Sarcopenie

Verlies van spiermassa en spierfunctie
Snellere afbraak dan aanmaak van spieren bij het ouder worden, waardoor de spierkracht afneemt en het fysiek functioneren achteruit gaat. Dit verhoogt de kans op verminderde zelfredzaamheid en valincidenten.

Symptomen

In een vroeg stadium zijn er meestal geen symptomen.

Als de ziekte vordert, zijn de meest voorkomende symptomen:

  • Moeilijk rechtkomen uit een stoel of zetel
  • Moeite om boodschappen te dragen of iets zwaars op te tillen
  • Moeite om een trap op te gaan
  • Niet meer kunnen knielen of vooroverbuigen
  • Verminderde kracht in armen en/of benen
  • Valincidenten

Sarcopenie is een vaak miskende aandoening met belangrijke impact op de activiteiten van het dagelijks leven. Het treft tot 29% van de thuiswonende ouderen en 33% van ouderen in een WZC. Vroegtijdige opsporing en aanpak kunnen bijdragen aan een verbeterd fysiek functioneren en een verhoogde zelfredzaamheid.

Vormen

De meest voorkomende vormen van sarcopenie zijn:

  • Primaire (leeftijdgebonden) sarcopenie
  • Sarcopenie secundair aan bepaalde aandoeningen (vb. inflammatoire aandoeningen of kanker)

Daarnaast wordt er ook een onderscheid gemaakt tussen acute sarcopenie (ontstaan op korte termijn door bvb. immobilisatie na een breuk of hospitalisatie) of chronische sarcopenie (meer dan 6 maanden aanwezig).

Risicofactoren

  • Leeftijd: spiermassa en spierkracht nemen af vanaf +/- 50 jaar, risico neemt toe vanaf 65 à 70 jaar
  • Te weinig eiwitten in de voeding
  • Ondervoeding
  • Te weinig lichaamsbeweging
  • Langdurige immobilisatie of hospitalisatie
  • Tekort aan vitamine D
  • Gebruik van bepaalde geneesmiddelen, bv. glucocorticoïden
  • Bepaalde inflammatoire aandoeningen, bv. reumatoïde artritis, systeemziekten, …
  • Aanwezigheid van botontkalking (osteoporose)

Oorzaak

Bij jonge, gezonde mensen zijn de spieraanmaak en spierafbraak in evenwicht. Bij oudere personen ontstaat sarcopenie door een verstoord evenwicht tussen spieraanmaak en spierafbraak.

De kwaliteit van de spier en het type spiervezels veranderen eveneens met het ouder worden.

Behandeling

U vindt hier een aantal mogelijke behandelingen voor deze aandoening. Na de diagnose kiest uw arts, samen met u en de andere artsen van het team, de beste oplossing voor u. Uw behandeling kan dus afwijken van de hieronder voorgestelde therapie(ën).

  • Gezonde levensstijl (voldoende bewegen, niet roken, overmatig alcoholgebruik vermijden).
  • Gebalanceerd oefenprogramma met krachttraining en/of evenwichtsoefeningen.
  • Inname van eiwitsupplementen of dieetadvies.
  • Inname van voldoende vitamine D.

Onderzoeken en diagnose

Bij (vermoeden van) deze aandoening voeren we één of meerdere onderzoeken uit.

  • Krachtmeting (handgrijpkracht of stoeltest)
  • Meten van de lichaamssamenstelling (DXA of BIA):
    Door middel van x-stralen of een elektrodenonderzoek wordt de samenstelling van uw lichaam bepaald (hoeveelheid spiermassa, vet en water)
  • Testen van het fysiek functioneren (vb.: wandeltest, Short Physical Performance Battery (SPPB), 6MWT, …).
  • Bloedafname

Specialisten

Laatste aanpassing: 10 maart 2021