Hoe het begon: waarom waardering belangrijk is
Na een noodgedwongen verhuis uit campus Sint-Rafaël en verschillende tijdelijke opslaglocaties stond de Histaruz-collectie voor een kruispunt. Wat te doen met bijna 15.000 objecten, boeken en documenten die de geschiedenis van een kleine eeuw aan Leuvense gezondheidszorg vertellen?
Het antwoord kwam in de vorm van een intensief waarderingstraject van anderhalf jaar, geleid door Erfgoedcel Leuven in samenwerking met UZ Leuven, KU Leuven, ETWIE en het toekomstige Vesalius Museum. Van juni 2023 tot december 2024 ondergingen vijftien deelcollecties – van gynaecologie tot tandheelkunde, van anesthesie tot cardiologie – een grondige professionele waardering.
Het resultaat? Een collectie die niet langer alleen maar een nostalgische verzameling is, maar een goed gedocumenteerd en gewaardeerd geheel met een heldere toekomst. “Het traject heeft een enorme meerwaarde gegeven aan de bestaande historische collectie”, zegt professor Ignace Naert, vrijwilliger bij Histaruz die bij de meeste waarderingssessies aanwezig was. “Via dit proces hebben we geleerd hoe we objecten moeten waarderen, waar we op moeten letten en wat hun betekenis is.”
Nu het traject is afgerond, blijkt Histaruz meer te zijn geworden dan een lokaal succesverhaal. Het project vormt een leidraad voor de hele erfgoedsector in Vlaanderen.
De methodiek: ‘Op de museale weegschaal’
Voor het waarderen van medische erfgoedcollecties bestond nog geen gestandaardiseerde methode. In overleg met de expertisecel ETWIE koos het team voor de methodiek ‘Op de museale weegschaal’, aangepast aan de medische context en de doelstellingen van Histaruz. Deze methodiek voorzag in elf waarderingscriteria, verdeeld over drie groepen: kenmerken (toestand, samenhang, herkomst, lokale binding, zeldzaamheid), cultuurhistorische waardes (medisch-wetenschappelijk, biografisch-industrieel, maatschappelijke herkenbaarheid) en gebruikswaardes (beleving, onderzoek, educatie).
Externe expertise als sleutel tot succes
Wat het traject bijzonder maakte, was de multidisciplinaire aanpak. Elke maandelijkse waarderingssessie bracht een vast team samen van vrijwilligers van Histaruz, medewerkers van Vesalius Museum en ETWIE, maar ook wisselende externe experten: emeriti van UZ Leuven met kennis van specifieke disciplines en externe collectiebeheerders die een blik van buitenaf meebrachten.
“Die betrokkenheid van buitenstaanders was cruciaal”, benadrukt Nils Roofthoofd, Adviseur erfgoedzorg bij Erfgoedcel Leuven en projectleider. “De externe deskundigen, onder andere van het Gents Universiteitsmuseum (GUM) en de Lambotte-collectie, brachten niet alleen hun vakkennis mee, maar ook een perspectief dat de interne betrokkenen niet konden hebben. Hoe meer mensen, hoe meer invalshoeken – en dat geeft een veel waardevoller resultaat.”
De externe deskundigen brachten niet alleen hun vakkennis mee, maar ook een perspectief dat de interne betrokkenen niet konden hebben.Nils Roofthoofd, Adviseur erfgoedzorg Erfgoedcel Leuven
Een gestandaardiseerde aanpak
De sessies vonden plaats op donderdagvoormiddagen in het depot in Aarschot, waar de collectie tijdelijk is ondergebracht. Elke sessie was minutieus voorbereid: twee weken op voorhand ontvingen de waardeerders alle beschikbare informatie over de te waarderen deelcollectie, van foto's tot inventarisgegevens en eventuele rapporten uit eerdere waarderingen.
Het verloop van elke sessie was gestandaardiseerd: na een korte inleiding werden de elf waarderingscriteria systematisch overlopen, waarbij projectleider Nils Roofthoofd streefde naar consensus binnen het team. Belangrijke uitschieters binnen een deelcollectie werden apart genoteerd en elke sessie eindigde met een algemeen statement over de gewaardeerde collectie.
Waarderingsproject Histaruz: de cijfers
-
- 15 waarderingssessies met 15 deelcollecties
- 9.218 objecten geregistreerd (eind 2024)
- 68% van de geregistreerde Histaruz-collectie gewaardeerd
- 3 uur per sessie
- 2 weken voorbereidingstijd per sessie
Niet alle waarderingen verliepen even vlot. “De collectie ‘Laboratorium’ was het moeilijkst”, herinnert Roofthoofd zich. “We hadden geen expert voor dat vakgebied in ons team, zoals professor Naert dat bijvoorbeeld voor ‘Tandheelkunde’ was. Bovendien was deze collectie enorm groot en divers, met veel verschillende voorwerpen. Daarom besloten we dat ze helemaal opnieuw bekeken moet worden.”
