Epilepsie op school: wat te doen bij een epileptische aanval?

Verschillende epileptische aanvallen vragen een andere aanpak. Op deze pagina vind je ook handige documenten om te printen en in te vullen op maat van je leerling: een aanvalsprotocol, fiche voor toediening noodmedicatie en gebruik van de VNS-magneet.

Ernstige aanval

Een tonisch-clonische aanval is een ernstige aanval die je kunt herkennen aan:

  • verlies van bewustzijn
  • opspannen of schokken in de vier ledematen die langer dan 3 tot 5 minuten duren

Wat te doen?

Leg de leerling rustig neer en zorg ervoor dat de ademhalingswegen vrij zijn (stabiele zijligging).

Probeer niet om de mond te openen of iets in de mond te steken, zoals vroeger wel eens werd aangeraden.

Na dit soort aanval is de leerling vaak erg verward en vermoeid, zodat die de lessen niet meer kan volgen. Dat noemen we de postictale fase of postictale slaap. 

In dat geval is het aangewezen om een arts te verwittigen. Die zal mee oordelen of de aanval echt voorbij is, of het kind geen complicaties heeft en of geen extra gevaar loopt. De arts kan ook beslissen of er medicatie moet worden toegediend. 

Individueel behandelplan en noodmedicatie

Kinderen met een gekende en behandelde epilepsie die nog steeds ernstige tonisch-clonische aanvallen vertonen, krijgen een individueel behandelplan.

De arts schrijft dan noodmedicatie voor die kan toegediend worden bij een langdurige aanval: een aanval die niet kan gestopt worden binnen de 3 minuten

De ouders van het kind krijgen hiervoor een informatiefiche met de naam van de medicatie, de dosis en de toedieningswijze (zie hieronder).

Het is belangrijk om ook op school deze noodmedicatie en de bijhorende informatiefiche ter beschikking te hebben. Maak ook goede afspraken over wie de medicatie op school kan toedienen. De toediening van de noodmedicatie zal steeds geattesteerd worden door de behandelende arts.

Als er een langdurige aanval optreedt (> 3 minuten) die niet vanzelf stopt en er is géén noodmedicatie ter beschikking, bel je 112.

Subtiele aanval

Bijvoorbeeld: 

  • Absence-aanval waarbij het kind enkele seconden staart en de hersenen geen nieuwe info inprenten
  • Focale aanval waarbij het kind bijvoorbeeld langdurig een automatisme vertoont, ook smakkende mondbewegingen

Wat te doen?

Hou het kind niet tegen, maar zorg er enkel voor dat het zich niet kan kwetsen. 

In deze gevallen is acute medicatie meestal niet nodig. 

Als een aanval toch langer duurt of anders verloopt dan aangegeven door de ouders, verwittig dan medisch personeel.

Bekwame helper

Binnenkort zullen scholen een beroep kunnen doen op een bekwame helper binnen hun team. 

Dat is iemand die zelf geen verpleegkundige is, maar in het kader van het beroep of vrijwilligerswerk toch een of meerdere verpleegkundige handelingen mag verrichten. 

Handige documenten

PDF
Aanvalsprotocol
PDF - 44.49 Kb
PDF
Noodmedicatie: infofiche
PDF - 36.39 Kb

Lees ook

Als het kind tijdens de schooluren medicatie moet nemen, is het belangrijk om daarop toe te zien. Laat het kind zoveel mogelijk gewoon deelnemen aan schoolactiviteiten, maar houd rekening met de bestaande risico's (bv. grotere blootstelling aan prikkels, sommige sporten zoals zwemmen).
Het controleren van gedrag is ook een functie van de hersenen, waardoor epilepsie gedragsstoornissen tot gevolg kan hebben. Bijvoorbeeld ASS (autismespectrumstoornis) en ADHD komen vaak voor.
De school en het leerkrachtenteam moeten goed op de hoogte zijn van de epilepsie en de impact daarvan op de leerling. Op basis van die info kan de leerling ondersteund en begeleid worden waar mogelijk, eventueel in samenwerking met een zorgleerkracht, zodat het kind zich op het eigen tempo kan ontwikkelen.
Enkele factoren bepalen mee de impact van epilepsie op het naar school gaan: het onder controle krijgen van de epilepsie(aanvallen) door behandeling, de invloed van de aandoening op de cognitieve functies, motorische en sociale vaardigheden, maar ook het zelfbeeld en de draagkracht van de omgeving van het kind.
Kinderen met epilepsie hebben het vaak moeilijker om hun aandacht te verdelen en dingen goed te onthouden. In de klas kan zich dit op verschillende manieren uiten, bijvoorbeeld snel afgeleid zijn. Een fijne, stimulerende leeromgeving die op de moeilijkheden kan inspelen, kan voor het kind een groot verschil maken.
Laatste aanpassing: 31 augustus 2023