Overzicht

In 2024 werden in UZ Leuven 387 organen getransplanteerd of 32,7% van alle getransplanteerde organen in België. UZ Leuven is daarmee het grootste van de 8 transplantatiecentra in België.

Van de 121 niertransplantaties waren er 21 via levende donatie. Er werden in totaal 149 longen getransplanteerd tijdens 74 dubbele en 1 enkele longtransplantaties. Er vonden ook 77 levertransplantaties, 34 harttransplantaties, 4 pancreastransplantaties en 2 dunnedarmtransplantaties plaats.

Bij de meeste ontvangers werd 1 orgaan getransplanteerd. Bij 16 patiënten werd een gecombineerde transplantatie van 2 organen uitgevoerd, 1 patiënt onderging een transplantatie van 4 organen en 1 patiënt kreeg zelfs 5 organen getransplanteerd. In totaal werden in UZ Leuven dus 18 gecombineerde orgaantransplantaties uitgevoerd. Dat zijn meer dan de helft van alle gecombineerde transplantaties in België.

In 2024 zorgde UZ Leuven voor meer dan de helft van alle gecombineerde transplantaties in België – een cijfer dat de complexiteit en onze gespecialiseerde zorg weerspiegelt.

Donoren

Dankzij de gift van donoren en hun families en de inzet van honderden medewerkers kunnen onze patiënten uitkijken naar een leven in toegevoegde tijd.

Dynamische orgaanpreservatie

Dynamische preservatietechnieken zijn onder te verdelen in 2 categorieën. 

Enerzijds is er de in situ dynamische bewaartechniek, waarbij verschillende organen gelijktijdig in het lichaam van de donor worden geperfundeerd en van zuurstof en voedingsstoffen worden voorzien. Deze techniek werd wegens ethische bezorgdheden tijdelijk gestaakt in UZ Leuven. 

Anderzijds bestaat er de ex situ dynamische bewaartechniek, waarbij het orgaan buiten het lichaam geïsoleerd en geperfundeerd wordt. In 2024 werden in UZ Leuven met deze techniek het hart, de longen, de lever en de nieren succesvol geperfundeerd en geëvalueerd voor transplantatie.

Dunnedarmtransplantatie

UZ Leuven is het enige ziekenhuis in België waar dunnedarmtransplantaties gebeuren. In 2000 werd het zorgprogramma gestart, als eerste in de Benelux. Sindsdien kregen al 32 patiënten een dunnedarmtransplantatie, waaronder 5 kinderen.

Deze ingrepen zijn technisch heel complex en vergen ervaring met zeldzame aandoeningen. Het gaat vaak om mensen bij wie de darmen niet meer functioneren en die volledig afhankelijk zijn van voeding via infuus. Dankzij een gespecialiseerde aanpak kan UZ Leuven deze patiënten toch een toekomstperspectief bieden.

Het aantal potentiële kandidaten blijft toenemen, mede dankzij steeds meer verwijzingen uit andere nationale en internationale centra. 

Toch blijft dunnedarmtransplantatie zeldzaam. In 2024 vonden er 2 dunnedarmtransplantaties plaats, dat aantal is stabiel in vergelijking met de voorbije jaren. In beide gevallen ging het om een multiviscerale ingreep, waarbij de patiënt meerdere organen uit de buikholte tegelijk ontvangt.

De 5-jaarsoverleving na een darmtransplantatie in UZ Leuven bedraagt 74%, dat is beter dan de gemiddelde gerapporteerde resultaten van andere internationale centra (54%).

Succespercentage

De overlevingsresultaten van dit transplantatieprogramma (zwarte lijn op de grafiek) zijn, zowel voor de patiënt als voor de getransplanteerde greffe, substantieel beter in vergelijking met de resultaten van het ITR (International Intestinal Transplantation Registry, rode lijn op de grafiek).

Levertransplantatie

In 2024 waren er voor het eerst meer dan 1000 patiënten in actieve opvolging na levertransplantatie, een kaap die werd bereikt dankzij het stabiele aantal levertransplantaties en de uitstekende overlevingsresultaten. De 3 oudste patiënten in opvolging vierden hun 90ste verjaardag in 2024. In totaal zijn al 15 patiënten na een levertransplantatie bevallen van één of meerdere gezonde baby's.

