Verblijf op een intensieve zorgafdeling na een hartoperatie

Voor uw operatie bepaalt de anesthesist in samenspraak met de hartchirurg of u op de postanesthesie-zorgafdeling (PAZA) of op een afdeling intensieve zorg zal verblijven. Deze keuze wordt gemaakt op basis van uw risicoprofiel (o.b.v. EuroSCORE en medische voorgeschiedenis) en het type procedure dat u moet ondergaan. Uiteraard kan dit plan wijzigen in functie van het verloop van uw operatie.

Op de PAZA verblijft u standaard één nacht. U kan pas naar de hospitalisatieafdeling gaan zodra uw toestand stabiel genoeg is. Soms is een verblijf op een afdeling intensieve zorg nodig. In geval van een gepland verblijf daar, wordt de patiënt rechtstreeks van de operatiezaal naar intensieve zorg gebracht.

Ontwaken

Na uw operatie zal u geleidelijk ontwaken. Soms wordt u langer in slaap gehouden, totdat uw toestand volledig stabiel is. In bepaalde gevallen wordt u al in de operatiezaal zelf wakker gemaakt. 

Eenmaal wakker, kan u keelpijn, een droge mond of dorst hebben. Sommige patiënten ervaren ook bijwerkingen zoals misselijkheid, braken, hoofdpijn, spierpijn, vermoeidheid, verwardheid ... Twijfel niet om uw klachten aan de verantwoordelijke arts of verpleegkundige te melden. 

Zodra de verdoving is uitgewerkt, kan u pijn voelen ter hoogte van de operatiewonde(n). Vertel de arts of verpleegkundige hoeveel pijn u hebt, zodat de medicatie tijdig kan aangepast worden. 

De omgeving van een intensieve afdeling kan soms stressvol zijn. Dag en nacht is er licht en omgevingslawaai (o.a. alarmsignalen van apparatuur, overleg tussen zorgverleners) wat een goede slaapkwaliteit soms in de weg staat. Voldoende pijnstilling zal u initieel helpen om in deze bedrijvige omgeving toch te rusten.

24/24 nauwgezette monitoring

Een hartoperatie is een ingrijpende behandeling. Daarom is het noodzakelijk dat u de eerste dag(en) na de operatie onder voortdurend medisch toezicht blijft. Een team van gespecialiseerde artsen en verpleegkundigen volgt uw medische toestand 24 op 24 uur van nabij op met behulp van een bewakingsmonitor. Uw vitale parameters (o.a. bloeddruk, hartritme, zuurstofgehalte in het bloed, bewustzijn), operatiewonden, motorische functies … worden continu opgevolgd. 

Hulpmiddelen

Vlak na de operatie wordt uw ademhaling ondersteund door een beademingstoestel, krijgt u medicatie toegediend via een infuus, vloeit urine af via een blaassonde, wordt wondvocht uit de operatiestreek afgevoerd via holle buisjes … Zo nodig worden apparaten gebruikt die de werking van de nieren, het hart en/of de longen (tijdelijk) overnemen.

Wanneer u wakker wordt, zal u merken dat u verbonden bent met allerlei leidingen en apparaten. Probeer rustig te blijven. U wordt zo snel mogelijk van zoveel mogelijk verlost. 

Naarmate uw herstel vordert, zal u minder nood hebben aan intensieve monitoring en behandeling. De tijdspanne waarbinnen het herstelproces verloopt, verschilt uiteraard van patiënt tot patiënt.

Bewegen, eten en drinken

Al vanaf de eerste dag na de operatie zal er een kinesitherapeut bij u langskomen. Die zal ademhalings- en bewegingsoefeningen opstarten. Ook eten en drinken zal zo snel mogelijk weer worden opgestart. Deze progressieve aanpak bevordert uw herstel waardoor u minder lang in het ziekenhuis zal verblijven.

Bezoek

Raadpleeg de meest actuele informatie over bezoek op de infopagina van de afdeling.

Laatste aanpassing: 26 februari 2024