Epilepsie op school: geheugen en aandacht

Kinderen met epilepsie hebben het vaak moeilijker om hun aandacht te verdelen en dingen goed te onthouden. In de klas kan zich dit op verschillende manieren uiten, bijvoorbeeld snel afgeleid zijn. Een fijne, stimulerende leeromgeving die op de moeilijkheden kan inspelen, kan voor het kind een groot verschil maken.

Signalen in de klas

De oorzaak van epilepsie zit in de hersenen: de organisatie van het hersennetwerk functioneert niet optimaal.

Mogelijke gevolgen daarvan zijn epileptische aanvallen, maar ook cognitieve problemen: moeite hebben om de aandacht te verdelen en om het geheugen goed in te zetten. Ondanks een goede aanvalscontrole en de juiste medicatie, kunnen deze moeilijkheden blijven. 

Welke signalen wijzen hierop? 

  • Weinig aandacht voor details
  • Niet goed kunnen luisteren
  • Snel afgeleid zijn
  • Moeite om taken op te starten
  • Vergeetachtige indruk

Handvaten voor een stimulerende leeromgeving

Enkele tips op een rij om als leerkracht in te spelen op deze moeilijkheden:

  • Ondersteun het kind om denkstrategieën te ontwikkelen.
  • Leer het kind patronen herkennen.
  • Besteed voldoende tijd en aandacht aan de training van het geheugen. 
  • Maak vooraf checklists en leg het nodige materiaal klaar voor een bepaalde taak.
  • Leer het kind dat het goed is om af en toe te stoppen met een bezigheid, om te kijken wat die al gedaan heeft. Het kan ook helpen als de leerkracht de taken analyseert en indeelt in deeltaken en -doelen. Daarvoor kun je visuele ondersteuning gebruiken, zoals prenten.  
  • De beertjesmethode van Meichenbaum kan zorgen voor structuur in het denkproces. Deze methode bestaat uit 4 stappen, oftewel 4 beren die zich elk een andere vraag stellen.  
    1. Wat moet ik doen? 
    2. Hoe ga ik het doen? 
    3. Ik doe het werk. 
    4. Ik kijk mijn werk na: wat vind ik ervan? 
  • Omschrijf altijd duidelijk wat je precies van het kind verwacht. 
  • Leer het kind om zelf duidelijk te maken dat ze een taak goed begrijpen en hoe ze die zullen aanpakken. 
  • Geef het kind de kans om elk onderdeel van een taak op het eigen tempo uit te voeren. 

Lees ook

Het controleren van gedrag is ook een functie van de hersenen, waardoor epilepsie gedragsstoornissen tot gevolg kan hebben. Bijvoorbeeld ASS (autismespectrumstoornis) en ADHD komen vaak voor.
De school en het leerkrachtenteam moeten goed op de hoogte zijn van de epilepsie en de impact daarvan op de leerling. Op basis van die info kan de leerling ondersteund en begeleid worden waar mogelijk, eventueel in samenwerking met een zorgleerkracht, zodat het kind zich op het eigen tempo kan ontwikkelen.
Als het kind tijdens de schooluren medicatie moet nemen, is het belangrijk om daarop toe te zien. Laat het kind zoveel mogelijk gewoon deelnemen aan schoolactiviteiten, maar houd rekening met de bestaande risico's (bv. grotere blootstelling aan prikkels, sommige sporten zoals zwemmen).
Verschillende epileptische aanvallen vragen een andere aanpak. Op deze pagina vind je ook handige documenten om te printen en in te vullen op maat van je leerling: een aanvalsprotocol, fiche voor toediening noodmedicatie en gebruik van de VNS-magneet.
Enkele factoren bepalen mee de impact van epilepsie op het naar school gaan: het onder controle krijgen van de epilepsie(aanvallen) door behandeling, de invloed van de aandoening op de cognitieve functies, motorische en sociale vaardigheden, maar ook het zelfbeeld en de draagkracht van de omgeving van het kind.
Laatste aanpassing: 31 augustus 2023