Conisatie van baarmoederhals

Verloop en doel

De ingreep duurt ongeveer 15 minuten en vindt plaats in een behandelkamer op de raadpleging of in het chirurgisch dagcentrum.
U ligt in de beensteunen. De gynaecoloog plaatst een speculum in de schede, waardoor de baarmoederhals zichtbaar wordt.
Er wordt met de microscoop (= colposcoop) nogmaals goed gekeken en de transformatiezone wordt afgelijnd door een kleuring.
Lokale verdoving wordt gegeven met een soort tandartsspuitje. Dit is eventjes pijnlijk, nadien voelt u weinig tot niets meer van de ingreep.
Met een lusvormig schroeidraadje wordt een stukje van de baarmoederhals oppervlakte verwijderd. Dit wordt naar de patholoog verstuurd voor verder microscopisch onderzoek, het resultaat duurt 1-2 weken.
Daarna wordt de wonde aangestipt met de elektrische bolelektrode om het bloedverlies te stelpen. Hiermee is de procedure beëindigd.
Als u zich goed voelt en weinig bloedverlies hebt, mag u binnen het uur naar huis.

U moet niet nuchter te zijn.
De ingreep kan niet plaatsvinden
- Tijdens uw menstruatie
- Bij infectie van vagina of baarmoederhals.
- Tijdens de zwangerschap, tenzij in uitzonderlijke omstandigheden

U ervaart meestal weinig tot geen pijn, eventueel neemt u paracetamol.
U kan bloedverlies hebben (hoeveelheid zoals bij een menstruatie), hiervoor is maandverband voldoende.
In de eerste drie weken vermijdt men best lokaal contact met de baarmoederhals: vaginale tampons, vrijen en zwemmen in een openbaar zwembad of zeewater.
Een eerste controle van het uitstrijkje wordt gepland na 6 maanden. Daarna blijft de opvolging ook belangrijk.
Bij negen van de tien vrouwen wordt nadien het uitstrijkje weer normaal.
Bij angstige mensen kan de conisatie onder volledige verdoving uitgevoerd worden in het chirurgisch dagcentrum. Bespreek dit met uw gynaecoloog.