UZ Leuven blijft sterk inzetten op kwaliteitsvolle zorg vóór en na transplantatie. In juni 2024 kwam er, mede onder impuls van ons centrum, een nationale conventie die een terugbetaald zorgtraject voorziet voor multidisciplinaire zorg vóór en na levertransplantatie. In heel 2024 werden al 61 patiënten opgenomen in dit traject.

Dankzij nieuwe bewaartechnieken zoals machineperfusie zijn er significant minder complicaties na de ingreep. Een uitdaging blijft dat patiënten na een levertransplantatie levenslang nood hebben aan immuunsuppressie, wat ongewenste bijwerkingen heeft. In lopend onderzoek test UZ Leuven innovatieve strategieën (regulatoire cellen) om immunosuppressiva te kunnen afbouwen en zelfs te stoppen.

Bijna 80% van de levertransplantaties gebeuren bij patiënten ouder dan 50 jaar. Het aantal 70-plussers die een donorlever krijgen, blijft stijgen: in 2024 ging het om 15% van alle levertransplantaties. Ook de donoren worden steeds ouder: zelfs 80-plussers kunnen in aanmerking komen als leverdonor. Ondanks de stijgende leeftijd van donoren en ontvangers, blijven de overlevingsresultaten zeer goed.

80% van de patiënten was 5 jaar na levertransplantatie nog in leven, dat is hoger dan de Belgische en Europese gemiddeldes.

Succespercentage

Het overlevingspercentage van patiënten na een levertransplantatie in UZ Leuven (rode lijn) ligt substantieel hoger dan het gemiddelde in België (blauwe lijn) en binnen Eurotransplant (groene lijn).

UZ Leuven is het grootste levertransplantatiecentrum in België en één van de grotere centra binnen onze Eurotransplantzone.

Bron grafiek: Eurotransplant

Niertransplantatie

In 2024 werden 121 niertransplantaties uitgevoerd, dat is een stabiel aantal in vergelijking met vorige jaren. Ook op nationaal niveau blijft het aantal niertransplantaties stabiel, waardoor de wachtlijst helaas groot blijft.

Bij 47 niertransplantaties ging het om een DCD-donor. Dat is iets minder dan in 2023, maar volgt wel de stijgende trend van de afgelopen jaren.

Wel zit het aantal niertransplantaties met een levende donor in de lift. In 2024 gebeurde dat in 21 gevallen, het hoogste aantal ooit, waarvan 3 bij een kind.

Er gebeurden ook reeds 9 ABO-incompatibele levende donaties niertransplantaties sinds de aanvang van het ABO incompatibele programma.

Steeds vaker krijgen ouderen (65+) een niertransplantatie. Bij hen is de kans op complicaties na niertransplantatie hoger dan bij jongere patiënten. Lopend onderzoek gaat na wat de rol is van het verouderende immuunsysteem, in combinatie met de immuunonderdrukking die onmisbaar is om afstoting te vermijden.

Ook wordt er gezocht naar biomerkers die via een eenvoudige bloed- of urinetest afstotingsverschijnselen of andere schade aan de transplantnier kunnen opsporen, om de immuunonderdrukkende medicatie beter te kunnen afstemmen per individuele patiënt.
 

Lees het uitgebreide jaarverslag van het zorgprogramma niet- en pancreastransplantatie of dat van levende donatie

Pancreastransplantatie

Een pancreastransplantatie is complex, omdat het vaak om mensen met diabetes én nierproblemen gaat. Dankzij goede samenwerking tussen artsen en verpleegkundigen verlopen deze ingrepen steeds beter, met meer comfort voor de patiënt. 

Na een pancreastransplantatie hoeven deze patiënten vaak geen insuline meer toe te dienen.

In 2024 voerde UZ Leuven 4 pancreastransplantaties uit, dat waren allemaal gecombineerde transplantaties met minstens 1 ander orgaan. In 2 gevallen (50%) ging het om een pancreas en nier. 1 andere patiënt kreeg daarbovenop ook een nieuwe lever, maag en dunne darm (5 organen in totaal). Bij nog 1 andere patiënt werd een pancreas in combinatie met een lever, maag en dunne darm (4 organen in totaal) getransplanteerd.

