Professor Ann Swillen, klinisch orthopedagoge in het centrum menselijke erfelijkheid van UZ Leuven, vertrok voor het informatiepakket vanuit haar eigen ervaring. Tijdens haar raadplegingen ziet ze al jaren dat ouders al snel veel vragen hebben wanneer hun kind de diagnose van een zeldzame genetische aandoening krijgt. “Dat kan gaan van wat de ziekte precies inhoudt tot de impact ervan op hun gezin en op de toekomst. Zal hun kind ooit zelfstandig kunnen zijn? Hoe kunnen ze dit uitleggen aan hun kind en aan broer of zus? De drempel om het gesprek aan te gaan is vaak nog te hoog, dus willen we gezinnen een duwtje in de rug geven om hun vragen en gevoelens te uiten”, legt professor Swillen uit.
Praten zonder taboe
Het informatiepakket bestaat uit twee delen. Tijdens de raadpleging kunnen kinderen met kleurrijke puzzelstukken zelf hun unieke klinische beeld in elkaar puzzelen. De stukken beelden zowel lichamelijke kenmerken uit als kenmerken die samenhangen met denken en emoties. Zo maakt de puzzel komaf met lijstjes, want niet elke patiënt met een bepaalde zeldzame genetische aandoening heeft dezelfde symptomen. Thuis kan het gesprek verdergaan aan de hand van vragen in het bijbehorende familieboek, waarin achtereenvolgens de jonge patiënt, de broers en zussen en heel het gezin centraal staan.
(lees verder onder de afbeelding)