas aeruginosa wordt gekweekt, ook niet als dit op jonge leeftijd gebeurt. Hoe nauwkeuriger men zoekt naar Pseudomonas aeruginosa infecties, des te vroeger deze infecties worden opgepikt.
Er moeten nemen frequent luchtwegkweken genomen worden om zo snel mogelijk een behandeling op te kunnen starten.

Als patiënten met mucoviscidose voor de eerste keer een Pseudomonas aeruginosa infectie oplopen, gaat het meestal om een kiem uit de omgeving. Pseudomonas aeruginosa is een kiem die zich thuis voelt in water. Het risico op infectie heeft meestal niets te maken met hygiëne in de thuis-, school- of werkomgeving van een patiënt. Het zijn niet zozeer de omgevingsfactoren, maar eerder de vatbaarheid van de longen die bepaalt wanneer een eerste Pseudomonas aeruginosa infectie plaatsvindt.

Kruisinfecties via andere patiënten die met Pseudomonas aeruginosa geïnfecteerd zijn, komen enkel uitzonderlijk voor. Toch is het belangrijk hygiënische maatregelen te nemen bij contact met andere mucopatiënten. Daarom heeft UZ Leuven aparte raadplegingen voor patiënten met en zonder Pseudomonas aeruginosa. Ook bij een ziekenhuisopname zult u informatie krijgen over welke maatregelen je moet naleven om kruisinfecties te voorkomen.

Chronische pseudomonas aeruginosa

Naarmate patiënten ouder worden, gebeurt het steeds vaker dat Pseudomonas aeruginosa in de luchtweg gekweekt wordt. Na een tijd kan het zijn dat de infectie niet meer volledig verdwijnt na een antibioticabehandeling. De kiemen verdedigen zich namelijk tegen antibiotica door zich te omhullen met een ‘slijmkapsel’ (mucoïde Pseudomonas). Op dat ogenblik spreken we van een chronische infectie met Pseudomonas aeruginosa.

Chronische infectie met Pseudomonas aeruginosa kan leiden tot meer hoesten en een verhoogde slijmproductie waardoor vaker antibioticumtherapie moet worden gebruikt. Patiënten met een chronische Pseudomonas aeruginosa infectie zijn gemiddeld vaker ziek en hun longfunctie gaat ook sneller achteruit.

Pseudomonas aeruginosa infecties maken patiënten meestal niet plots ziek. Bovendien is het geen zwart/wit gegeven: bij sommige mucopatiënten zorgt Staphylococcus aureus voor ernstige klachten. Bij andere patiënten kent de ziekte, ondanks een chronische Pseudomonas aeruginosa infectie vanaf jonge leeftijd, een relatief gunstig verloop.

Behandeling van Pseudomonas aeruginosa en andere Gram negatieve bacteriën

Een eerste of nieuwe infectie met Pseudomonas aeruginosa zullen we altijd behandelen. In ongeveer 80 procent van de gevallen kunnen we de infectie volledig uitroeien door een behandeling met antibiotica. De manier van behandelen wordt bepaald door de ziektetekens en door de gevoeligheid van de kiem aan antibiotica.  

Bij patiënten die niet of weinig ziek zijn, wordt een behandeling gestart met Ciprofloxacine  langs de mond gedurende drie maanden, samen met antibioticum in aerosol (Colistineb®) gedurende drie maanden.

Soms moet de infectie behandeld worden met antibiotica langs intraveneuze weg.

Bij een chronische Pseudomonas aeruginosa infectie wordt dagelijks antibioticum in aerosol toegediend om de infectie onder controle te houden, bv. Tobi. Bij sommige patiënten wordt daarboven om de drie maanden een intraveneuze antibioticabehandeling toegediend.

Als een chronische Pseudomonas aeruginosa infectie vastgesteld wordt, is het belangrijk te weten dat het ziekteverloop verschilt van patiënt tot patiënt en dat de behandeling dus individueel wordt aangepast.

Indien andere gram negatieve kiemen geïsoleerd worden, zal er een aangepaste antibioticumtherapie via de mond, via inhalatie of intraveneus toegediend worden.

Laatste aanpassing: 10 november 2020