Detectie van immuunglobuline (Ig) en T-celreceptor (TCR) genherschikking d.m.v. PCR

Indicatie

Het onderscheid maken tussen goedaardige en kwaadaardige lymfoproliferatieve aandoeningen.
(*)Test wordt uitgevoerd door de dienst Pathologische Ontleedkunde binnen het activiteitencentrum moleculaire diagnostiek (CEMOL).

Uitvoerfrequentie 

dit onderzoek wordt 1 x per week uitgevoerd in het laboratorium.

Antwoordtijd 

De tijd tussen de ontvangst van een geschikt staal op de dienst Pathologische Ontleedkunde en een eerste rapportering bedraagt minimaal 10 werkdagen en maximaal 20 werkdagen.

Staaltype/soort en minimale hoeveelheid

De test kan op diverse weefsels uitgevoerd worden: lymfeklier, botboorbiopsie, milt, MALT, huid en andere.

Afname instructies en condities

Etiket met patiëntgegevens op elk recipiënt en tijdstip van afname

Bij voorkeur vers of ingevroren materiaal, i.v.m een betere DNA kwaliteit

Formol / B5-gefixeerd en paraffine-ingebed materiaal is mogelijk, maar omwille van fragmentatie van het DNA minder gunstig

Bouin-gefixeerd weefsel is ongeschikt

Afnameformulier of begeleidende brief

Verzending

In geval van interne afname UZ Leuven

Gefixeerde stalen: transporteren bij kamertemperatuur
Vers weefsel: transport bij 4°C. Het materiaal dient zo snel mogelijk (ten laatste binnen 2u) na afname op de dienst Pathologische Ontleedkunde aanwezig te zijn. Indien vacuüm verpakt en gekoeld op 4°C kan dit tot max. 48u na afname.

In geval van extern consult

Vers materiaal, gekoeld op 4°C bewaard dient ten laatste binnen 2h na afname op de dienst Pathologische Ontleedkunde aan te komen. Vacuüm verpakt en gekoeld op 4°C tot max 48h na afname.Weefsel ingevroren bij -80°C moet in vloeibare stikstof/carboglace bewaard en getransporteerd worden. Indien enkel paraffine-ingebed materiaal beschikbaar, gelieve representatieve paraffineblok op te sturen, vergezeld van bijhorende H&E coupe en relevante immunohistochemische kleuringen.

U vindt algemene informatie in de rubriek “staal verzenden

Methode

Elke B- en T-lymfocyt heeft een specifieke antigeenreceptor, die gecodeerd wordt door de immunoglobuline genen voor de B-cel, en de T-celreceptor genen voor de T-cel. Het unieke van deze antigeenreceptoren is de grote diversiteit van antigenen die herkend kunnen worden. Om tot deze grote diversiteit in staat te zijn, is er in B- en T-lymfocyten een specifiek DNA herschikkingsmechanisme aanwezig. Hierbij worden segmenten van genen (Variabele (V), Diversity (D), Joining (J) en een constantsegment) die voor de antigeen receptoren coderen aan elkaar gezet, en worden ad random nucleotiden gedeleteerd en toegevoegd. Dit resulteert in een DNA-sequentie die uniek is voor een T- of B-cel en de kloon die er uit ontstaan kan. Bij klonaliteitsanalyse van B- en T-lymfocyten wordt gebruik gemaakt van deze bijzondere eigenschap.

Bij een normale immuunrespons zullen veel verschillende lymfocyten betrokken zijn, terwijl onder andere, maar niet uitsluitend, bij maligne lymfomen, lymfocyten dezelfde antigeenreceptor kunnen hebben. Een maligne lymfoom is monoklonaal en een reactief proces is door de band genomen polyklonaal.

Allereerst wordt er DNA geïsoleerd uit een weefselstaal (bij voorkeur vers ingevroren) en wordt de kwaliteit van het geïsoleerde DNA gecontroleerd. Indien geschikt, worden afhankelijk van de vraagstelling, Ig en TCR herschikkingen nagekeken met behulp van multiplex PCR met Biomed-2 ontwikkelde primers (van Dongen et al. Leukemia, 2003). Voor de B-cel receptor wordt het immunoglobuline zware keten-gen en het lichte keten-gen kappa (inclusief het kappa-deleting element) geanalyseerd. Voor de T-cel receptor worden de T-celreceptor-beta en -gamma genen geanalyseerd. Het PCR-product wordt gevisualiseerd door middel van een fluorescentie-gelabelde DNA-fragmentanalyse  of ‘Genescanning’, met gebruik van automatische sequentieanalyseapparatuur, waarbij de geamplificeerde PCR producten op basis van lengte worden gescheiden.

Policy

De dienst Pathologische Ontleedkunde streeft naar een continue verbetering van de dienstverlening, waarbij de patiënt centraal staat.
Om een optimale technische verwerking en diagnostiek te garanderen, is het ook van essentieel belang dat de stalen op een correcte manier worden geïdentificeerd, bewaard en getransporteerd en bovendien vergezeld zijn van een correct en volledig ingevuld aanvraagformulier.
Indien de richtlijnen in de staalafname instructie niet worden nageleefd, wordt er contact opgenomen met de aanvragende arts of wordt er een melding gemaakt in het verslag. In deze gevallen kan de doorstroomtijd verlengd zijn.

Opmerkingen

Het gebruik van Bouin is niet compatibel met verder genetisch onderzoek.
Indien het aangeleverde materiaal niet voldoet wordt de aanvragende arts verwittigd.
Indien dit een afgedrukt formulier is, controleer http://www.uzleuven.be/pathologische-ontleedkunde/staalafnames voor recentste versie.

Huidige versie PO-AL025-WW29-M05.

Laatste aanpassing: 5 mei 2023