Succespercentage

De resultaten van pancreastransplantatie in UZ Leuven (rode lijn) zijn substantieel beter zijn dan het gemiddelde in België (blauwe lijn) en binnen Eurotransplant (groene lijn)

Bron grafiek: Eurotransplant

Buikwandtransplantatie

In 2020 werd in UZ Leuven de eerste buikwandtransplantatie uitgevoerd door middel van een nieuwe techniek: de niet-gevasculariseerde abdominale rectus fascia transplantatie (NVRF). Dit om patiënten met een open buik te kunnen helpen.

Hierbij wordt een buikwandgreffe van een overleden donor gebruikt, zonder spieren of huid, enkel peesbladen en buikvlies. De greffe wordt zonder bloedvoorziening bij de ontvanger ingeplant en opnieuw doorbloed via nieuwgevormde bloedvaten van de ontvanger.

In de eerste fase werd de techniek met succes toegepast bij complexe orgaantransplantaties zoals een multiviscerale ingreep.

In een konijnenmodel in ons labo werd aangetoond dat de greffe ook zonder immuunsuppressie goed kan ingroeien en niet afstoot. Op basis daarvan werd de nieuwe methode voor het eerst in 2024 bij patiënten gebruikt buiten de context van orgaantransplantatie. Dit voor herstel van grote en complexe buikwandproblematiek zoals de aanwezigheid van entero-cutane fistels.

Tot eind 2024 werden er 10 buikwandtransplantaties uitgevoerd, met goede resultaten en zonder tekenen van afstoting. Alle patiënten worden langdurig opgevolgd via beeldvorming en bloedonderzoek. Intussen wordt de mogelijkheid geëxploreerd om dezelfde techniek te gebruiken voor herstel van middenrif, hartzakje en borstwand..

Harttransplantatie

In 2024 voerde UZ Leuven een recordaantal van 34 harttransplantaties uit, waarvan 1 gecombineerde hart-niertransplantatie en 1 hart-levertransplantatie. 

De belangrijkste reden van de sterke toename is het gebruik van betere bewaartechnieken via perfusie, waardoor nu ook harten van DCD-donoren gebruikt kunnen worden. In 2024 werd de gespecialiseerde techniek voor het eerst toegepast bij 14 DCD-donoren. Dit heeft ook geleid tot kortere wachttijden voor patiënten op de wachtlijst.

Een andere bijdrage aan het hogere aantal harttransplantaties is dat steeds meer patiënten met een aangeboren hartafwijking op de wachtlijst komen, waaronder ook veel kinderen en jongeren. Bij 9 van de 34 harttransplanties (27%) was de patiënt 18 jaar of jonger, in 3 gevallen (9%) ging het om een kind van 3 jaar of jonger.

Longtransplantatie

In 2024 voerde UZ Leuven 75 longtransplantaties uit, waarvan 74 dubbele en 1 enkele longtransplantatie. Dat is het hoogste aantal in 12 jaar en goed voor 69% van alle longtransplantaties in België. UZ Leuven blijft hiermee nationale koploper en behoort tot de top 10 grootste longtransplantatiecentra in Europa.

Eind 2024 werd bovendien de 1500ste longtransplantatie met succes uitgevoerd – een mijlpaal die eerder nog maar in 2 andere Europese centra werd bereikt.

Bij 29 longtransplantaties (38,7% of meer dan 1 op de 3) werden de donorlongen na uitname bewaard op een constante temperatuur van 6-8°C (CHS-bewaring), in plaats van op ijs. Dat maakt het mogelijk om de transplantatie overdag in te plannen, wat een rustiger verloop en betere voorbereiding toelaat.

Patiënten worden na een longtransplantatie levenslang medisch opgevolgd. Sinds begin 2024 gebeurt de opvolging deels in samenwerking met andere ziekenhuizen binnen het Leuven Long Transplant Netwerk. 

De overlevingsresultaten waren zeer goed: 87% van de patiënten was 1 jaar na de transplantatie nog in leven. Ook op langere termijn zijn de cijfers sterk, met een overleving van meer dan 80% na 3 jaar. Dat is beter dan de Belgische en Europese gemiddeldes.

Tracheatransplantatie

Een tracheatransplantatie is een ‘composite tissue allotransplantatie’ die is ontwikkeld om defecten van de luchtpijp te herstellen die niet met de conventionele middelen te behandelen zijn. 

Zowel het experimentele als het klinische luik werd ontwikkeld in UZ Leuven. UZ Leuven is het enige centrum in België waar tracheatransplantaties plaatsvinden.

Een belangrijk aspect is de mogelijkheid tot het afbouwen van de immunosuppressieve medicatie.

