Weten dat je kans hebt om kanker te krijgen omdat er een erfelijke variant in de familie zit, is een harde noot om te kraken. Maar vaak nog erger is de wetenschap dat
ook je kinderen de ziekte kunnen krijgen.
Een slordige twintig jaar geleden moesten mensen die wisten dat ze drager waren van een erfelijke ziekte, kinderloos blijven of het risico nemen als ze zwanger wilden worden.
Vandaag kunnen ze geholpen worden met pre-implantatiediagnostiek (PGD), een lang woord voor embryoselectie: met behulp van in-vitrobevruchting maakt het ziekenhuis
embryo’s, die daarna genetisch getest worden.
Alleen de embryo’s die de erfelijke ziekte niet hebben, worden ingeplant in de baarmoeder. In UZ Leuven is PGD mogelijk sinds 2002, maar de laatste jaren is het aantal mensen dat via een PGD-behandeling zwanger wil worden enorm gestegen.