Bedplassen

Oorzaken

Er spelen 3 medische factoren een rol bij bedplassen.

1. “Een diepe slaper”: niet gemakkelijk wakker worden, ook niet bij een volle blaas.
2. Meer productie van urine 's nachts ten opzichte wat het de blaasinhoud aankan.
3. Een nachtelijke overactieve blaas: de blaasspier trekt plots en onbewust samen, zelfs als de blaas niet helemaal vol is.

Zelden is er een psychologische oorzaak voor bedplassen.

Gevolgen

Bedplassen kan wel psychologische gevolgen hebben. Kinderen die bedplassen, voelen zich minder goed in hun vel en kunnen een lager zelfbeeld krijgen.

Wanneer is bedplassen een probleem?

De Wereldgezondheidsorganisatie probeert de internationale standaard dat kinderen nachts zouden droog zijn op 5 jaar te zetten. Maar als uw kind op die leeftijd nog niet rijp is om actief aan een echte behandeling te kunnen meewerken, heeft het geen zin om op dat moment al iets aan zijn bedplassen te doen.

Bedplassen wordt pas een probleem als het voor u en uw kind een sociaal probleem is. Er staat geen leeftijd op.

Wil uw kind niet bij vriendjes slapen, wordt het gepest of wil het niet mee op kamp, dan is mogelijks een motivatie om een behandeling te starten.

Is uw kind een speelvogel en totaal niet geïnteresseerd in stoppen met bedplassen, doe hem dan ’s nachts een luierbroekje aan en start de behandeling als hij wel kan en wil meewerken. Lukt dat niet, dan geven we tips om het probleem te verbergen. 

Motivatie is cruciaal. Maar het is ook belangrijk dat het kind kan meewerken zonder in te boeten de levenskwaliteit als kind. Als uw kind nog niet gemotiveerd is of niet echt actief en regelmatig kan meewerken, heeft behandelen geen zin. Het moet leuk blijven, anders werkt uw kind toch niet mee.

Tips om te stoppen met bedplassen

Wel doen

• Toon begrip, leg uit waarom uw kind nog bedplast. Wij kunnen u daarbij helpen.
• Motiveer uw kind. 
• Wees geduldig.
• Laat uw kind ’s avonds niet te veel drinken. Stimuleer het om ‘s morgens meer te drinken.
• Zorg ervoor dat uw kind zeker plast voor het naar bed gaat.
• Is uw kind nog niet klaar om te stoppen met bedplassen, los het probleem tijdelijk op met luierbroekjes of via de behandeling met medicatie.

Niet doen

• Uw kind kan er niet aan doen dat het in bed plast. Beschuldig, verneder of straf het niet.
• Werk niet met beloningen op lange termijn (bijvoorbeeld als het vier weken niet in bed plast, dan…). Directe beloningen na een inspanning en een droge nacht kunnen wel.
• Neem niet zomaar uw kind z’n luier weg. Iemand die te diep slaapt, wordt niet wakker van natte lakens. Bovendien is in natte lakens slapen ongezond.
• Maak uw kind, als u zelf gaat slapen, niet wakker om te plassen. Het helpt hem niet zijn blaas beter onder controle te krijgen. Uw kind zal het zich de volgende ochtend niet meer herinneren, en het helpt dus niet om sneller "droog" te worden.

Behandeling

U vindt hier een aantal mogelijke behandelingen voor deze aandoening. Na de diagnose kiest uw arts, samen met u en uw kind, de beste oplossing voor jullie. De behandeling kan dus afwijken van de hieronder voorgestelde therapie(ën).

Resultaten

Met de fullspectrum-therapie is bijna 90 procent van de kinderen droog op ongeveer 6 weken. 

Met enkel een plaswekker zonder wekelijkse begeleiding, wordt 50 procent van de kinderen droog na 3 maanden volhouden. Het probleem daarbij is, dat de helft van hen hervalt na het stoppen, wat betekent dat slechts 25 procent van de kinderen droog blijft met deze methode.

Wilt u een plaswekker als behandeling gebruiken, dan doet u dat dus best met professionele begeleiding.

Met de andere therapie (aangepast drankpatroon met medicatie), wordt ongeveer 70% van de kinderen droog na een behandeling van ongeveer 2 maanden. Daarvan zullen de meeste nog een hele tijd de medicatie moeten blijven innemen voor ze uiteindelijk droog blijven.

Termijn

Normaal gezien moeten 2 maanden volstaan om te weten of een behandeling aanslaat of niet, ongeacht de methode.

Is er op die tijd geen zichtbare vooruitgang, dan gebruikt u beter tijdelijk luierbroekjes en komt u best na een pauze terug. Vaak kan het met nieuwe moed, een ander inzicht en andere motivatie, wel lukken.  Nooit opgeven, het komt echt wel goed.