Transplantaties bij kinderen

Het programma voor pediatrische orgaantransplantatie in UZ Leuven omvat nier-, lever- en darmtransplantatie en wordt voornamelijk ondersteund door de afdeling Kindernefrologie, dialyse en Orgaantransplantatie.

Sinds 2023 heeft het programma een significante groei doorgemaakt, met een recordaantal transplantaties en is nu het grootste pediatrische nier- en multiviscerale transplantatiecentrum in België. In 2024 vierden we met trots de mijlpaal van 200 geïsoleerde niertransplantaties sinds de oprichting van het pediatrische programma. 

Tevens bevordert het programma actief strategieën om het aantal levende donoren en preëmptieve transplantaties te verhogen. In 2024 bedroeg het aantal levende donaties 66% en de preëmptieve transplantaties 33%. Een andere recente doelstelling van het programma is om de grenzen met betrekking tot gewicht en leeftijd van ontvangers verder te verleggen en niertransplantatie bij zeer kleine kinderen mogelijk te maken. 

Pediatrische transplantatie heeft niet alleen fysieke, maar ook emotionele en psychologische gevolgen voor de kinderen. Het waarborgen van therapietrouw blijft een uitdaging. Daarom ontwikkelen we uitgebreide ondersteuningsprogramma’s voor pediatrische transplantatiepatiënten en hun families.

Weefsel- en cellenbanken

Het activiteitencentrum Biobanking UZ/KU Leuven bestrijkt verschillende activiteiten met als gemeenschappelijke noemer het beheer van menselijk lichaamsmateriaal voor toepassing op de mens of voor het wetenschappelijk onderzoek. De therapeutische toepassingen worden verzorgd door de zeven banken voor menselijk lichaamsmateriaal:

Bank van het locomotorisch stelsel - bank voor huid - bank voor tympano-ossiculaire weefsels - bank voor amnionvliezen - bank voor oftalmische weefsels - navelstrengbloedbank - hematopoïetische stamcellenbank.

Dit omvat, naast het nakomen van de wettelijke vereisten, het ontwikkelen en bestendigen van de expertise, de dienstverlening en samenwerking rond het doneren, wegnemen, verwerken, bewaren en gebruiken van het menselijk lichaamsmateriaal, en het uitdragen van een respectvolle omgang met de donor en met het materiaal. 

Weefsel- en celtransplantatie vormt immers een groep van unieke behandelingen die onze organisatie, binnen de domeinen waarin zij erkend is door de overheid, verder wenst te optimaliseren, zodat elke patiënt die het nodig heeft hierdoor kan geholpen worden.

Weefsel- en cellentransplantatie is meestal niet levensreddend zoals orgaandonatie, maar heeft als doel het verhogen van de levenskwaliteit van de patiënt.

Stamceltransplantatie

Stamceltransplantatie is een behandeling voor levensbedreigende bloedziekten, zoals leukemie of bepaalde lymfomen. Het wordt ook toegepast om een hogere dosis chemo- en radiotherapie te kunnen geven of om zieke stamcellen te vervangen door gezonde stamcellen.

Afhankelijk van de ziekte en het doel, kan het gaan om eigen stamcellen (autologe transplantatie) of om stamcellen van een donor (allogene transplantatie). 

In 2024 voerde UZ Leuven in totaal 124 stamceltransplantaties uit. 44 patiënten, waaronder 4 kinderen, kregen een autologe stamceltransplantatie. Bij 80 patiënten (ongeveer tweederde), waarvan 9 kinderen, werden donorcellen gebruikt. 

Bij een allogene transplantatie wordt initieel gezocht naar een donor binnen de directe familie. Onder broers en zussen is er 1 kans op 4 om een identieke donor te vinden. Dankzij onderzoek en nieuwe medicijnen die afstoting tegengaan, kan tegenwoordig ook een half-identiek familielid (ouder of kind) donor zijn. Indien geen perfecte match in de familie gevonden wordt, kan er in nationale en internationale databanken van geregistreerde donoren worden gezocht naar een match met een onverwante donor. 

Vroeger werden donorcellen vooral rechtstreeks uit beenmerg gehaald, maar dankzij medische evoluties kunnen stamcellen al enkele decennia ook uit het bloed gefilterd worden met een speciaal toestel.

Laatste aanpassing: 10 oktober 2025