Lumbale decompressieve ingreep

De lumbale decompressieve ingreep is een chirurgische behandeling voor kanaalstenose in de onderrug. De operatie heeft tot doel het wervelkanaal te verbreden om zenuwcompressie te verminderen, wat leidt tot verlichting van symptomen zoals pijn, krachtverlies en gevoelsveranderingen.

Wat is kanaalstenose?

Kanaalstenose in de lumbale wervelkolom verwijst naar een vernauwing van het wervelkanaal. Dit kan leiden tot compressie van de zenuwwortels, wat diverse symptomen veroorzaakt.

Behandelingsopties

Bij milde symptomen kunnen niet-chirurgische behandelingen zoals medicatie en fysiotherapie worden overwogen. Indien deze niet effectief zijn, kan een operatie worden aanbevolen.

Verloop van de lumbale decompressieve ingreep

Deze operatie richt zich op het verwijderen van het materiaal dat de zenuwen in het wervelkanaal comprimeert. Dit kan een deel van een wervel, uitstekend bot, of verdikt weefsel zijn.

  1. Toegang tot het wervelkanaal: De chirurg maakt een insnede tussen de boven- en onderliggende wervelboog om toegang te verkrijgen tot het wervelkanaal. Dit deel van de operatie wordt uitgevoerd onder optische vergroting voor beter zicht en precisie.

  2. Openen van het wervelkanaal: Een klein deel van het wervelkanaal wordt geopend om de vernauwing zichtbaar te maken. Dit biedt de chirurg de mogelijkheid om de exacte locatie en ernst van de stenose te beoordelen.

  3. Decompressie: De chirurg verwijdert het verdikte gele ligament en een deel van het verdikte gewricht tussen de wervels. Dit wordt gedaan met een fijn boortje en tangetjes, waardoor de zenuwwortels meer ruimte krijgen en de druk vermindert​​.

  4. Aanvullende ingrepen: Indien nodig wordt de decompressie uitgebreid tot de zenuwwortels voldoende vrij liggen. Als er een hernia aanwezig is, wordt deze ook geïnspecteerd en eventueel verwijderd. Afhankelijk van de situatie kan de decompressie ook aan de andere zijde van de wervelkolom of op meerdere niveaus worden uitgevoerd.

  5. Afsluiting van de ingreep: De wonde wordt in meerdere lagen gehecht. Soms wordt er een wonddrain ingebracht om overtollig bloed of wondvocht op te vangen​​.

Na de operatie

U wordt wakker gemaakt door de anesthesist en naar de ontwaakzaal (PAZA of postanesthesie-zorgafdeling) gebracht voor observatie. Nadien keert u terug naar de afdeling.

Herstel na de operatie omvat meestal pijnbestrijding, vroege mobilisatie en soms fysiotherapie.

Risico's en complicaties

Hoewel de operatie over het algemeen veilig is, zijn er potentiële risico's zoals infectie, nabloeding, of zenuwbeschadiging. Deze komen echter zelden voor.

Leven na de operatie

De meeste patiënten ervaren een aanzienlijke verbetering van hun kwaliteit van leven na de operatie. Aanpassingen in levensstijl en regelmatige follow-up kunnen nodig zijn om optimale resultaten te behouden.

Brochure

Lees meer over het precieze verloop van de opname, de ingreep en nazorg in de brochure. 

Laatste aanpassing: 11 maart 2024