Arteriële occlusie oog

Afsluiting van een arterieel bloedvat (slagader) in het netvlies. Ook 'trombose van het oog' genoemd.

Verloop van de aandoening 

Een arterie of slagader is een aanvoerend bloedvat. De hoofdarterie (centrale arterie) splitst zich in het oog op in 4 takken die elk een kwadrant van het netvlies bevloeien.

Afsluiting van één van deze takken (BRAO) of de stam (CRAO), leidt tot een tekort aan voeding en zuurstof waardoor een deel van het netvlies kan afsterven. Het gebied van het netvlies dat wordt aangetast door de verstopte vaten, bepaalt de uitgebreidheid van de schade en de mate van het visusverlies.

Ten gevolge van het zuurstoftekort, wat ook ischemie genoemd wordt, sterft het aangedane deel van het netvlies af waardoor het niet meer kan werken. Wel maakt dit deel van het netvlies nog groeifactoren aan om nieuwe bloedvaten te krijgen. Deze nieuwe bloedvaten kunnen gevormd worden op het netvlies of in de iris. Helaas zijn deze van slechte kwaliteit en gaan ze snel bloeden of kunnen ze een plotse stijging van de oogdruk veroorzaken.

Twee vormen van arteriële occlusie

  • Branch retinal artery occlusion (BRAO )
    Bij deze vorm wordt 1 van de 4 takken afgesloten. Als gevolg hiervan wordt een (klein) deel van het netvlies beschadigd. Dit kan waargenomen worden als een wazige vlek of een verminderd zicht in een deel van het gezichtsveld.  
  • Central retinal artery occlusion (CRAO)
    Wanneer de centrale arterie afgesloten wordt, kan schade ontstaan in het gehele netvlies. Deze vorm kunnen we nog eens verder onderverdelen in 2 vormen:  
    • Arteritische vorm
      Bij deze vorm ligt een ontsteking van een bloedvat ter hoogte van de slaap aan de basis van het probleem.  Dit verschijnsel staat bekend als arteriitis temporalis en gaat meestal gepaard met een heftige, bonzende hoofdpijn of pijn bij kauwbewegingen.
    • Niet-arteritische vorm
      In dit geval is de oorzaak niet een ontsteking, maar wel een (bloed)propje of klonter.  In vergelijking met de arteritische vorm, is deze vorm veel frequenter.

Symptomen

De meest voorkomende symptomen van arteriële occlusie in het oog zijn:

  • Plotse vermindering van het zicht, meestal ontstaan over enkele seconden, tot zelfs volledige blindheid (beroerte in het oog). Indien slechts kortdurend aanwezig, spreken we over ‘amaurosis fugax’
  • Het (tijdelijke) verlies van het zicht gaat niet gepaard met pijn.
  • Uitwendig ziet het oog er normaal uit.

Risicofactoren 

Er zijn een aantal factoren die de kans op het ontwikkelen van een arteriële occlusie kunnen verhogen:

  • hart- en vaataandoening (cardiovasculaire aandoening) (vb.: hartritmestoornis)
  • Diabetes Mellitus (suikerziekte)
  • Verhoogde bloeddruk (hypertensie)
  • Verhoogd cholesterolgehalte (hyperlipidemie)
  • Overgewicht (obesitas)
  • Oudere leeftijd
  • Roken
  • Frequenter bij mannen dan bij vrouwen

Onderzoeken

Om een goede beoordeling van het netvlies mogelijk te maken, worden druppels gebruikt om de pupil te verwijden. Deze druppels zorgen ervoor dat u enkele uren wazig zal zien (houd er dus rekening mee dat u zelf niét kan rijden gedurende enkele uren na het onderzoek).

Aanvullend aan dit ‘fundusonderzoek’ kunnen nog bijkomende (technische) onderzoeken uitgevoerd worden ter bevestiging van de diagnose, ter opvolging, uit preventie om andere infarcten te voorkomen of om de mate van schade op te meten.

Onderzoek om de grenzen van het gezichtsveld af te lijnen. Daarnaast wordt de lichtgevoeligheid binnen het gezichtsveld getest en wordt er nagegaan of er geen defecten (vlekken) aanwezig zijn.

Behandeling

De behandeling heeft als doel het gezichtsvermogen (gedeeltelijk) zo goed mogelijk te behouden en om verdere complicaties te vermijden of verminderen. Het is belangrijk tijdig een behandeling te starten. Uw behandelende arts bespreekt welke behandelopties bij u nodig en/of mogelijk zijn.

Hieronder vindt u alvast enkele mogelijke behandelingen voor arteriële occlusies:

  • Een optimalisatie van de bloedvoorziening van het oog (vb. verlagen oogdruk, oogmassage, behandeling met rt-PA).
    De kans op succes is echter vrij laag en deze opties zijn enkel zinvol kort na het ontstaan van de klachten (binnen enkele uren).
  • Medicamenteuze therapie.
  • Behandeling met rt-PA (Recombinant Tissue Plasminogen Activator) binnen 4,5 uur na de start van de klachten.
  • Teneinde een kans op herhaling te verlagen, kan bloedverdunnende medicatie opgestart worden.
  • Corticosteroïden worden enkel opgestart wanneer het de arteritische vorm betreft 
  • Laserbehandeling om nieuwvatvorming tegen te gaan.
  • Injecties in het oog bij het ontstaan van nieuwvatvorming.

Prognose

Algemeen gezien kan gesteld worden dat het gezichtsvermogen weinig tot niet recupereert na een afsluiting van een arterieel bloedvat. De prognose is afhankelijk van het soort afsluiting (BRAO of CRAO).

  • De CRAO heeft de slechtste prognose aangezien hierbij het grootste deel van het netvlies wordt aangetast.
  • Voor de BRAO geldt dat het gezichtsveldverlies meestal permanent is, doch de gezichtsscherpte is variabel en afhankelijk van de juiste lokalisatie van het probleem. Hierbij speelt de mate van het visusverlies bij presentatie van de klachten een belangrijke rol.

Ogen die bij aanvang of presentatie van de klachten een goede visus vertonen, behouden vaak deze visus. Patiënten bij wie de visus na de start van de symptomen slecht is, hebben vaak slechts een geringe kans op verbetering.  

Nieuwvatvorming in het netvlies of ter hoogte van de iris (in associatie met glaucoom) en een netvliesloslating zijn zeldzame, doch zeer ernstige complicaties die zich ook pas na enkele maanden kunnen manifesteren. Een nauwgezette opvolging via de oogarts is dan ook aangewezen. 

Laatste aanpassing: 2 augustus 2021