Een tic? Geen paniek

13 november 2025
Je kind trekt nerveuze grimassen, maakt rare geluidjes of tikt de hele tijd met zijn voet. Je maakt je ongerust. Begrijpelijk, maar heel wat ouders reageren te fel op een tic. Wist je dat een op de vijf kinderen wel eens een tic heeft? Onze psychiater vertelt wat je vooral niet moet doen.

Als er geen last is, is er ook geen probleem. Dat is volgens professor Karen Vertessen, kinder- en jeugdpsychiater bij UPC KU Leuven, de belangrijkste raad wat tics betreft. Volgens de medische definitie is een tic een beweging of stemgeluid dat plots optreedt, vaak snel, herhaald en niet-ritmisch. Die tics kunnen sterk uiteenlopen. Meestal blijft het bij enkelvoudige tics, maar soms zijn tics samengesteld, zoals dingen aanraken of huppelpasjes maken. In meer complexe gevallen kan het de aandoening Gilles de la Tourette zijn, maar dat komt minder vaak voor.

Fijn is het natuurlijk niet als je ziet dat je kind zo’n tic heeft. Maar het is ook verre van ongewoon. Naar schatting heeft een op de vijf kinderen wel eens een tic, al ligt dat cijfer vermoedelijk nog een stuk hoger. “Vaak hebben die tics zo’n beperkte impact dat er geen vraag is naar een diagnose. De ouders zoeken vaak ook geen hulp, omdat ze het niet gemerkt hebben of omdat ze niet gezien hebben dat het om een tic gaat. En dat is helemaal prima.”

In de genen?

Er hangen nog veel vraagtekens rond het fenomeen op zich. We weten dat tics zich meestal voor het eerst manifesteren tussen de leeftijd van drie en acht jaar. En dat ze vaker voorkomen bij jongens dan bij meisjes. Als tics langer blijven hangen, pieken ze rond de leeftijd van twaalf jaar. Volwassenen krijgen er veel minder mee te maken dan kinderen. Typisch is dat tics bepaalde periodes aanwezig zijn en vervolgens weer gaan liggen. En dat er een afwisseling van tics is.

De precieze oorzaak van tics is niet duidelijk. “Het is een complex samenspel van factoren. Er is een grote genetische component, maar het ligt niet aan één specifiek gen. Het gebeurt dat we ouders over de vloer krijgen met een kind dat een mildere tic heeft, waarbij mama of papa zegt dat ze als kind ook tics hadden. Omgevingsfactoren spelen ook mee, zoals vermoeidheid, angst en stress. Maar dat kan ook positieve stress zijn, zoals het vooruitzicht van een dagje Efteling. Ook dan kunnen de tics toenemen.”

Een tic onderdrukken, kan de spanning doen toenemen
prof. dr. Karen Vertessen

Spanning

Blijft de vraag: wat doe je ermee? In elk geval is het geen goed idee om de stress nog te verhogen door je kind voortdurend op die tics te wijzen en te zeggen dat het moet ophouden. Een tic is onbedoeld. En ook al kun je het in principe vaak onderdrukken, dat doe je niet zonder gevolgen. Een tic tegenhouden, geeft namelijk een bepaalde spanning die het probleem nog kan verergeren of tot andere problemen kan leiden, zoals oververmoeidheid of aandachtsproblemen. “Ouders moeten zich bewust zijn van wat ze eigenlijk vragen van hun kind als die zijn tic de hele tijd moeten inhouden. Ik heb al patiënten gezien bij wie je aan de buitenkant niets merkt. Maar ze zeggen me dat ze daar de hele dag door mee bezig zijn, om de spanning die ze in zich dragen vooral niet te laten zien. Dat kost hen enorm veel energie en werkt op hun mentale gezondheid.”

Pesterijen

Vandaar het advies om pas hulp te zoeken als er echt een last is, voor je kind of voor de omgeving. Soms kan een tic tot fysieke pijn lijden, omdat de herhaalde beweging een overbelasting veroorzaakt. Of het kan zijn dat je kind daardoor bijvoorbeeld moeite heeft om te leren schrijven. Daarnaast zijn er sociale factoren, de reactie van de omgeving. Die kunnen ook een reden zijn om er iets aan te doen. De leraar die het storend vindt in de klas, of de klasgenootjes die pesten. Dan is wel een goed idee om te bekijken hoe je het probleem kunt aanpakken. En dat hoeft trouwens niet eens een medische oplossing te zijn.

“Als er veel commentaar komt in een klasgroep, kan je kind bijvoorbeeld een spreekbeurt of informatie aan de klas geven over tics. Uitleggen wat het is, hoe ze het ervaren. We raden wel aan om dat met bege­leiding te doen. Je kunt de hulp vragen van een eerstelijnspsycholoog, om de uitleg mee voor te bereiden met je kind.”

Omdat tics meestal mild en van voorbijgaande aard zijn, kom je met eenvoudige praktische ingrepen al een heel eind. Die nemen de onderliggende spanning vaak niet weg, maar wel de lastige impact die de tic heeft op het dagelijks leven. Word je er als ouder gek van dat je kind aan tafel de hele tijd grimassen trekt? Ga dan zelf zo aan tafel zitten dat je dit niet voortdurend ziet. Kan het klasgenootje dat naast je kind zit die tic niet verdragen? Laat je kind dan naast iemand zitten die zich daar niet aan stoort.

“Het komt erop aan om als ouder attent en gevoelig te zijn”, besluit professor Vertessen. “Een tic is tenslotte niet opzettelijk. Kijk naar wat je kind nodig heeft en wat de impact van de tic is. Het is zoeken naar een evenwicht waar iedereen zich goed bij voelt. Blijft het probleem toch een last of wordt het plots erger? Dan kun je nog altijd naar de huisarts stappen.”

Is dit een tic? 

Voorbeelden van bewegingstics bij kinderen:

  • knipperen met de ogen
  • ogen opensperren
  • ogen wegdraaien
  • neus optrekken
  • mond tuiten
  • mond scheeftrekken
  • tong uitsteken
  • grimassen maken
  • schudden met het hoofd
  • schouders ophalen
  • knakken of knippen met de vingers
  • voet stampen of schudden

Voorbeelden van geluidstics bij kinderen:

  • grommen
  • keel schrapen
  • klakken met de tong
  • kuchen
  • zuchten
  • geeuwen
  • snuiven
  • sissen
  • knorren

(Tekst: Ruben Nollet)

Laatste aanpassing: 13 november 2025