Borstsparende chirurgie - indicator B6

Belang

Als borstkanker in een vroeg stadium (cStadium I of II) wordt ontdekt, wordt waar mogelijk de voorkeur gegeven aan een borstsparende ingreep (tumorectomie) gevolgd door radiotherapie (bestraling).

De kansen op overleving zijn dan namelijk even goed als bij een volledige borstamputatie (mastectomie).

Resultaten

  • 55,84%
  • Streefwaarde: 50 - 60%
  • Teller: 645
  • Noemer: 1.155
Borstsparende chirurgie

Interpretatie

UZ Leuven voert iets vaker een volledige borstamputatie uit dan het landelijke gemiddelde. Dit kan verklaard worden doordat UZ Leuven als derdelijnscentrum meer patiënten met onder andere co-morbiditeiten of een hoge leeftijd behandelt.

Borstsparende chirurgie geniet de voorkeur, omdat dit meestal minder impact heeft op vrouwen dan borstamputatie. Borstsparende chirurgie mag echter niet leiden tot een hoger risico op herval.

De mogelijkheid om tot borstsparende heelkunde over te gaan is afhankelijk van vele factoren waaronder de vermoedelijke tumorafmetingen, het aantal en de ligging van de tumor, erfelijke belasting, eerdere bestralingen in de borststreek en de voorkeur van de patiënte.

Ons team besteedt daarom uiterst veel aandacht aan correcte diagnostiek vooraleer tot operatie over te gaan.

Streefwaarde

50 - 60%

Samenstelling

Berekening op basis van gegevens uit 2009 tot en met 2011.

Definitie

Percentage patiënten met borstkanker in een vroeg stadium (cStadium I en II) waarbij borstsparende chirurgie uitgevoerd werd.

Laatste aanpassing: 24 januari 2020