Concrete resultaten: van databank naar diepte-inzicht
De verhalen achter de objecten
Meer dan 6.200 objecten werden in de waardering meegenomen, wat toen overeenkwam met tweederde van de geregistreerde collectie – een omvangrijk en representatief deel. Intussen hebben de vrijwilligers niet stilgezeten en zijn ongeveer 10 000 objecten geregistreerd.
“Vroeger zat het overzicht over de collecties vooral in de hoofden van de vrijwilligers”, vertelt Nils Roofthoofd. “Nu hebben we die kennis voor een groot deel op (digitaal) papier gezet en hebben we voor veel deelcollecties een helder overzicht. Als iemand vraagt wat er in de collectie ‘Pneumologie’ zit, dan hebben we daar een duidelijk antwoord op.”
Het waarderingstraject bracht niet alleen fundamentele inzichten in wat er werkelijk in de Histaruz-collectie zit, maar vooral ook waarom bepaalde objecten of deelcollecties belangrijk zijn. “In een databank zoek je als buitenstaander op een term en krijg je alleen technische beschrijvingen”, legt Femke Paulussen, stafmedewerker van Vesalius Museum, uit. “Tijdens de waarderingssessies hoorden we de verhalen en ervaringen van artsen en verpleegkundigen die deze objecten daadwerkelijk gebruikten. Dat gaf een veel rijker beeld van elke deelcollectie.”
Vroeger zat de kennis vooral in de hoofden van de vrijwilligers. Nu hebben we die expertise digitaal gedocumenteerd en hebben we voor veel collecties een helder overzicht.Nils Roofthoofd, Adviseur erfgoedzorg Erfgoedcel Leuven
Verrassende inzichten, lacunes en uitschieters
De systematische aanpak van het waarderingstraject leverde ook verrassende inzichten op. Sommige deelcollecties bleken rijker dan verwacht, andere hadden grote lacunes. Bij ‘Tandheelkunde’ bijvoorbeeld werd duidelijk dat, ondanks meer dan 1.100 geregistreerde voorwerpen, bepaalde subdisciplines helemaal niet aan bod kwamen. “Het werk is absoluut niet af”, benadrukt professor Naert. “En we hebben nog lang niet alle expertise van onze vrijwilligers benut.”
Femke Paulussen bevestigt: “De vrijwilligers hebben decennia aan ervaring en kennen nog zoveel verhalen en details die we kunnen toevoegen. Het waarderingstraject was een eerste stap, maar er valt nog veel meer te ontdekken en vast te leggen.”
Het traject bracht ook duidelijke uitschieters in de collectie aan het licht. Die vielen uiteen in twee categorieën: enerzijds unieke stukken die waardevol zijn door hun zeldzaamheid en hun band met UZ Leuven, anderzijds herkenbare objecten die patiënten meteen kunnen plaatsen. “De echte waarde zit niet alléén in zeldzaamheid of alléén in herkenbaarheid”, concludeert Paulussen. “Juist die combinatie maakt de collectie echt bijzonder.”
De echte waarde zit niet alléén in zeldzaamheid of alléén in herkenbaarheid. Juist die combinatie maakt de collectie echt bijzonder.Femke Paulussen, stafmedewerker Vesalius Museum
Impact voor Histaruz: een duurzame toekomst
Vesalius Museum als nieuwe thuishaven
Voor Histaruz valt het afgeronde waarderingstraject samen met het begin van een nieuwe fase. Na twintig jaar vrijwilligerswerk en passie krijgt de collectie nu een professionele thuisbasis in Vesalius Museum, dat in december 2026 in hartje Leuven de deuren opent.
“De timing kon niet beter”, zegt Jan Verhaeghe, voormalig algemeen secretaris van UZ Leuven en medebezieler van Histaruz. “Dankzij het schitterende werk van de vrijwilligers kan Vesalius Museum nu starten met een goed gewaardeerde, gedocumenteerde collectie. Een solide basis voor het verder uitbouwen van het museum.”
Binnen Vesalius Museum wordt de rol van Jan Verhaeghe geleidelijk overgenomen door Miek Peeters, huidig algemeen secretaris van UZ Leuven. Momenteel treden zij samen op als vertegenwoordigers van UZ Leuven, waardoor de overdracht gestructureerd verloopt en de continuïteit gewaarborgd blijft.
Dankzij het schitterende werk van de vrijwilligers kan Vesalius Museum nu starten met een goed gewaardeerde, gedocumenteerde collectie.Jan Verhaeghe, voormalig algemeen secretaris van UZ Leuven
Scherper beleid en professionele verankering
Het waarderingstraject heeft belangrijke aandachtspunten blootgelegd waar het collectiebeleid van Vesalius Museum in de toekomst rekening mee kan houden. Zo verdienen het profiel van de collectie en de afstemming met andere medische collecties de nodige aandacht.
“Een collectie waar vrijwilligers twintig jaar lang hun hart en ziel in hebben gelegd, verdient ondersteuning vanuit een professionele erfgoedorganisatie”, benadrukt Femke Paulussen. “Als museum willen wij deze medische collectie nu een duurzame toekomst geven en verankeren in het erfgoedlandschap.”
