Leuvens onderzoek brengt micro-organismen op ons oog in kaart

5 juni 2020

In UZ Leuven loopt momenteel een van de eerste Europese grootschalige onderzoeken naar het oogmicrobioom. Dr. Heleen Delbeke, staflid van de dienst oogziekten, bestudeert de komende jaren welke micro-organismen het meest voorkomen op ons oogoppervlak en welke interne en externe factoren dat microbioom beïnvloeden. Dat doet ze aan de hand van oogstalen die worden afgenomen bij ruim 500 vrijwilligers.

Door het DNA van micro-organismen uit oogstalen te bestuderen, hopen de onderzoekers meer inzicht te krijgen in specifieke oogaandoeningen.

 

 

Onderzoek naar de micro-organismen, zoals bacteriën, virussen en gisten, die op ons oog leven krijgt meer en meer aandacht. Deze verzameling van micro-organismen op het oog noemen we het oogmicrobioom. In haar doctoraatsonderzoek bestudeert dr. Heleen Delbeke, staflid van de dienst oogziekten in UZ Leuven, het DNA van micro-organismen uit oogstalen van ruim 500 vrijwilligers. Zo wil ze in eerste instantie veel voorkomende micro-organismen op ons oogoppervlak identificeren, maar ook bepalen welke factoren invloed hebben op ons oogmicrobioom. Het uiteindelijke doel is om meer inzicht te krijgen in specifieke oogaandoeningen. De onderzoekers hopen onder meer vatbaarheid van contactlensdragers voor ernstige ooginfecties op te helderen en veelvoorkomende klachten van irritatie na een cataractoperatie te verklaren.

DNA-onderzoek  

Het kweken van micro-organismen aanwezig in stalen geeft slecht een kleine fractie van het microbioom weer. De onderzoekers kiezen er daarom voor om micro-organismen uit oogstalen via sequenering te bestuderen. Via die techniek wordt het DNA van de aanwezige micro-organismen uitgelezen. Zo willen de onderzoekers een zo gedetailleerd en divers mogelijk beeld krijgen van wat er leeft op ons oogoppervlak.

De grote hoeveelheid ongekende informatie maakt onderzoek naar het oogmicrobioom net zo boeiend en fascinerend.
dr. Heleen Delbeke

In tegenstelling tot het microbioom van bijvoorbeeld de darmflora, is het oogmicrobioom nog weinig onderzocht. Binnen Europa is tot hiertoe zelfs nog geen enkele studie gepubliceerd. Dr. Heleen Delbeke: “De grote hoeveelheid ongekende informatie maakt onderzoek naar het oogmicrobioom net zo boeiend en fascinerend. Het afnemen van de stalen moet wel zeer nauwkeurig gebeuren, omdat het oog veel minder bacteriën bevat dan bijvoorbeeld de huid.”

Duizend stalen

Dr. Heleen Delbeke: “We vragen aan de vrijwilligers bij wie we een oogstaal mogen afnemen ook om een uitgebreide vragenlijst in te vullen. Zo kunnen we variaties in het oogmicrobioom linken aan interne factoren zoals leeftijd en geslacht, maar ook aan externe factoren zoals de woonplaats, schermgebruik en sportgewoonten. Een sprekend voorbeeld is een fervente zwemmer. Als iemand drie keer per week zwemt, waarbij de ogen in contact komen met chloor, kan dat een invloed hebben op het oogmicrobioom. Een ander interessant voorbeeld is de toename van droge ogen bij vrouwen na de menopauze. Door onderzoek naar het oogmicrobioom komen we meer te weten over de hormonale invloed op onze ogen.”

Door de vrijwilligers bij wie we een staal afnemen een vragenlijst te laten invullen, kunnen we variaties in het oogmicrobioom linken aan interne factoren zoals leeftijd en geslacht, maar ook aan externe factoren zoals de woonplaats, schermgebruik en sportgewoonten.
Dr. Heleen Delbeke

In het najaar van 2019 werd het startschot van het onderzoek gegeven op de Dag van de Wetenschap. Bij ruim 200 vrijwilligers werd toen van beide ogen een staal genomen. Zodra de maatregelen omtrent de coronapandemie het weer mogelijk maken, worden bij nog eens 300 mensen twee oogstalen genomen. Daarnaast loopt een deel van de studie op langere termijn, om veranderingen in het oogmicrobioom over de tijd te kunnen bestuderen. Daarvoor worden 25 mensen over een periode van één jaar en 25 anderen over een periode van twee jaar opgevolgd. Zo kan ook de invloed van specifieke factoren zoals het seizoen bestudeerd worden.

Impact cataractoperatie op oogmicrobioom

Ondertussen start UZ Leuven een opvolgstudie op om de resultaten uit het eerste onderzoek verder te interpreteren. In deze studie gaan de onderzoekers specifieker in op het oogmicrobioom van mensen die geopereerd worden aan cataract, een oogaandoening waarbij de  lens vertroebelt. Door een vergelijking te maken tussen de micro-organismen op het oogoppervlak voor en na de cataractoperatie, kan het effect van het gebruik van ontsmetting, verdoving en medicatie tijdens de ingreep bestudeerd worden. Dr. Delbeke: “Na een cataractoperatie hebben mensen soms klachten waar we niet meteen een verklaring voor hebben. Die verklaring hopen we in deze studie te vinden.”

Deze studies verlopen in samenwerking met prof. Marie Joossens, prof. dr. Ingele Casteels, prof. dr. Ingeborg Stalmans en het Fonds voor Academische Studies aan UZ Leuven.

Neem zelf deel aan de studie

Wie interesse heeft om deel te nemen aan de studie, kan zich nog aanmelden als vrijwilliger via heleen.delbeke@uzleuven.be of ingeborg.vriens@uzleuven.be.

Gerelateerd

Laatste aanpassing: 16 maart 2023