Epilepsie op school: omgaan met medicatie en mogelijke risico's

Als het kind tijdens de schooluren medicatie moet nemen, is het belangrijk om daarop toe te zien. Laat het kind zoveel mogelijk gewoon deelnemen aan schoolactiviteiten, maar houd rekening met de bestaande risico's (bv. grotere blootstelling aan prikkels, sommige sporten zoals zwemmen).

Medicatie toedienen

De meeste anti-epileptische medicatie moet twee keer per dag ingenomen worden. Dat kan dus perfect gebeuren buiten de schooluren, in de thuisomgeving.

Bepaalde medicatie moet echter drie keer per dag ingenomen worden, waarvan één dosis op school moet toegediend worden. In dat geval is het belangrijk dat de leerkracht erop toeziet dat dit correct gebeurt. 

Bij de arts van de leerling kan een attest aangevraagd worden in het kader van medicatietoediening op school. 

Mogelijke risico's op school 

Het is vanzelfsprekend dat kinderen met epilepsie gewoon kunnen deelnemen aan alle schoolactiviteiten: turnen, zwemmen, (meerdaagse) uitstappen ... 

Die activiteiten zijn niet alleen belangrijk voor de sociale integratie en ontwikkeling, maar maken ook deel uit van een gezonde levenshouding die we bij elk kind met epilepsie willen stimuleren. 

Waar kun je rekening mee houden?

  • De meeste sporten vormen geen probleem. We raden aan om wel toezicht te houden bij activiteiten zoals zwemmen of fietsen in het verkeer. 

  • Schooluitstappen of meerdaagse kampen moeten mogelijk zijn. Geef daarbij wel voldoende aandacht aan factoren die een aanval kunnen uitlokken:

    • Correctie medicatietoediening 

    • Opwinding en blootstelling aan prikkels

    • Minder slaap dan in de thuisomgeving 

De mogelijke risico's mogen in geen geval een reden zijn om een leerling met epilepsie buiten te sluiten van activiteiten. 

Lees ook

Verschillende epileptische aanvallen vragen een andere aanpak. Op deze pagina vind je ook handige documenten om te printen en in te vullen op maat van je leerling: een aanvalsprotocol, fiche voor toediening noodmedicatie en gebruik van de VNS-magneet.
De school en het leerkrachtenteam moeten goed op de hoogte zijn van de epilepsie en de impact daarvan op de leerling. Op basis van die info kan de leerling ondersteund en begeleid worden waar mogelijk, eventueel in samenwerking met een zorgleerkracht, zodat het kind zich op het eigen tempo kan ontwikkelen.
Het controleren van gedrag is ook een functie van de hersenen, waardoor epilepsie gedragsstoornissen tot gevolg kan hebben. Bijvoorbeeld ASS (autismespectrumstoornis) en ADHD komen vaak voor.
Kinderen met epilepsie hebben het vaak moeilijker om hun aandacht te verdelen en dingen goed te onthouden. In de klas kan zich dit op verschillende manieren uiten, bijvoorbeeld snel afgeleid zijn. Een fijne, stimulerende leeromgeving die op de moeilijkheden kan inspelen, kan voor het kind een groot verschil maken.
Enkele factoren bepalen mee de impact van epilepsie op het naar school gaan: het onder controle krijgen van de epilepsie(aanvallen) door behandeling, de invloed van de aandoening op de cognitieve functies, motorische en sociale vaardigheden, maar ook het zelfbeeld en de draagkracht van de omgeving van het kind.
Laatste aanpassing: 31 augustus 2023