Impact voor de erfgoedsector: voorbeeld voor Vlaanderen
Kennisdeling via FARO
Zoals gezegd reikt het Histaruz-waarderingstraject veel verder dan de Leuvense collectie zelf. Het wijst de weg voor de hele medische erfgoedsector in Vlaanderen én België. “Histaruz is een van de eerste collecties die zo grondig tegen het licht wordt gehouden”, stelt Nils Roofthoofd. “In de komende vijf jaar bouwt ETWIE een netwerk van medisch-erfgoedcollecties uit, om samen aan de slag te gaan met de uitdagingen en kansen voor dit soort wetenschappelijke collecties. De waardering van Histaruz creëert daarbij een benchmark waarmee andere collecties zich kunnen vergelijken.”
De ervaringen met de methodiek ‘Op de museale weegschaal’ die tijdens het traject werd aangepast, worden nu gedeeld met de sector via FARO, het steunpunt voor cultureel erfgoed in Vlaanderen. “Voor Erfgoedcel Leuven is het belangrijk dat we iets maken dat breed inzetbaar is in de hele sector”, legt Rebecca Gysen, diensthoofd erfgoed en archief bij stad Leuven uit. “De methodiek werkt niet alleen voor medische collecties, maar kan ook aangepast worden voor andere erfgoeddomeinen. Het doel is om steeds betere manieren te vinden om collecties te waarderen.”
De methodiek werkt niet alleen voor medische collecties, maar kan ook aangepast worden voor andere erfgoeddomeinen.Rebecca Gysen, diensthoofd erfgoed en archief bij stad Leuven
Lessen voor andere collecties
Voor andere instellingen met medische collecties biedt het Histaruz-traject waardevolle lessen. De methodiek is toepasbaar, de uitdagingen herkenbaar en de resultaten motiverend. “Ik zou alle instellingen aanraden hetzelfde te doen met hun eigen collecties”, besluit Gysen. “Een databank met duizend voorwerpen? Dan zie je door de bomen het bos niet meer. Pas na een grondige waardering weet je wat je werkelijk in huis hebt.”
Het traject bewijst dat intensieve waardering veel meer oplevert dan alleen helderheid over de inhoud van een collectie. Je krijgt ook inzicht in hoe zo’n collectie zich verhoudt tot andere collecties, waar de sterke en zwakke punten liggen, en welke richting de toekomst op moet. Die kennis is onmisbaar voor elke erfgoedinstelling die haar collectie serieus wil ontwikkelen.
Van zorgstad naar erfgoedzorg
Tot slot heeft het Histaruz-waarderingsproject ook een symbolische betekenis voor Leuven. “De stad staat bekend om haar professionele zorgverlening – een echte zorgstad, zeg maar – én om haar unieke erfgoed”, reflecteert Gysen. “Nu zorgen we ervoor dat ook het erfgoed van die zorgverlening zo professioneel mogelijk wordt beheerd. Het medisch erfgoed krijgt eindelijk de zorg die het verdient. Kortom, de cirkel is rond.”
Inzichten voor de toekomst van Histaruz
-
Het waarderingstraject bracht belangrijke inzichten aan het licht over de sterke punten van de collectie, maar ook over de uitdagingen voor de toekomst. Die bevindingen bieden de medewerkers van Histaruz heldere aanknopingspunten om mee aan de slag te gaan.
- Tijdsafbakening en focus
Voor de collectie werd 1929, het stichtingsjaar van UZ Leuven, als logische startdatum geïdentificeerd. Voor nieuwe aanwinsten liggen er vooral kansen in het verzamelen van medische stukken uit de laatste decennia, die elders nog niet worden bewaard. - Samenwerking met andere collecties
Door af te stemmen met gelijkaardige collecties, zoals die van Lambotte Museum, OCMW-Brussel en GUM, kunnen instellingen elkaar versterken in plaats van onbedoeld te overlappen. - Documentatie als meerwaarde
Stukken met een goed gedocumenteerde herkomst en gebruiksgeschiedenis blijken extra waardevol voor bezoekers en onderzoekers. - Heldere keuzes bij verwerking
Scherpere criteria voor wat bewaard wordt – zowel bij spontane aanbiedingen als bij materiaal uit UZ Leuven zelf – helpen de collectie gerichter te laten groeien. - Visie als kompas
De grootste uitdaging is het maken van weloverwogen keuzes over de toekomstige richting, rekening houdend met de beschikbare ruimte, middelen en mankracht.
- Tijdsafbakening en focus
Enkele objecten uit de collectie
Histaruz in Vesalius Museum
-
Een deel van de Histaruz-collectie krijgt een prominente plaats in het nieuwe Vesalius Museum, dat in december 2026 de deuren opent. Dit museum over zorg en wetenschap is een initiatief van KU Leuven en UZ Leuven en brengt een verrassende mix van wetenschap, erfgoed en hedendaagse kunst. Vesalius Museum vestigt zich in het voormalige Anatomisch Theater en het Pathologisch Instituut op de Hertogensite.
Meer informatie: www.vesaliusmuseum.be