Het eerste vermoeden dat een persoon een vorm van interstitieel longlijden heeft, is gebaseerd op de klachten. Voor de longarts de diagnose van longfibrose kan stellen, moeten er verschillende onderzoeken gebeuren bij de patiënt:

Gedetailleerde ondervraging

Het zorgvuldig en grondig ondervragen door de longarts is belangrijk. Er wordt speciale aandacht besteed aan de klachten van kortademigheid en de inspanningen die de patiënt nog kan.
Er wordt gevraagd naar:

  • Actuele en de vroegere mogelijke blootstellingen aan bepaalde stoffen, gassen en dampen
  • Hobby’s
  • beroepsactiviteiten
  • Contact met (huis)dieren
  • Medicatie inname
  • Rookgewoonten

Bij navraag van de familiale voorgeschiedenis kan men erfelijke stoornissen uitsluiten. Verder wordt er gepeild of er tekens zijn van onderliggende ontstekingsziekten.

Belangrijk om te weten is dat de vorming van longfibrose soms jaren na de blootstelling kan ontdekt worden!

Lichamelijk onderzoek

De longarts voert een inspectie en palpatie van de borstkas uit en luistert met een stethoscoop naar de longen. Dit kan reeds een hint in de richting van deze aandoeningen geven als er crepitaties zijn: een fijn krakend geluid zoals bij het openen van een velcro strip ter hoogte van de basis van de longen. Hij heeft ook aandacht voor het ademhalingsritme en voert verder een algemeen lichamelijk onderzoek uit om andere aandoeningen uit te sluiten of onderliggende ontstekingsziekten aan te tonen.

Trommelstokvingers komen voor bij 40-70% van de patiënten met longfibrose. Tevens kunnen tekens aanwezig zijn van systeemsclerose.

Bloedtesten

Er gebeurt een uitgebreide analyse van het bloed van de patiënt, omdat bepaalde bloedtesten een aanwijzing geven voor een bepaalde ziekte als oorzaak van de longfibrose, bijvoorbeeld bij reumatoïde artritis of systeem sclerose.

RX- thorax

Een RX thorax of röntgenfoto van de longen is één van de belangrijkste routineonderzoeken bij interstitieel longlijden en longfibrose. Vaak zijn er afwijkingen te zien en dit voornamelijk in de onderste delen van de longen.

Hoge Resolutie (HRCT) scan van de longen

De voorbije jaren heeft de HRCT scan van de borstkas een zeer belangrijke plaats veroverd in zowel het stellen van de diagnose van longfibrose, alsook om de graad en de ernst van de longaandoening te evalueren gedurende het ziekteproces.

Gedurende het onderzoek ligt de patiënt in een soort "grote buis" die het mogelijk maakt om vanuit verschillende posities rondom de patiënt röntgenstralen uit te zenden. Via de computer wordt de informatie verwerkt en zo worden beelden verkregen. Het resultaat van de scan geeft de arts een duidelijk beeld van wat er gebeurt in het weefsel van de longen.

Longfunctietesten

  • Spirometrie en diffusie
    Om de werking van de longen te beoordelen kunnen er ademhalingstesten worden uitgevoerd. Bij zulke testen wordt er aan de patiënt gevraagd om via een mondstuk in en uit te ademen. Op de neus van de patiënt wordt een klem gezet om te voorkomen dat hij/zij via de neus ademt. De hoeveelheid lucht die de patiënt gedurende een bepaalde periode in- en uitademt en de snelheid ervan, wordt dan gemeten door het longfunctieapparaat. Bij longfibrose zien we dat de totale hoeveelheid lucht die de patiënt kan uitademen verminderd is. Tevens kan ook de opname van zuurstof gemeten worden (= diffusie capaciteit), deze is ook duidelijk verminderd bij patiënten met longfibrose.

  • Arteriële punctie
    Er wordt een bloedstaaltje genomen uit een slagadertje ter hoogte van de pols. Hiermee wordt het zuurstofgehalte in het slagaderlijk bloed gecontroleerd om na te kijken of er voldoende zuurstof wordt opgenomen via de longen.

  • 6 minuten wandeltest
    Bij deze test wordt gemeten hoe ver iemand in 6 minuten kan stappen. Dit geeft ons een maat voor de functionele beperking die de patiënt ondervindt.

Bronchoscopie en bronchoalveolaire lavage (=longspoeling)

Een bronchoscopie is een onderzoek waarbij de longarts letterlijk in de luchtwegen van de patiënt kijkt met behulp van een bronchoscoop. Dit kijkinstrument is een dunne flexibele slang met een lens of een kleine videocamera waarmee men kleine stukjes longweefsel kan wegnemen (= biopsie) en zo nodig slijmproppen wegzuigen.

Om afwijkingen in het longweefsel op te sporen, wordt er soms tijdens de bronchoscopie een longspoeling uitgevoerd. Hierbij wordt er een hoeveelheid zoutwater via de bronchoscoop in de longen gebracht. Daarna wordt de ingebrachte vloeistof zoveel mogelijk teruggezogen. Dit spoelvocht wordt dan naar het labo gebracht voor een uitgebreid onderzoek.

Een bronchoscopisch onderzoek lijkt op het eerste gezicht een vervelende ingreep, maar dank zij de huidige instrumenten en verdovingsmogelijkheden verloopt het onderzoek meestal zonder dat de patiënt er al te veel last van ondervindt.

Longbiopsie (video geassisteerde thoracoscopische ingreep of VATS)

Een andere manier waarop de longarts longfibrose kan vaststellen, is door een longbiopsie uit te voeren bij de patiënt. Tijdens de operatie worden door de chirurg kleine stukjes longweefsel uit de long genomen en door een anatomopatholoog onder de microscoop onderzocht. Via deze biopsie kan men de mate van ontsteking en fibrose in de longen bepalen, wat kan bijdragen tot de uiteindelijke diagnose.

Diagnose door team van specialisten

MILO: multidisciplinair interstitieel longlijden overleg

Laatste aanpassing: 24 januari 2020